Op het Tahrirplein in de Egyptische hoofdstad Caïro waren honderdduizenden mensen bijeen. „Het volk wil de val van het regime”, klonk het. De demonstratie op het Tahrirplein is de grootste sinds de opstand die in 2011 een einde maakte aan het bewind van toenmalig president Mubarak. ‘Tahrir’ was toen het epicentrum van de protesten.

De demonstraties begonnen vreedzaam. Op meerdere plekken liep het echter uiteindelijk uit de hand. Zo werd hoofdkwartier van de Moslim Broederschap in een buitenwijk van Caïro bekogeld met brandbommen en stenen. Het gebouw vatte vlam en bewakers en betogers schoten op elkaar.

In sommige plaatsen raakten voor- en tegenstanders van president Mursi slaags. In de plaatsen Assiut en Beni Suef, ten zuiden van Caïro, kwamen vier mensen om het leven. In totaal raakten enkele honderden mensen gewond tijdens rellen.

Volgens een schatting van het leger hebben in heel Egypte vele miljoenen mensen meegedaan aan de protesten. Die schatting was echter moeilijk onafhankelijk te bevestigen. Volgens persbureau Reuters waren behalve in Caïro in ieder geval ook in de noordelijke stad Alexandrië vele honderdduizenden actievoerders op de been.

Tegenstanders van Mursi zeggen dat hij de problemen met de economie en de veiligheid niet goed aanpakt. Ook verwijten ze hem dat hij de islamitische agenda van de Moslim Broederschap vooropstelt, in plaats van democratie en regeren.

Mursi heeft laten weten dat hij vastberaden is „de ondemocratische aanval” op zijn bewind af te slaan. Hij heeft wel aangeboden de nieuwe op de islam geïnspireerde grondwet te herzien.