Uitleg: Deventer kwestie riskant voor Van Rijn
DEN HAAG. Mogen gemeenten straks ongeschoolde werklozen inzetten in de ouderenzorg? Onhandige uitspraken van een wethouder daarover belandden deze week meteen op de agenda van de Tweede Kamer. Vijf vragen.
Welke wethouder heeft wat gezegd?
De wethouder in kwestie is Margriet de Jager (Deventer Belang) uit Deventer. Zij bevestigde dinsdag in een uitzending van het tv-programma Nieuwsuur dat Deventer in de toekomst vaker ongeschoolde werklozen in de ouderenzorg wil inzetten. Ook beaamde zij dat Deventer voornemens is straks mensen zonder vaste baan in te zetten voor medische verrichtingen die nu alleen door professionals worden gedaan. In dat kader noemde zij onder meer het wassen en aankleden van ouderen en het verwisselen van katheterzakken. Dat zijn stuk voor stuk basisverpleegkundige taken die nu eigenlijk uitsluitend worden uitgevoerd door verpleegkundigen die daarvoor een vierjarige mbo-opleiding hebben afgerond.
Woensdag zwakte De Jager haar woorden overigens weer af, in een debat met de Deventer gemeenteraad. Ook in de toekomst zal de verzorging van ouderen in Deventer door professionals gebeuren, aldus de wethouder. Te laat, bijna de voltallige oppositie had toen in de Tweede Kamer al opheldering geëist van staatssecretaris Van Rijn (VWS).
Waarom reageerden deze fracties meteen zo gepikeerd?
Van Rijn wil de langdurige (ouderen)zorg vanaf 2015 uit de AWBZ overhevelen naar gemeenten en zorgverzekeraars, om op die manier de stijgende kosten voor de AWBZ-zorg af te remmen. Op dit moment is het nog niet zeker dat de oppositiepartijen CDA, D66, GroenLinks, ChristenUnie en SGP zijn voorstel steunen. In de Eerste Kamer heeft hij straks wel de steun van (combinaties van) deze oppositiefracties nodig; anders heeft hij daar geen meerderheid.
Deze partijen volgen momenteel dus nauwlettend hoe gemeenten zich op de overheveling voorbereiden, zodat ze het bijbehorende wetsvoorstel, indien nodig, nog kunnen bijstellen. Uitspraken zoals die van De Jager zijn natuurlijk een prima aanleiding om te pleiten voor aanscherping.
Loopt de steun vanuit de oppositie na de Deventer kwestie gevaar?
Daar ziet het wel naar uit. Uit de huidige plannen blijkt namelijk dat het kabinet de persoonlijke verzorging uit de AWBZ wil overhevelen naar gemeenten en de (thuis)verpleging naar zorgverzekeraars. Het CDA wil dat alleen de begeleiding en de dagbesteding uit de AWBZ worden gehaald en naar gemeenten gaan én dat verzorging en verpleging allebei onderdeel blijven van de AWBZ.
De uitspraken van De Jager waren deze week voor CDA-Kamerlid Keijzer aanleiding om dat standpunt nog eens publiekelijk en met verve te onderstrepen. Daardoor zit het CDA nu zo geharnast in dit dossier dat steun van deze fractie aan het wetsvoorstel uitgesloten lijkt.
Heeft Van Rijn zich al in de kwestie gemengd?
Jazeker, evenals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Volgens Van Rijn is het dinsdag door De Jager geopperde voorstel „niet in overeenstemming” met de visie van kabinet op de langdurige zorg. Het commentaar van de VNG kwam op hetzelfde neer.
In een reactie op Van Rijn stelde SP-Kamerlid Leijten sceptisch: „Van Rijn zwemt in vage taal. Waarom zegt hij niet gewoon: Wat Deventer doet, verbied ik?”” Zo’n opmerking lijkt niet terzake te doen, omdat de SP toch al tegen het kabinetsvoorstel was. Tegelijkertijd wil natuurlijk geen enkele oppositiefractie medeverantwoordelijk zijn voor een voorstel dat straks leidt tot de inzet van ongeschoolden in de ouderenverpleging. Kortom, behalve de SP komen na het zomerreces ook CDA, D66, GroenLinks en misschien nog wel meer oppositiefracties ongetwijfeld op de kwestie terug.
Van Rijn is dus nog niet van de kwestie af?
Zeker niet. Strikt genomen zijn wassen, aankleden en katheterzakken verwisselen namelijk geen handelingen die alleen mogen worden uitgevoerd door geschoolde verpleegkundigen. Wie wil voorkomen dat werklozen straks dergelijke basisverpleegkundige taken gaan doen, moet dat dus via aanvullende kwaliteitsnormen regelen.
Voor de oppositiefracties die zich nu nog beraden op steun aan de overhevelingswet is de kwestie Deventer ongetwijfeld voldoende aanleiding om strenge en concrete kwaliteitsnormen te eisen. Op die manier kunnen ze de inzet van werklozen beperken tot bijvoorbeeld het boodschappen doen of het ouderenvervoer.