Congres akkoord met miljarden voor Irak
De Amerikaanse Senaat is maandag akkoord gegaan met extra uitgaven ter waarde van 87,5 miljard dollar (76,5 miljard euro) voor de militaire operaties in Irak en Afghanistan en voor de wederopbouw in beide landen. Het Huis van Afgevaardigden gaf eind vorige week al z’n goedkeuring.
President Bush kreeg vrijwel alles wat hij wenste, nadat hij met een veto had gedreigd toen een deel van de Senaat de 20 miljard voor de wederopbouw van Irak deels als lening wilde verstrekken. Volgens het Witte Huis zou dat de wederopbouw van Irak „ondermijnen.” Deze stelling staat lijnrecht tegenover de bewering vóór de invasie, toen de regering beweerde dat de wederopbouw van Irak betaald zou worden uit de opbrengst van Iraks olieverkopen.
In financiële omvang is de zogeheten ”Irak-noodwet” de grootste in de Amerikaanse geschiedenis. Het gaat hier om de uitgaven in het lopende fiscale jaar dat in oktober begon en eind september volgend jaar eindigt. Voor het net afgelopen fiscale jaar keurde het Congres (Senaat plus Huis van Afgevaardigden) al een bedrag van 79 miljard dollar goed, zodat de totale kosten voor Afghanistan en Irak nu zijn opgelopen tot 166,5 miljard dollar.
Amerikaanse media die maandag op de basis Ramstein in Duitsland de aankomst wilden filmen van de kisten met de lichamen van de zestien militairen die zondag omkwamen toen hun helikopter in Irak werd neergeschoten, kregen nul op het rekest. Ramstein is het tussenstation vanwaar gewonden en omgekomen militairen verder getransporteerd worden naar de VS. Volgens een militaire woordvoerder geldt er sinds het begin van de Amerikaanse invasie van Irak een verbod op het filmen van het transport van omgekomen militairen.
De media wijzen erop dat het in het verleden soms wel werd toegestaan, maar dat het verbod nu strikter wordt uitgelegd omdat televisiebeelden van doodskisten de oppositie tegen de invasie van Irak op het thuisfront zou vergroten, net zoals dat indertijd het geval was tijdens de Vietnam-oorlog. „Dit is een verrassende ontwikkeling, die in strijd is met de persvrijheid”, meent producer Andy Eckardt van NBC-News.
Volgens een defensiewoordvoerder is het verbod bedoeld „om de gevoelens van nabestaanden te sparen.”
Persbureau Associated Press meldt dat de Iraakse president Saddam Hussein ervan uitging dat het Amerikaanse leger nooit een grondoorlog zou beginnen tegen Irak. Zijn voormalige vice-president, de door het Amerikaanse leger gearresteerde Tareq Aziz, heeft dat verklaard tegenover zijn ondervragers. Een Amerikaanse betrokkene heeft dat maandag gemeld.
Volgens Aziz was Saddam er door zijn contacten in Rusland en Frankrijk van overtuigd dat een Amerikaanse invasie zou worden tegengehouden in de Veiligheidsraad. Uiteindelijk besloten de Verenigde Staten evenwel zonder toestemming van de Verenigde Naties ten strijde te trekken.
Zowel Frankrijk als Rusland was tegen de Amerikaanse aanval. Rusland heeft steeds benadrukt dat het zijn contacten met Bagdad in de aanloop naar de oorlog heeft gebruikt om Saddam ervan te overtuigen dat het de Amerikanen menens was. Of de Franse autoriteiten in de maanden voor het begin van de oorlog nog contact met Saddam hadden en wat de aard van die contacten zou zijn geweest, is onduidelijk.
Volgens de Amerikaanse bron houdt ook Aziz vol dat Irak op het moment van de Amerikaanse invasie geen massavernietigingswapens bezat. Wel probeerde Saddam verboden langeafstandsraketten in handen te krijgen, zei Aziz volgens de Amerikaanse betrokkene.
De Amerikanen zijn geneigd Aziz te geloven omdat hij een prominente positie innam in het regime van Saddam, al leek hij de afgelopen jaren aan macht te hebben verloren. Begin mei verklaarde president Bush nog dat Aziz niet wist „hoe hij de waarheid moet vertellen.” Nadien zou hij evenwel zijn gaan samenwerken met zijn ondervragers, nadat het Amerikaanse leger had geregeld dat zijn familie Irak kon verlaten.
De hoofdofficier van justitie van het hof van beroep in de Zuid-Iraakse stad Najaf is maandag ontvoerd en doodgeschoten. Dat heeft een collega van het slachtoffer gezegd. Het slachtoffer, Muhan Jabr al-Shuweily, leidde een onderzoek naar leden van Saddam Husseins Ba’ath-partij.
De Iraakse regering ontsloeg Al-Shuweily een jaar geleden, maar hij ging na de ineenstorting van het regime op verzoek van de Amerikaanse autoriteiten weer aan het werk. De door de Verenigde Staten geïnstalleerde Iraakse bestuursraad gelastte de gerechtelijke vervolging van degenen die zich onder Saddams bewind schuldig maakten aan misdaden tegen de menselijkheid.