„Ik ben niet zo heel vaak kwaad, maar dit is echt te erg”, vindt D66-Kamerlid Paul van Meenen. „Er worden allerlei goed werkende organisaties getroffen, die actief zijn in het onderwijs zelf. Ook instanties die de politiek scherp houden, worden geraakt. Dus dit moet helemaal van tafel.”

Ook Jasper van Dijk van de SP is verbolgen over de plannen van Bussemaker, die jaarlijks 200 miljoen euro moeten opleveren. „Het is onfatsoenlijk om met één pennenstreek zo hard te bezuinigen op een ongelofelijk lange lijst organisaties”, zegt hij. „Hoe kan iemand als de minister zulke essentiële dingen wegbezuinigen als het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis?”, vraagt hij zich af.

De ChristenUnie vindt dat Bussemaker een grote fout heeft gemaakt door de 10 miljoen euro subsidie voor godsdienstonderwijs op openbare scholen af te schaffen. „Als de laatste school in een dorp een openbare school is, geef dan in elk geval ouders de kans om een uurtje per week godsdienstonderwijs te regelen”, aldus Kamerlid Joël Voordewind.

Oppositiepartij PVV ligt niet wakker van de bezuinigingen. „Wat ons betreft gaan al dit soort subsidies eruit”, vindt Kamerlid Harm Beertema. Hij voelt mee met een aantal organisaties waar het mes in wordt gezet, maar wil geen onderscheid maken.

Volgens Bussemaker is het geld dat wordt geschrapt, hard nodig om weer te investeren in het onderwijs. Ze heeft geld nodig om de kwaliteit van leraren en schoolleiders te verbeteren en om fundamenteel wetenschappelijk onderzoek te steunen. De taken van organisaties en instellingen waar de klappen vallen, zijn volgens haar geen prioriteit meer.

De Kamer praat donderdag met Bussemaker over haar plannen.