Muziek

Gerben Mourik: Geldermalsen geen compromisorgel, wel universeel orgel

Organist Gerben Mourik (32) maakte recent zijn vijfde improvisatie-cd. Hij koos psalmen, gespeeld op het Boogaardorgel in de kerk van de gereformeerde gemeente in Geldermalsen. Vijf vragen.

Evert van Dijkhuizen
21 June 2013 07:56Gewijzigd op 15 November 2020 04:18
Gerben Mourik. Foto Sonja Heimann
Gerben Mourik. Foto Sonja Heimann

Wat heeft u met orgels van Ide Boogaard?

„Ik ken zijn orgel in Hekendorp het best. Dat bespeel ik geregeld ’s zondags. Een instrument met twee klavieren, pedaal en vijftien stemmen. Het klinkt intiem, maar het stáát er wel, dankzij de volledige dispositie en karaktervolle intonatie. Het orgel in Geldermalsen, met 45 stemmen veel groter dan dat in Hekendorp, demonstreerde ik ooit voor collega-organisten. Het is een flexibel instrument waar veel muziekstijlen goed op klinken. Het bovenwerk heeft prachtige strijkers, zoals de Voix Celeste, het hoofdwerk bezit een deftige Mixtuur en heldere Scherp, en de tongwerken klinken breed. Het is geen compromisorgel, wel een universeel orgel.”

2. Hoe bevalt het om over oude psalmmelodieën te improviseren op een modern orgel?

„De psalmen zijn een fantastische inspiratiebron. Je kunt er in alle stijlen mee uit de voeten: van renaissance tot modern. Psalm 9, het openingsnummer van de cd, klinkt oud, Psalm 150, het slot, eigentijds. Daarin herken ik mezelf het meest. Twee jaar geleden improviseerde ik in Geldermalsen deels in de stijl van Asma en Mulder. Toen ik de opnames hoorde, was ik er niet gelukkig mee. Ik ben opnieuw begonnen, op mijn manier.”

3. Welke doelgroep heeft u voor ogen?

„Daar denk ik niet over na. Als ik speel, gaat er een knop om. Uiteraard probeer ik herkenbaar te zijn, tegelijk wil ik de lat nog hoger leggen dan bij de vorige improvisatie-cd. Trouwens, wat is herkenbaar? Ik heb niet de illusie dat iedere orgelliefhebber alles van deze cd mooi vindt. Maar ik zorg er wel voor dat iedere liefhebber kan begrijpen wat ik doe, ook bij een moderne improvisatie zoals over Psalm 150.”

4. De melodie is soms nauwelijks te herkennen in uw improvisaties.

„Ik ben geen organist die tijdens het improviseren de melodie regel voor regel laat horen. In barokstijl gaat dat nog wel, maar als je romantisch of modern improviseert, kost dat te veel tijd. Dan beperk ik me tot een karakteristiek deel van de melodie en laat dat steeds terugkeren.”

5. Wat kan de amateurkerkorganist met deze cd?

„Vroeger speelde ik improvisaties na van lp’s, bijvoorbeeld van Klaas Jan Mulder. Daar lenen mijn improvisaties zich niet voor. Ik hoop dat deze cd organisten inspireert om zelf aan de slag te gaan. Overigens komt er van mij nog één improvisatie-cd uit, eind dit jaar op het Van den Heuvelorgel in Katwijk. Daarna stop ik met improviseren op cd; ook op concerten ga ik me beperken. Ik wil niet in herhaling vallen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer