Politiek

Fragmenten uit verklaring De Graaf

Hieronder volgt een aantal fragmenten uit de verklaring van voorzitter van de Eerste Kamer Fred de Graaf over zijn rol bij de inhuldiging van de koning:

18 June 2013 16:12Gewijzigd op 15 November 2020 04:14

„Het reglement van orde maakt duidelijk dat de voorzitter de leden van een eventuele commissie van in- en uitgeleide in de vergadering uit de leden van de Staten-Generaal benoemt. De voorzitter heeft daarin de vrije hand.”

„Ik heb van meet af aan mijn twijfels gehad over een commissie met alle fractievoorzitters. Ik vroeg mij echt af of een commissie van verwelkoming van het koningspaar bestaande uit 25 leden (voorzitter, 23 fractievoorzitters en een griffier) niet te veel van het goede zou zijn.”

„Uitsluitend om die reden heb ik mijn collega (Tweede Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg, red) daarna gebeld en gezegd: dit gaat niet lukken, laat mij nadenken over een alternatief. Dat heeft even geduurd, omdat er zaken te regelen vielen die op korte termijn aandacht vroegen. In de tussentijd heeft het inhuldigingbureau, in verband met de mogelijkheid dat de fractievoorzitters in de commissie zouden komen, aan de secretariaten van de fractievoorzitters gevraagd of hun cv’s nog actueel waren. De cv’s van de leden van commissies van in- en uitgeleide plegen aan het Hof te worden toegezonden, opdat de leden van de koninklijke familie (in casu de koning en de koningin) weten wie zij ontmoeten. Dat verzoek gold alle fractievoorzitters, en niet alleen de heer Wilders.”

„Uiteindelijk ben ik met mevrouw Van Miltenburg op 5 leden plus griffier uitgekomen. Mijn collega bleef een voorkeur houden voor alle fractievoorzitters, maar ze heeft zich verzoend met de beslissing die ik als eindverantwoordelijke heb genomen. Ik wil benadrukken dat - anders dan gesuggereerd wordt - bij deze omslag van grote commissie naar kleine commissie geen enkele rol gespeeld heeft de wens deze of gene fractievoorzitter buiten te sluiten.”

„Ik merk overigens ook op dat ik in de commissies voor Prinsjesdag zowel in 2011, als in 2012 ook een lid van de PVV heb benoemd.”

„Dat mijn hele beleid bij het samenstellen van de commissie gericht zou zijn geweest op het weren van de heer Wilders, houd ik volstrekt tegen. Als de heer Wilders, gelet op de criteria in samenhang bezien, de voor de hand liggende kandidaat was geweest, dan had ik hem benoemd.”

„Er is veel onzin over deze kwestie geschreven en gezegd. Ik betreur het zeer dat er door anonieme bronnen van alles geroepen wordt, waar ik mij niet tegen kan verweren.”

„Ik heb naar eer en geweten gehandeld, onafhankelijk zoals het een voorzitter betaamt. Vanuit die onafhankelijkheid heb ik in de Eerste Kamer aan de belangen van alle partijen steeds recht proberen te doen. Ook bij de voorbereiding van de verenigde vergadering van 30 april heb ik willen handelen zoals een goed voorzitter betaamt, onpartijdig en zonder vooringenomenheid.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer