Kerk & religie

„In Jona zag Luther zijn eigen leven terug”

„Luther heeft in het Evangelie de genadige God ontdekt. Aan die heilzame ontdekking is wel een zoeken voorafgegaan.” Dat zei ds. J. M. J. Kieviet, christelijk gereformeerd predikant te Rotterdam, donderdagavond tijdens een hervormingsavond in de Jeruzalemkerk te Rotterdam-Kralingen.

Van een medewerker
31 October 2003 10:28Gewijzigd op 14 November 2020 00:41

Ds. Kieviet sprak over Luthers uitleg van het boek Jona. „Luther schreef die uitleg in 1526, tijdens de Boerenoorlog. In die oorlog zag hij de macht van de boze. De aanvechting van de boze voelde hij persoonlijk op hem gericht. Luther zag zich met Jona ondergedompeld in de zee, ten dode opgeschreven.”

Volgens de Kralingse predikant heeft Luthers uitleg van het boek Jona iets autobiografisch. „In Jona zag Luther zijn eigen geschiedenis. Ook hij kende de storm in zijn leven. Ook Luther voelde zich door het lot aangewezen als schuldige. Ook hij moest overboord”, zei ds. Kieviet.

Luther ziet in de belijdenis van Jona drie aspecten. Hij neemt de schuld voor eigen rekening, hij ervaart dat de straf op de zonde de dood is en dat hij de toorn van de heilige God heeft verdiend door zijn zonde.

Volgens de predikant heeft Luther zijn uiterste best gedaan om onberispelijk te leven. „Maar steeds weer stuitte hij op de gerechtigheid Gods. Ergens zegt hij dat hij dat woord haatte”, zei ds. Kieviet. „Hij had echter geen gerust geweten. Totdat voor hem het licht opging en hij zag dat zijn behoud niet lag in zijn eigen gerechtigheid, maar in die van een barmhartig en genadig God. Zo kwam hij als een uitgewerkte zondaar aan de voeten van Jezus terecht.”

De Kralingse predikant wees erop dat die heilzame ontdekking van een genadig God voor niemand anders is dan voor een geheel verloren zondaar. „Is Luthers ontdekking ook uw ontdekking?” Ook stelde hij de vraag wat een geschonken gerechtigheid voor waarde heeft als er van een geëiste gerechtigheid niet geweten wordt. „Dit Evangelie wordt voor ons werkelijkheid in de weg van de schrik des Heeren”, zei hij.

„In zijn nood roept Jona de Heere aan. Die raad geeft Luther aan allen die in nood zijn. Die nood is dan ten diepste geen nood meer. In het nochtans van het geloof grijpt hij God aan. Midden in de dood, aangegrepen door de schrik des Heeren, grijpt Jona zich vast aan Hem Die het leven is. Is die worsteling van Jona en van Luther ook de uwe?”

Ds. B. L. C. Aarnoudse vergeleek Luthers ontdekking van Gods gerechtigheid met wat Calvijn daarover zegt in zijn uitleg van Psalm 130: „Bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.” „De vreze des Heeren is een groot goed. Als u de Heere vreest, bent u een gelukkig mens”, aldus de christelijke gereformeerde predikant uit Meerkerk.

Volgens hem was het licht dat voor Luther in het Evangelie opging geen ander licht dan voor Calvijn. „Calvijn zegt dat we de vreze des Heeren alleen maar deelachtig worden als we ons laten gezeggen door het Woord van God”, zei de predikant.

Hij wees erop dat dit niet buiten het geloof in Christus omgaat. „Dat heeft zowel Luther als Calvijn geleerd. Alleen bij de Heere is vergeving. Hij schenkt die niet door het luikje van een biechtcel, maar in Zijn Zoon, onze Heere Jezus Christus. Als we Hem deelachtig zijn, dan kennen we een leven in de vreze des Heeren. Dat is een leven dat hem volgt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer