De Aob liep vorige week weg uit het overleg met het ministerie en de andere bonden. Volgens de bond mist het ministerie elk gevoel van urgentie. „Natuurlijk heb ik liever dat iedereen meedoet, ook de Aob”, zei Bussemaker. „Het is niet zo dat we geen akkoord kunnen sluiten als er een vakbond afvalt.” Volgens de minister is ook als eens een cao afgesloten zonder dat de Aob daaraan meedeed.

Volgens D66 is dat echter een zwakke uitgangspositie. „Dat moet je bij een nationaal onderwijsakkoord niet hebben”, stelde Kamerlid Paul van Meenen. Hij stelde verder dat de Aob niet zomaar van tafel is gegaan. Ook Jasper van Dijk van de SP zei begrip te hebben voor het vertrek van de bond.

Bussemaker herhaalde dat ze zich niet herkende in de signalen van de Aob. „Ze zijn halverwege het gesprek van tafel gelopen, alle andere partijen bleven zitten”, stelde ze. Ook heeft ze begrepen dat de bond weer wil aanschuiven zodra er concrete voorstellen ter tafel komen waarmee de kwaliteit van het onderwijs kan worden verbeterd.

Het nationaal onderwijsakkoord is bedoeld om de arbeidsvoorwaarden in het onderwijs te moderniseren. Oudere docenten moeten een deel van hun rechten in gaan leveren, een voorstel dat gevoelig ligt bij de bonden. Als het lukt om het akkoord te sluiten, heeft Bussemaker 689 miljoen euro beschikbaar om in het onderwijs te investeren.

De onderhandelingen over het akkoord lopen al zes maanden. Bussemaker kon niet zeggen veel tijd er nog nodig is om eruit te komen. „We voeren constructief overleg. Het moet snel, maar ook zorgvuldig. Dus we nemen zoveel tijd als we nodig hebben”, aldus de minister.