Egypte: „van kwaad tot erger”
CAÏRO (ANP). De woensdag afgezette president Mohamed Mursi van Egypte heeft weinig om zich op te beroemen. In het land van meer dan 83 miljoen inwoners is bijna een derde (31 procent) van de kinderen onder 5 jaar ondervoed, zo blijkt uit cijfers van de Verenigde Naties.
De vraag welke fundamentalistische of democratische koers het land vaart, komt bij veel Egyptenaren geen moment meer in hun hoofd op. Zij vragen zich dagelijks af wat ze kunnen eten, als ze het zich kunnen veroorloven voedsel te kopen.
Onder Hosni Mubarak (president 1981-2011) waren water, stroom en brood en tal van andere elementaire diensten vrijwel gratis beschikbaar. ‘Slechts’ een kwart van de bevolking worstelde in zijn nadagen met bittere armoede, maar kon rekenen op vrijwel gratis voorzieningen waar de Staat diep voor in de buidel tastte. Tegenwoordig valt de stroom bij iedereen uit en is het kopen van eten en brandstof op zijn zachtst gezegd problematisch.
Volgens cijfers van de VN hebben nu zeker ruim 14 miljoen van de 84 miljoen Egyptenaren iedere dag problemen om zich te voeden. Deze mensen zijn een stuk slechter af dan hun arme ‘soortgenoten’ in de nadagen van de autocraat Mubarak, toen het om 11 miljoen mensen ging. Beide cijfers zijn treurig, maar de stijging van drie miljoen in 2,5 jaar tijd illustreert de economische ramp die zich voltrekt.
Het is makkelijker investeerders en toeristen in de woestijn op te graven dan ze in de straten van Caïro of Gizeh aan te treffen, aldus een sombere waarnemer. De revolutie van begin 2011 is een aderlating gebleken voor de al wankele economie. Wie Mursi ook opvolgt, veel tijd heeft hij niet.
De staatsschuld is gestegen van 30 miljard dollar (23 miljard euro) onder Mubarak tot 40 miljard dollar nu. Een fikse stijging in slechts 2,5 jaar tijd. De reserves verdampten razendsnel tot 16 miljard dollar, minder dan de helft van de reserves die Mubarak naliet, meldde de BBC. De werkloosheid, al dramatisch hoog onder Mubarak, stijgt alsmaar. En dat onder een jonge bevolking. Het werkelijke niveau van de werkloosheid is moeilijk te schatten in landen waarin het verwerven van één baan volstrekt niet voldoende is om in het levensonderhoud te kunnen voorzien, maar een werkloosheidspercentage van 40 onder jongeren is hoe dan ook dramatisch.