Kleine luchthavens krijgen nieuwe baas
De regionale luchthavens zijn dik tevreden. Een tikje verrast zelfs. Staatssecretaris Schultz van Haegen legt hun toekomst in handen van de provincie. Tegelijk zijn Eelde, Eindhoven, Enschede, Lelystad, Maastricht en Rotterdam een beetje bezorgd over hun nieuwe baas.
De overheid trekt zich steeds verder terug uit de wereld van de regionale luchtvaart. De kleine vliegvelden moeten -in de Relus-plannen- voortaan zelf de broek ophouden. Vanaf volgend jaar vallen ze ook nog eens onder de verantwoordelijkheid van de provincie.
De provinciebesturen moeten eventuele knelpunten in de groeimogelijkheden van een regionale luchthaven wegwerken. Zuid-Holland verstrekt straks de milieuvergunning voor Rotterdam Airport, Limburg doet hetzelfde bij Maastricht-Aachen Airport. Of niet natuurlijk. Want de provincie mag het zeggen. Ook bij het toezicht op de veiligheidsnormen houdt het provinciebestuur een vinger aan de pols.
De redenering van staatssecretaris Schultz is eenvoudig. De provincies zitten met hun neus boven op de luchthavens. „De regio ondervindt de lusten en de lasten ervan. Ze kunnen beter dan de centrale overheid inschatten welke belemmeringen er zijn voor groei.”
Het is daarbij ernst, benadrukte ze gisteren op een congres over regionale luchtvaart in Rotterdam. „We willen geen schijndecentralisatie.” De overheid gooit het roer om. „Schiphol heeft in het verleden bij de discussie over de luchtvaart vrijwel alle aandacht opgeëist.” De zes ’grote kleintjes’ zijn volgens haar ten onrechte „stiefmoederlijk” bedeeld.
De rijksoverheid verdwijnt -uiteraard- niet helemaal uit beeld. Den Haag blijft toezicht houden op de veiligheid van vliegtuigen. De landelijke luchtvaartinspectie blijft daarbij actief in de regio. Bovendien formuleert het Rijk de randvoorwaarden waaraan de regionale velden moeten voldoen.
Staatssecretaris Schultz denkt met dit beleid de knelpunten voor de groei van regionale luchthavens weg te kunnen nemen. Groeimogelijkheden zijn belangrijk, gezien de grote economische betekenis van de kleinere luchthavens voor hun omgeving. „De luchthavenbedrijven geven een impuls aan de economische groei, bieden werkgelegenheid en zijn goed voor de passagiers, die goedkoop kunnen vliegen.”
Zij wil echter geen speciale behandeling voor deze activiteiten. „Regionale luchthavens zijn gewone bedrijven.” Maar mogen de regionale overheden ook financieel bijspringen, wilde een congresganger gisteren weten. „Dat mag”, aldus de staatssecretaris. „De provincie of de regio mag bijdragen of een deel van de exploitatie op zich nemen.”
De voorgenomen decentralisatie heeft plaats tegen de achtergrond van een ingrijpende verschuiving van de luchtvaartactiviteiten in Nederland. De grote burgerluchtvaart concentreerde zich tot voor kort hoofdzakelijk op Schiphol. Hier en daar steeg wel eens een charter- of een vrachttoestel op, maar indrukwekkend waren die aantallen niet.
De komst van prijsbrekers een jaar of drie, vier geleden heeft hier definitief een eind aan gemaakt. Ryanair kiest in principe -en uit principe- voor goedkopere, regionale luchthavens. Daarmee groeit het luchtvaartverkeer in sommige regio’s met sprongen.
Het aantal passagiers op de luchthaven Eindhoven is bijvoorbeeld met 30 procent gestegen door de komst van Ryanair. De passagiersaantallen op Rotterdam Airport -zonder prijsbreker- zijn in dezelfde periode met 17 procent gekelderd. De opmars van prijsbrekers in Nederland is nog niet ten einde. De verwachting is dat er -behalve op Eindhoven, Maastricht en Eelde- nog ergens een prijsbreker zal neerstrijken.
De regionale luchtvaart reageert inmiddels enthousiast op de plannen van de staatssecretaris. „Dit klinkt ons als muziek in de oren”, verklaart A. C. Groeneveld van de Dutch Aviation Group. Ook R. Wondolleck, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Luchthavens en directeur van Rotterdam Airport is tevreden. „Dit is een uitermate realistische houding. We kunnen onze ogen niet sluiten voor het belang van regionale luchthavens.”
Toch ligt daar ook tegelijk een taak voor de luchtvaartsector. „De provincie wordt verantwoordelijk voor de regionale luchthavens. Tot nu toe ben ik niet onder de indruk van hun kennis van de luchtvaart.”