Holdijk (SGP) bevestigt lezing Kamervoorzitter De Graaf
Senator Holdijk van de SGP bevestigt de lezing van Eerste Kamervoorzitter De Graaf over de commissie van in- en uitgeleide. Hij was niet op de hoogte van een eventueel probleem.
„Ik ben inderdaad twee keer gebeld. In het tweede telefoontje gaf De Graaf aan dat er, met de bemensing van de commissie, een probleem was, dat opgelost zou kunnen worden als ik niet in de commissie zou komen. Nu ja, als ik ergens bij kan helpen, doe ik dat graag. Ik hecht helemaal niet aan dat soort dingen. Ik heb, als ik me goed herinner, ook niet doorgevraagd naar wélk probleem er dan opgelost zou worden.”
Bij de selectie van parlementariërs speelde de anciënniteit van Eerste en Tweede Kamerleden een grote rol. Vandaar dat in de Senaat SGP’er Holdijk boven aan het lijstje stond –met 8345 dagen was hij van beide Kamer met afstand de langst zittende– en dat op het lijstje van Tweede Kamerleden de naam van SGP’er Van der Staaij voorkwam. Uiteindelijk heeft De Graaf ervoor gekozen, zo schrijft hij, om Holdijk, die hij aanvankelijk al voor de commissie had gevraagd, opnieuw te benaderen, maar nu met het verzoek of hij bereid was Van der Staaij voor te laten gaan. Holdijk „had daar geen enkel probleem mee”, schrijft de voorzitter van de Eerste Kamer.
Zou Holdijk wél en Van der Staaij níét in de commissie zijn gekomen, dan was van de Tweede Kamerleden hetzij Arib (PvdA) hetzij Wilders in aanmerking gekomen voor deelname. Maar „aan het in overweging nemen van mevrouw Arib of de Wilders ben ik dus niet toegekomen”, schrijft De Graaf.
De Graaf ontkende woensdagavond per brief dat hij met opzet PVV-leider Wilders op 30 april uit de commissie van in- en uitgeleide gehouden zou hebben.