„Westen vergeet verdrukte christen”
Hana Hagos Asgedom, Paulos Iskander, Gasir Mohammed Mahmud: enkele van de duizenden namen van christenen die in de afgelopen jaren werden opgepakt, gemarteld, soms zelfs gedood. Drie Amerikanen schreven een boek over hen, zodat ze niet worden vergeten.
Christenvervolging is geen thema in welvarende westerse landen. Christenen kunnen daar in vrijheid naar de kerk gaan. Ze hoeven niet om zich heen te kijken of iemand het ziet als ze de Bijbel lezen. „De meesten van ons weten totaal niets van het lijden van onze broeders over de hele wereld”, schrijft Eric Metaxas, bekend van een onlangs uitgekomen biografie over Bonhoeffer, in het voorwoord van ”Persecuted. The global assault on christians”.
Het gedetailleerde boek over christenvervolging wereldwijd kwam dit voorjaar uit onder verantwoordelijkheid van het Center for Religious Freedom van het Hudson Institute. De auteurs zijn verbonden aan deze conservatieve denktank in Washington.
Volgens het boek zijn westerse landen ondergedompeld in een seculier en links denken. Opkomen voor christenen herinnert aan de zendingsdrang uit het koloniale tijdperk. In zo’n beeld passen geen christenen als slachtoffers.
De politiek bekommert zich wel af en toe om vervolgde christenen, maar de schrijvers hekelen het wegkijken. Aan aanslagen op Egyptische kopten of Nigeriaanse christenen gaat het Witte Huis voorbij. Of de overheid verzwijgt de christelijke achtergrond van vervolgden. „Misplaatst multiculturalisme”, wordt dat in het boek genoemd.
Kerken kijken te vaak dezelfde richting uit als de overheid, constateren de auteurs. Het ontbreekt ze vaak aan kennis van christenvervolging in andere landen.
Het boek vertelt een ander verhaal over de vervolgde kerk. Van de tien landen met de meeste christelijke inwoners behoren er slechts twee tot het Westen: de Verenigde Staten en Duitsland. In China wonen de meeste christenen. Ook Nigeria telt miljoenen christelijke inwoners. Juist in deze landen worden christenen vervolgd. In Nigeria werden het afgelopen jaar de meeste christenen gedood.
Het boek leest als een pleidooi voor godsdienstvrijheid in elk land. Het eindigt met een oproep om zich in te zetten voor verdrukte christenen. Want individuen kunnen de koers van kerken en staten veranderen. De Amerikaanse rooms-katholieke aartsbisschop C. J. Chaput vult vanuit een doordenking van het christelijk geloof aan: „We kunnen zelf niet de loop van de wereld veranderen. Dat is ook niet onze taak. Onze roeping is te accepteren dat God ons wil veranderen. En dan wil God door ons anderen en de wereld veranderen.”
De aartsbisschop signaleert een wereldwijde crisis op het gebied van religieuze vrijheid. Christenen dienen schouder aan schouder te staan. „Er wordt geleden door mannen, vrouwen en kinderen die behoren tot de familie van Jezus Christus. Christenen in het Westen: ze behoren tot onze familie, onze kerk, het zijn onze broers en onze zusters. Als we hen negeren, negeren we onze eigen doop.”
”Persecuted. The global assault on christians”, Paul Marshall, Lela Bilbert, Nina Shea; uitg. Thomas Nelson, Nashville, 2013; ISBN 978 1 4002 0441 0; 405 blz.; € 13,99.
Veel daders, veel oorzaken
Christenvervolging is geen wereldwijde gecoördineerde aanval op christenen, stelt het boek ”Persecuted. The global assault on christians”. Vervolging heeft veel daders en veel oorzaken.
Van alle godsdiensten is het christendom het meest aan vervolging onderhevig. En die vervolging is de afgelopen jaren in veel landen toegenomen. Christenen worden vervolgd in communistische en postcommunistische landen omdat ze de politieke orde zouden ondermijnen. Ze worden verstoten in nationalistische staten met een hindoeïstische of een boeddhistische bevolkingsmeerderheid. In onder meer Birma en Eritrea, waar geen sterke overheid is, zijn christenen een speelbal van militairen of rivaliserende groepen. Verreweg de meeste christenen worden vervolgd in islamitische landen.