„Vrijheid los van geloof is een lege ideologie”
SÁROSPATAK. De moderne vrijheid is losgemaakt van de wet. In plaats van het recht van God kwamen de rechten van de mens. Maar los van geloof wordt vrijheid een lege ideologie. En gerechtigheid zonder de wet geeft geen bevrijding. De wet en de rechtvaardiging horen bij elkaar.
Dat betoogde dr. István Szabó, bisschop van Boedapest, vorige week in een eerste lezing op de tiende conferentie van het International Reformed Theological Institute (IRTI) in het Hongaarse Sárospatak. Szabó benadrukte dat er de laatste decennia in Europa een sterke erosie heeft plaatsgevonden als het gaat om de betekenis van de wet.
Prof. dr. Szücz Ferenc, oud-rector van de Radaifaculteit in Boedapest, schetste de Hongaarse geschiedenis, die gepaard ging met strijd en onderdrukking maar ook gekenmerkt werd door standvastigheid. Op de vraag hoe het met de godsdienstvrijheid is gesteld sinds Victor Orbán aan de macht kwam, antwoordde Szücs dat in de nieuwe grondwet uitdrukkelijk wordt verwezen naar de christelijke traditie. „Dit laat de vrijheid van godsdienst onverlet.” Op de vraag of er in Hongarije sprake is van antisemitisme stelde hij dat dit –als het voorkomt– niet gericht is tegen joden om hun joodse religie. „Het is seculier van aard.”
Na de hoofdlezingen waren er drie presentaties. Prof. dr. Du Plooy (Noord-West Universiteit, Zuid-Afrika), ging in op het ambt van doctor bij Calvijn. Op de synode van Dordrecht (1618/1619) werd bepaald: „Het ambt der doctoren of professoren in de theologie is de Heilige Schrift uit te leggen en de zuivere leer tegen de ketterijen en dolingen voor te staan.”
Dat ambt was volgens prof. Du Plooy niet te baseren op Efeze 4:11. Toch achtte hij Calvijns visie aanvaardbaar, omdat Calvijn uitging van het totale getuigenis van het Nieuwe Testament. Het gaat in dit ambt om toerusting van de kerk, het adequaat opleiden van studenten en het dienen van de theologie als „een belangrijke en terzake dienende wetenschap in de wereld van academies en universiteiten.”
Dr. Allan Jansen (New Brunswick, Canada) bepleitte een gereformeerde kerkorde, toegespitst op een samenleving waarin de waarheid haar eigen soevereiniteit en invloed heeft verloren. Met prof. A. van de Beek stelde hij dat de heiligheid van de kerk vooral tot uitdrukking komt in de –in reformatorische kring vaak ondergewaardeerde– liturgische vieringen, waarin de gemeenschap met Christus gestalte krijgt. Zijn slotvraag: „Zoeken de reformatorische kerken eenheid in hun gemeenschappelijk geloof, hun confessie, hun kerkorde of in hun ene God?”
Dr. ir. J. van der Graaf sprak over ”Theocratie in het licht van de wet”. Voor de christen is de wet leefregel der dankbaarheid. Maar God wil door Zijn hele schepping geëerd worden. Dat was voor Calvijn het hart van de theocratie. Leven naar de wet vraagt echter ook om navolging van Christus, die de wet vervulde en hem een nieuwe inhoud gaf.
In Sárospatak vond vorige week de tiende conferentie van het International Reformed Theological Institute (IRTI) plaats. Dr. ir. J. van der Graaf doet verslag.