Binnenland

Turks-islamitische groep rond prediker Gülen blijft ondoorzichtig

Turkse Nederlanders hebben niet het imago dat ze snel radicaliseren, maar wat gebeurt er in het geheim? Critici zijn er zeker van dat er in Nederland in stilte een Turks-islamitisch circuit wordt opgezet, met als doel de islamisering van het land. De grote man in die wereld: de Turkse prediker Fethullah Gülen. Voert hij in Nederland een vijfde colonne aan, of is zijn netwerk volmaakt onschuldig?

Jacob Hoekman
22 June 2013 12:11Gewijzigd op 15 November 2020 04:20
Gülen. Beeld Zaman
Gülen. Beeld Zaman

De zijkanten van hun hoofden raken elkaar even als de vier oude schoolvrienden aan de haven in Istanbul elkaar begroeten, zoals de nieuwe trend van begroeten in Turkije voorschrijft. Bijpratend over gezin, werk en politiek bestijgen de vier veertigers de trappen van een saladerestaurant in Istanbul. Het dakterras biedt uitzicht over de Gouden Hoorn en de Bosporus, die Europa van Azië scheidt.

Op dat terras, terwijl Turkse thee wordt geserveerd, vertelt een van hen hoe hij al jaren de wereld doorkruist om de ideeën van Fethullah Gülen (zie kader) over dialoog en vrede te verspreiden. Een ander heeft jaren in Albanië en China gewoond, waar hij zich inzette voor scholen in de geest van Gülen.

Bescheiden spreken ze over de resultaten daarvan. Leerlingen van die scholen bekleden nu her en der hoge posities, zoals die van ambassadeur in Turkije. Ook de eigenaar van het saladerestaurant waar de vier zitten, is een oud-leerling. Spontaan komt hij bij de vier zitten, terwijl hij meer Turkse thee laat aanrukken. De vrienden laten verder niet onvermeld dat inmiddels in 140 landen ter wereld Gülenscholen te vinden zijn. „Nog maar een paar landen te gaan”, lachen ze quasiserieus.

Toegewijde volgelingen

Het is precies dat soort openheid dat in Nederland vrijwel ontbreekt. Dat komt niet omdat aanhangers van Gülen niet in Nederland te vinden zijn. Integendeel: naar schatting enkele duizenden Turkse Nederlanders weten zich door diens gedachtegoed geïnspireerd. Het probleem is dat ze de link met Gülen maar zelden expliciet maken.

Voorbeelden liggen voor het oprapen. Zo is er in Rotterdam het Cosmicus College, of in Amsterdam het Cosmicus Montessori Lyceum. Officieel zijn beide scholen geen Gülenscholen; ze zijn qua grondslag niet eens islamitisch. Maar tegelijkertijd zijn de Cosmicusinstellingen wel door Gülen geïnspireerd en ook zijn sommige docenten toegewijde volgelingen van de Turkse prediker.

Datzelfde geldt voor tientallen organisaties die de aanhangers in Nederland hebben opgezet. In de meeste gevallen hebben ze zeer algemene namen als De Witte Tulp, Stichting Waterval en Studentenplatform Nederland.

De meeste van die organisaties zijn lid van een koepel die ook al zo’n vrijblijvende naam draagt: de Unie Maatschappelijke Organisaties Nederland. Onder die vlag opereren zeven maatschappelijke verbanden, die op hun beurt weer bijna vijftig andere organisaties vertegenwoordigen – allemaal Turks-islamitisch en geïnspireerd door Fethullah Gülen. Ze hameren allemaal op het belang van samenleven, van maatschappelijke vrede en van de onderlinge dialoog: aspecten die het stuk voor stuk erg goed doen bij beleidsmakers. Maar bijna altijd blijft de inspiratiebron, Gülen, onduidelijk; websites vermelden er zelden wat over.

Die onduidelijkheid geldt ook voor studenten­huizen her en der in het land. Daar is niet eens een website van; het gaat meestal om gewone huizen waar studerende Turkse jongeren die zich aan de op Gülen geïnspireerde regels willen houden, tegen een aantrekkelijk tarief kunnen wonen.

Huiswerkbegeleiding

Zo geheimzinnig als het lijkt, is dat echter allemaal niet, zegt Alper Alasag van het Platform INS, een Rotterdamse organisatie voor de dialoog die regelmatig bijeenkomsten met christenen organiseert en die ook op de leest van Gülen in geschoeid. „Van de school in Amsterdam bijvoorbeeld is Cosmicus wel de initiatiefnemer, maar tegelijk is het een school volgens de principes van het montessorionderwijs. Die hebben niets met Gülen te maken. Dan kun je jezelf niet afficheren als school van Gülen.”

Voor veel organisaties geldt min of meer hetzelfde, zegt hij. „Toen ik zelf in de jaren tachtig naar Nederland kwam, was ik een van de weinige Turkse Nederlanders met een opleiding. Iedereen vroeg aan mij: Wil je mijn kind huiswerkbegeleiding geven? Dat deed je dan. Uit dat soort werk zijn enkele organisaties voortgekomen, waarvan de initiatiefnemers geïnspireerd zijn door Gülen, maar waarbij ook andere mensen betrokken zijn. Ben je dan een Gülen­organisatie?”

Dat zijn organisatie uit zou zijn op islamisering, vindt hij onzinnig. „Gülen preekt al sinds de jaren zestig. Zou hij al die tijd iedereen hebben kunnen misleiden zonder dat dit ooit is aangetoond?”

Een van de organisaties die in Nederland in de geest van Gülen huiswerkbegeleiding en privélessen aanbieden, is de Stichting Waterval in Almere. Op de website wordt een scala aan activiteiten vermeld, variërend van voorlichtingsavonden tot het aanbieden van mentortrajecten. De naam van Gülen wordt niet één keer genoemd, terwijl wel „alle activiteiten” door diens gedachtegoed zijn geïnspireerd, geeft coördinator Eyyub Yazar van Stichting Waterval toe. „Maar Gülen weet er zelf niets van, daarom vinden we het niet echt nodig om dat erbij te zeggen.”

Ook Yazar vindt het erg als mensen denken dat hij de samenleving wil islamiseren, „terwijl wij zelfs docenten hebben die niet-islamitisch zijn. Wij proberen iets positiefs te doen voor de samenleving.”

De coördinator zegt toe te gaan overleggen met het bestuur om voor de helderheid de naam van Gülen wellicht alsnog te vermelden op de website, hoewel hij erkent dat de behoefte aan meer openheid er „al lange tijd” is.

Devoties

Ondanks –of juist door– dit soort verhalen neemt het wantrouwen snel toe. In 2008 lag de Gülenbeweging in Nederland al onder kritiek; enkele maanden geleden was dat opnieuw het geval. De belangrijkste reden: de ondoorzichtigheid. De organisaties hebben het wel over dialoog, maar bedoelen ze eigenlijk niet islamisering? Minister Asscher liet een onderzoek instellen – iets wat overigens ook in 2008 al gebeurde.

Dat eerste onderzoek kwam twee jaar geleden gereed en werd uitgevoerd door islamoloog prof. Martin van Bruinessen van de Universiteit Utrecht. Voor hem is helder dat de beweging niet naar islamisering streeft. De Gülenmensen zien de publieke sfeer „als een plaats van ontmoeting met andersdenkenden”, concludeert hij.

Datzelfde beeld ontstaat in contact met leden van de beweging – ook als dat contact langer duurt. „Vroeger was het voor mij het belangrijkste dat de hele wereld islamitisch wordt”, zegt een van hen in een informeel gesprek. „Maar dat is niet meer zo. Ik hoop en geloof dat ook niet-moslims in de hemel kunnen komen.”

Maar over de achterliggende structuren weet ook Van Bruinessen niet het finale oordeel te vellen. De reden, opnieuw: ondoorzichtigheid. De onderzoekers weten niet of ze echt alles gezien hebben. Wel concluderen ze dat de aanhangers zelf, ondanks de nadruk op dialoog, geen concessies doen aan hun „religieuze overtuigingen en devoties.” Verder stellen ze dat de Gülenbeweging niet alleen een islamitische, maar ook een zeer Turkse beweging is.

Kemalisten

Des te opmerkelijker is het dat ook er in Turkije, de bakermat van de beweging, veel kritiek op de beweging is. Naar Turkije dus, voor een bezoek aan een aantal van de vele Gülenorganisaties in het land. Hoe is die kritiek mogelijk als de volgelingen alleen maar goede moslims willen zijn en streven naar harmonie in de samen­leving?

In zijn kantoor in Istanbul gaat vicevoorzitter Erkam Tufan van de Journalisten- en Schrijversvereniging er eens goed voor zitten. „Voor die vraag heb ik een kwartier nodig”, zegt hij – om een betoog van bijna een halfuur te beginnen. Hij weet waarover hij spreekt: zijn vereniging is een van de twee in de wereld waar Fethullah Gülen in eigen persoon voorzitter van is en geldt als zodanig als een spin in het wereldwijde Gülenweb.

Het relaas van Tufan komt erop neer dat kritiek op Gülen vooral uit seculiere hoek komt – een gevolg van de complexe moderne geschiedenis van het land. Dat verhaal is niet uit de lucht gegrepen. De stichter van het moderne Turkije, Mustafa Kemal ofwel Atatürk, moest niets van religie in het staatsapparaat hebben. Zijn volgelingen, de kemalisten, hadden de touwtjes tot ruim tien jaar geleden nog strak in handen. „Andersdenkenden moesten uit de weg geruimd worden”, zegt Tufan. „Voor Atatürk was die ander allereerst de christen, daarna de gelovige moslim.”

Nu de achterliggende jaren juist de gelovige moslims het staatsapparaat hebben overgenomen –wat voor een deel de huidige rellen in Turkije verklaart– doen de verliezende kemalisten er alles aan om hen zwart te maken, merkt Tufan steeds opnieuw. „De beschuldiging ligt voor de hand: we zouden overal infiltreren. Maar Gülen heeft gezegd: Als de kinderen van dit volk na jaren van onderdrukking nu een plek vinden, is dat een recht – geen infiltratie.”

In het seculiere deel van Turkije, met de roerige geschiedenis waarbij daadwerkelijk lijsten werden aangemaakt van ”de ander”, is dat soort woorden nauwelijks een geruststelling. De angst voor een overheersing van Gülenaanhangers wordt er niet minder van.

Peter Edel, een Nederlander die in Turkije woont en recent een boek schreef over het hedendaagse Turkije, begrijpt die angst wel. „Volgens de critici werkt Gülen ergens naartoe”, zegt hij aan een picknicktafel in de schaduw van een boom bij zijn huis in Istanbul. „De beweging gaat heel erg uit van geleidelijkheid, van stapje voor stapje. Je zou dat zelfs een zoeken naar wereldheerschappij kunnen noemen.”

Niet zuiver islamitisch

Die Turks-seculiere angst voor een islamitische samenzwering houdt niet op bij de landsgrenzen van Turkije. Ook in Nederland zijn het niet zelden seculiere Turken die willen waarschuwen voor Gülen. Met hem ligt de invoering van de sharia op de loer, is de onderliggende boodschap.

Maar hoe gevaarlijk is de beweging nu echt in Nederland? Als het gaat om mogelijke terreur, is het antwoord glashelder: Gülen is niet gevaarlijk, zoals ook de AIVD eerder constateerde. Sterker: salafistische organisaties, die soms wél radicaliseren, hebben doorgaans scherpe kritiek op Gülen. De beweging doet in hun ogen veel te veel water bij de islamitische wijn door zo makkelijk met christenen en niet-gelovigen om te gaan. Niet voor niets is Saudi-Arabië een van de weinige landen waar géén Gülenscholen zijn: die zijn niet zuiver islamitisch in Saudische ogen.

Intussen gaat de organisatievorming in Nederland en in andere landen door, zonder dat duidelijk wordt dat Gülen de drijvende kracht is. Het is precies dat aspect dat zijn volgelingen wordt kwalijk genomen – nog los van de vraag naar het streven naar macht, zoals Peter Edel de beweging verwijt.

Anderen verwijten Edel op hun beurt weer dat hij veel te ver meegaat in de samenzweringstheorieën van de seculiere Turken. Inderdaad moet ook Edel –zelf areligieus en ultralinks– toegeven dat hij geen enkel hard bewijs heeft voor de dubbele agenda van Gülen. „Ik weet zeker dat een groot deel van de beweging volstrekt integer is. Maar of dat voor Gülen zelf geldt, weet ik niet. Waarom wordt er dan zo geheimzinnig gedaan? Als antwoord hoor je vaak dat dit komt omdat de Gülenmensen vroeger vervolgd werden in Turkije. Maar dat geldt nu niet langer, terwijl de geheimzinnigheid blijft. Daardoor roept de beweging dit soort theorieën over zich af.”

Dit is het eerste deel van een tweeluik over de Turks-islamitische Gülenbeweging. Dinsdag het slot.


Wie is Fethullah Gülen?

Hoewel Fethullah Gülen voor veel Nederlanders nog steeds een grote onbekende is, heeft de man wereldwijd miljoenen volgelingen. In Nederland bedraagt dat aantal naar schatting minstens enkele duizenden. Wereldwijd groeit die omvang snel.

Gülen werd in 1941 geboren in het oosten van Turkije en stamt uit een geslacht dat bekendstaat om zijn grote vroomheid. Als jonge twintiger liet Gülen al zien dat organisaties op poten zetten hem prima afgaat: hij richtte een vereniging op ter bestrijding van het communisme. Dat werd een zeer rechtse organisatie.

Iets later, in 1966, werd hij door het Turkse ministerie voor Godsdienstzaken benoemd als prediker en directeur van een Koranschool in Izmir. Daar begint zijn religieuze loopbaan. Gülen weet in Izmir veel Turken aan te spreken en wijst hun de weg naar het licht: voor trouwe moslims is innerlijke toewijding aan Allah het allerbelangrijkst.

Daarbij laat de jonge prediker zich inspireren door Said Nursi, een in 1960 overleden Koerd die sterk was geworteld in de mystieke traditie van de islam. Die traditie is in Turkije eeuwenoud en sterk ontwikkeld, vooral onder de zogeheten soefi’s.

Gülen zet dit „bevindelijke” spoor op zijn eigen manier voort en trekt steeds meer volgelingen. Dat komt onder meer doordat hij anderen niet in een hoek zet en voor zijn volgelingen een weg van tolerantie predikt – hoewel die volgelingen zelf doorgaans zeer nauwgezette moslims zijn.

Voor veel mensen is dat nieuw: kunnen moslims tegelijk nauwgezet én tolerant zijn? Toch is de combinatie van die twee aspecten hét handelsmerk van Gülen – een handelsmerk dat miljoenen Turken aanspreekt.

In Turkije neemt echter ook de tegenstand toe, vooral vanuit seculiere hoek. Het sinds Atatürk op een seculiere leest geschoeide land is beducht voor iedere uitbreiding van islamitische macht. Terwijl binnen en buiten Turkije de organisaties in de geest van Gülen als paddenstoelen uit de grond schieten –vooral op het gebied van onderwijs, media en zaken­leven– wordt de Turkse grond de prediker zelf te heet onder de voeten. In 1999 vertrekt hij naar de Verenigde Staten.

In datzelfde jaar ontstaat de grootste smet op zijn blazoen: in twee video’s die op televisie worden uitgezonden, lijkt Gülen zijn volgelingen ertoe op te roepen om in een rustig tempo te infiltreren in alle belangrijke organen binnen de staat. Zonder confrontaties kan dan na verloop van tijd de macht worden overgenomen.

Critici weten zeker dat Gülen in die video’s –eindelijk– zijn ware gezicht heeft laten zien. Gülen zelf heeft altijd beweerd dat zijn woorden verdraaid zijn doordat er allerlei stukken aan elkaar geknutseld zijn.

In elk geval vindt hij de tijd niet rijp om terug te keren. Nog altijd woont de 72-jarige Gülen in de Verenigde Staten, zonder zijn geboorteland nog één keer te hebben gezien. Zijn invloed is er niet minder om. Eerder dit jaar riep het Amerikaanse weekblad Time hem uit tot een van de honderd meest invloedrijke personen ter wereld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer