Volgens de studie zien steeds meer woningcorporaties zich door maatregelen van het kabinet gedwongen om te stoppen met het energiezuiniger maken van woningen. Naar verwachting kan ruim de helft van de corporaties de doelstelling, uit een vorig jaar opgesteld convenant om energie te besparen, niet halen. Slechts 15 van de 52 onderzochte instellingen kunnen alle voorgenomen plannen nog uitvoeren. Een derde maakt pas op de plaats of stopt zelfs helemaal met investeren.

Het grote probleem zou de 1,7 miljard verhuurdersheffing zijn die corporaties jaarlijks moeten gaan bijdragen aan het Rijk. „Door de heffing krijgen huurders minder onderhoud en renovatie aan hun woning en moeten zij meer betalen voor woningverbetering”, stelt Woonbond-directeur Ronald Paping.

Blok verwijst in zijn antwoord echter naar een recente analyse van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), waarin staat dat corporaties hun investeringen in onderhoud de komende 5 jaar wel op peil kunnen houden. „Er komen nu juist allerlei nieuwe initiatieven van de grond, zoals het recent gelanceerde initiatief van een aantal corporaties om ‘energienotaloze’ woningen te bouwen”, benadrukt de minister. De gehekelde verhuurdersheffing kunnen de corporaties volgens hem betalen uit extra huurinkomsten, maar ook door besparingen op de bedrijfslasten.

Corporatiekoepel Aedes schaart zich niettemin achter de conclusies van het Woonbond-onderzoek. De corporaties zeggen wel graag in energiebesparing te willen investeren. „Maar ze kunnen niet anders dan er in hun planning rekening mee houden dat ze de verhuurdersheffing van 1,7 miljard euro moeten gaan betalen”, aldus Aedes-voorzitter Marc Calon vrijdag in een reactie.