Wietteelt gemeenten geen halszaak voor PvdA
DEN HAAG. Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) is niet voornemens experimenten toe te staan waarbij gemeenten zelf wiet mogen telen, zo bleek vorige week. Vijf vragen.
Hoe kwam de discussie over gemeentelijke wietteelt vorige week op de Kameragenda terecht?
Het vorige kabinet wilde van alle coffeeshops besloten clubs maken. De toegang ertoe zou worden beperkt tot meerderjarige inwoners van Nederland die een clubpas konden laten zien. Opstelten heeft de clubpas, die vorig jaar van kracht werd, inmiddels weer geschrapt, maar een tweede beperking is nog wel van kracht: het ingezetenencriterium. Dit houdt in dat niet uit Nederland afkomstige cliënten uit coffeeshops moeten worden geweerd.
Volgens de oppositie is dit beleid een enorme flop. De handel in softdrugs zou zich verplaatsen van coffeeshops naar illegale straathandel. Het handhaven van het ingezetenencriterium zou een te zware claim leggen op de politiecapaciteit, aldus met name D66 en de SP.
Maar wat heeft dat met gemeentelijke wietteelt te maken?
De oppositie probeert aan te tonen dat het softdrugsbeleid veel eenvoudiger kan en betrekt daarom ook de aloude discussie over het inkoopbeleid van coffeeshops weer bij de discussie. Sinds 1976 gedoogt Nederland tot op zekere hoogte de verkoop van softdrugs vanuit coffeeshops (bij de voordeur). De bevoorrading (via de achterdeur) is formeel altijd strafbaar gebleven. Dat wringt, zeker omdat de teelt en de bevoorrading steeds meer het werk zijn geworden van zware criminelen.
Om hen de wind uit de zeilen te nemen, gaan er al jaren stemmen op om de wietteelt te reguleren. Coffeeshops zouden dan worden bevoorraad vanuit kwekerijen die door de (gemeentelijke) overheid worden gecontroleerd. Bijkomend voordeel daarvan zou zijn dat de te verhandelen wiet vooraf op de samenstelling kan worden getest.
Wat vindt de Kamer van Opsteltens drugsbeleid?
Het schrappen van de clubpas en het handhaven van het ingezetenencriterium kwamen VVD en PvdA al in het regeerakkoord overeen. Een kleine Kamermeerderheid van VVD, PVV, CDA, CU en SGP is bovendien voor een streng beleid dat geen ruimte laat voor gemeentelijke experimenten. Voor Opstelten is dat een steun in de rug. Kanttekening daarbij is nog wel dat een deel van deze fracties het oneerlijk vindt dat Maastrichtse coffeeshophouders al wel buitenlanders moeten weren, en hun Amsterdamse collega’s nog niet. In het beleid ontbreekt namelijk een harde deadline, omdat Opstelten de handhaving aan gemeenten laat.
Is het softdrugsbeleid van dit kabinet trouwens echt een flop?
Dat is zeer de vraag. In november 2012 waarschuwde het onderzoeksbureau van het ministerie dat jongeren zonder clubpas hun softdrugs voortaan vaker in het illegale circuit zouden gaan betrekken, maar die pas is inmiddels van de baan. Verder was de overlast voor omwonenden toen zeker niet minder geworden. Aannemelijk is echter dat buitenlandse drugstoeristen die het ingezetenencriterium wilden uittesten gaandeweg toch afhaken als ze zien dat OM en politiek serieus werk maken van de handhaving.
Wat zegt het coalitieakkoord over experimenten met wietteelt in gemeenten?
Niets, maar zoals gezegd: een kleine Kamermeerderheid wijst dergelijke voorstellen af. Mede met het oog daarop heeft de PvdA, die de achterdeurproblematiek het liefst landelijk wil regelen, al laten weten deze kwestie niet als halszaak te zien. Weliswaar maakten tot dusver achttien gemeenten bij het ministerie kenbaar plannen te hebben voor wietteelt onder toezicht. Hoe concreet deze zijn, staat overigens nog te bezien.
Uit een recente brief van Opstelten hierover valt af te leiden dat meer dan de helft slechts bedoeld heeft te zeggen dat één of enkele fracties uit hun gemeenteraad weleens hebben gezinspeeld op eigen teelt.