Leider Japanse sekte ontkent gifgasaanval
De advocaten van Shoko Asahara, de geestelijk leider van de Japanse Aum-sekte, hebben in hun slotpleidooi gezegd dat hun cliënt onschuldig is aan de hem ten laste gelegde feiten.
Tegen Asahara is de doodstraf geëist onder meer wegens zijn aandeel in de aanslag met het gifgas sarin op de metro in Tokio in 1995. Daarbij vielen twaalf doden. In totaal wordt hij beschuldigd van de dood van 27 mensen en de organisatie van verscheidene aanslagen.
Het proces tegen Asahara, wiens echte naam Chizuo Matsumoto is, duurt al zeven jaar. Volgens zijn advocaten had hij wel de geestelijke leiding over de sekte, maar draagt hij geen verantwoordelijkheid voor de criminele daden van zijn volgelingen.
Asahara verscheen donderdag voor de rechtbank, maar sprak geen woord. Hij hult zich al sinds 1998 in stilzwijgen. Hij heeft tegengesproken dat hij het brein is achter de aanslag met sarin op de metro in de Japanse hoofdstad. De uitspraak in zijn zaak volgt waarschijnlijk pas in februari.
De tweede man van de sekte, de arts Tomomasa Nakagawa, is woensdag ter dood veroordeeld. Hij zou tussen 1989 en 1995 in totaal 24 mensen hebben vermoord. In totaal is nu aan tien prominente leden van de sekte de doodstraf opgelegd. Geen van hen is tot nu toe geëxecuteerd.
De sekte werd in 1987 opgericht en telde ooit 15.000 volgelingen. Aum Shinrikyo verklaarde dat het eind van de wereld nabij was en dat de sekte zich moest bewapenen in geval van calamiteiten.
De cult bestaat nog steeds, maar heeft haar naam veranderd in Aleph. Ze zeggen nu een welwillende religieuze organisatie te zijn. De politie houdt de groep nog steeds scherp in de gaten.