Capitoolreisgids voert langs sporen van Oranjes
Den Haag, Amsterdam, Soestdijk en Apeldoorn. Wie een reis langs de geschiedenis van de Oranjes wil maken, denkt als eerste aan deze plaatsen. In binnen- en buitenland zijn nog meer –verrassende– sporen te vinden. Tineke Zwijgers stelde er de Capitoolreisgids ”In het voetspoor van de Oranjes” over samen.
Het was in het Duitse Bad Arolsen. Zwijgers was er om informatie te verzamelen over het familiepaleis van de Von Waldeck-Pyrmonts: Schloss Arolsen. Daar woonde koningin Emma. „Op de parkeerplaats maakten de fotograaf en ik een praatje met een touringcarchauffeur. Hij zei: „Jullie moeten ook naar Waldeck gaan. Daar staat boven op een berg een kasteel met een mooi uitzicht over de Edersee.” Dus wij ernaartoe. En inderdaad, het was prachtig. Een soort sprookjeskasteel. Op het stamslot van de Waldeck-Pyrmonts hingen foto’s van koningin Emma en koning Willem III. In het kasteel zit een goed hotel. Daar hebben we ook nog geslapen. Al met al was het een onverwachtse vondst.”
Zwijgers vertelt het verhaal als een voorbeeld. Tijdens een reis kan een toerist zomaar tegen mooie, nieuwe dingen aanlopen. Dat overkwam reisgidsschrijver Zwijgers meerdere keren. „Dat geeft je reisgidsen iets extra’s.”
Koninkrijk
Het idee om een reisgids langs de sporen van de Oranjes samen te stellen ontstond een paar jaar geleden. „De directe aanleiding was de viering van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden, die later dit jaar van start gaat. De herdenking leidt tot veel tentoonstellingen en publicaties. Dat leek mij een mooi moment voor deze reisgids.”
Zwijgers had geluk toen in januari daar de mededeling van koningin Beatrix over haar terugtreden bij kwam. „Beter kon de timing niet zijn. Ik kon in de inleiding nog de troonswisseling verwerken.”
Keizer
De reisgids gaat voor ongeveer de helft over Nederland. Natuurlijk over Den Haag en Amsterdam met hun paleizen, Delft met de koninklijke grafkelder, maar ook over Willemstad, Veere en Middelburg. „Veel daarvan is bekend, maar ze mogen niet ontbreken in deze gids.”
Ook minder bekende Oranjesporen komen aan bod, zoals Kasteel Amerongen en Huis Doorn, waar keizer Wilhelm II woonde na de Eerste Wereldoorlog. „Ik vind het interessant bijzondere feiten te vermelden. Niet veel mensen weten bijvoorbeeld dat de Duitse keizer zich Prins van Oranje liet noemen.” In het verleden is er een familieconnectie.
Meer oostelijk reisde Zwijgers naar de Veluwse Kroondomeinen en Paleis Het Loo bij Apeldoorn. „Gebouwd in opdracht van stadhouder Willem III. Een heel interessante figuur. Veel bezoekers weten niet dat hij koning van Engeland is geweest.”
Wat vindt u de interessantste Oranjesporen in Nederland?
„Verrassend voor mij waren de Drentse veenkolonies, zoals Frederiksoord, en ook het gevangenisdorp Veenhuizen. Mensen kregen daar weer een kans of ze zaten er vast in de cel. De Oranjes hebben daar veel betekend. Het zijn nog steeds prachtige plekjes.”
Zwijgers beschrijft ook het geheimzinnige verhaal over twee weeskinderen die de naam Der Nederlanden meekregen en door een onbekende rijke man van middelen werden voorzien. „Algemeen wordt aangenomen dat het om bastaardkinderen van koning Willem II ging.”
Bakermat
Zwijgers stak ook de grens over. In vier landen ging ze op zoek naar plaatsen die het verhaal van de Oranje-Nassaus vertellen: Duitsland, België, Luxemburg en Engeland. „Frankrijk heb ik laten liggen. Daar heb je eigenlijk alleen Orange. Daar is weinig te vinden.”
Belangrijkste land is Duitsland. „Dat is de bakermat van de familie”, zegt Zwijgers. „Willem van Oranje werd in 1533 geboren op de Dillenburg en zijn familie bezat veel land in de omgeving. In de loop der eeuwen trouwden tal van Oranjes met Duitse partners. Van Berlijn tot Braunfels en van Bad Pyrmont tot Weimar: op vele plekken zijn sporen te vinden.”
In Duitsland springen Oranienbaum en Oranienburg er voor Zwijgers uit. Oranienburg ligt ten noorden van Berlijn, Oranienbaum ten zuiden ervan. „Deze twee mooie buitens zijn allebei gebouwd door dochters van prins Frederik Hendrik. Zij waren tegen hun zin uitgehuwelijkt aan strategisch gekozen huwelijkskandidaten. Deze vrouwen wisten echter van aanpakken. Het waren krachtige persoonlijkheden.”
Zij namen Nederlandse ambachtslieden en watermanagementdeskundigen mee. „Oranienbaum ligt bij de rivier de Elbe. De Nederlandse prinses richtte het landschap rond het paleis heel Hollands in. Dat kun je nog zien. Het lijkt er op een Nederlands polderlandschap.”
In Oranienburg merkte Zwijgers dat de Duitsers „gek zijn van de Oranjes.” „In de winkeltjes zijn kaarten van Máxima en de prinsesjes te koop. De Duitsers hebben zelf geen koningshuis meer. Vanwege het vele Duitse bloed van de Nederlandse koninklijke familie zien ze die als een beetje van hen.” Meer westelijk, bij Koblenz, is ook nog een Oranienstein te vinden. Dat slot werd gebouwd door weer een andere dochter van Frederik Hendrik.
Dillenburg
Dillenburg krijgt extra aandacht in de reisgids. „Het kasteel waar Willem van Oranje is geboren, daar kun je niet omheen. In het museum in de toren van de burcht is veel over de historie van de Nassaus te vinden. Buiten staat een standbeeld van Willem van Oranje. In de stadskerk van Dillenburg liggen zijn ouders begraven.”
Niet groot, maar wel bijzonder is de Laurenburg, ten oosten van Koblenz. „Dit is de stamburcht van de Nassaus. De bewoners van de Laurenburg mochten in 1124 een burcht bouwen in Nassau en waren vanaf kort daarna de graven van Nassau. De Laurenburg was zwaar in verval. In de jaren tachtig knapte een particulier de ruïne helemaal op. Op de toren wappert nu onder meer de Nederlandse vlag.”
Leeuw
In België en Luxemburg vond Zwijgers ook veel Oranjesporen. „Steden, dorpen, burchten, kastelen en paleizen herinneren er aan de eeuwenlange aanwezigheid van de Oranjes. In Brussel zijn de fundamenten van het voormalige keizerlijk hof te zien. Daar verbleef Willem van Oranje. Jonger is het Koninklijk Paleis in de Belgische hoofdstad. Dat werd gebouwd door koning Willem I, toen België nog bij Nederland hoorde.”
Twee pagina’s wijdt Zwijgers aan Waterloo, de plaats waar de latere koning Willem II in 1815 zijn eretitel ”held van Waterloo” verwierf in de strijd tegen Napoleon. „Een enorme leeuw op een heuvel herinnert aan die slag. Waarschijnlijk was het een reactie op de Pyramide van Austerlitz, die de Fransen kort daarvoor tussen Zeist en Woudenberg in de bossen hadden laten bouwen.”
De reis van Zwijgers gaat verder. Langs het Oranjestadje Diest, de citadel van Namen en het kasteel van Vianden met zijn vele portretten van de Oranjes. De Beneluxtoer eindigt in de stad Luxemburg. „De huidige groothertog van Luxemburg is ook een Nassau, dat moeten we niet vergeten.” Bij elke stad schetst Zwijgers in de fotorijke reisgids de historische context. Kadertjes met achtergronden verrijken het geheel.
Verrassend is dat ook de Wartburg in de gids staat. Het kasteel waar de reformator Maarten Luther zat ondergedoken en aan de Bijbelvertaling werkte, was erg geliefd bij prinses Sophie (1824-1897). „Zij was de enige dochter van koning Willem II en koningin Anna Paulowna. Zij was getrouwd met groothertog Carl Alexander. De prinses kwam graag in de robuuste zomerresidentie van de familie van Saksen-Weimar-Eisenach”, zegt Zwijgers. Zoals de Wartburg er nu uitziet, is hij voor een groot deel vormgegeven door Sophie en haar man.
Aan het einde van de gids steekt Zwijgers de Noordzee over. Engeland vond zij te interessant om te laten liggen. „Daar zijn vooral sporen van stadhouder-koning Willem III te vinden. „Die stak in 1688 de Noordzee over voor de Glorious Revolution. Hij en zijn vrouw Mary werden toen koning en koningin van Engeland. Ze liggen begraven in de Westminster Abbey te vinden.”
In Londen zijn ook de plaatsen terug te vinden waar koningin Wilhelmina en prins Bernhard tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven.
Langs die plaatsen stelden Zwijgers en fotograaf Dorien Koppenberg een wandelroute samen die in het boek is opgenomen. Meer wandelroutes zijn te vinden op hun gezamenlijke site oranjewandelingen.nl, waar de twee ook meer achtergronden en (actuele) tips geven.
”In het voetspoor van de Oranjes. Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Engeland. Geschiedenis, Wandelroutes, Cultuur”, door Tineke Zwijgers; uitg. Unieboek, Houten/Antwerpen, 2013; ISBN 978 9000 30818 7; 192 blz.; € 25,-.