Door ondernemingen niet op te nemen in een redinsdag weren de uitzenders van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) onder meer buitenlandse bureaus van de Nederlandse markt, aldus de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) dinsdag. De branche spreekt de aantijgingen tegen.

De kartelwaakhond heeft problemen met het zogeheten SFT-redinsdag. Grote opdrachtgevers willen volgens de NMa alleen zakendoen met uitzenders die dit keurmerk dragen. De ABU beheert echter de lijst en heeft alleen leden toegelaten. Die zijn goed voor 67 procent van de markt.

Bovendien wekt de ABU ten onrechte de indruk dat ondernemingen die een geregistreerde uitzender kiezen voor hun tijdelijke personeel nooit een naheffing van de Belastingdienst kunnen krijgen. Volgens de NMa kan de fiscus altijd nog bij de opdrachtgever van een uitzendbureau aankloppen.

De NMa heeft rapport opgemaakt tegen de ABU. Ook de aanverwante organisatie Stichting Financiële Toetsing (SFT), die het redinsdag bijhoudt, overtreedt het kartelverbod. De Vereniging Registratie Onderaannemers en diens opvolger de Stichting Verificatie Registratie van Ondernemingen, controleurs van bedrijven op de lijst, handelen volgens de NMa tegen de wet.

Alle aangeklaagde instanties mogen nu reageren op de beschuldigingen. Vervolgens komt de NMa met een definitief besluit, waarbij eventueel een boete aan de uitzenders kan worden opgelegd.

Volgens de ABU zijn de eisen nodig om bedrijven die uitzendkrachten inhuren te beschermen tegen malafide praktijken. Ze zijn ervan verzekerd dat belastingen en sociale premies zijn betaald en dat gewerkt wordt volgens een CAO, aldus de ABU. De bond ontkent dat het redinsdag alleen openstaat voor leden.