„Het werkelijke aantal gevallen is lastig vast te stellen”, zei directeur W. H. Heenck vrijdagmorgen. „Enkele tientallen kinderen zijn ziek thuis, maar of ze allemaal mazelen hebben, weten we niet, want de verschijnselen van de ziekte lijken in het begin veel op die van griep.”

De eerste signalen van de ziekte kreeg de reformatorische school, die zowel uit het Land van 
Heusden en Altena als uit de Bommelerwaard leerlingen betrekt, op de maandag na de pinkstervakantie. „We hebben daarover direct contact gehad met de 
GGD West-Brabant. Vorige week 
is er een brief naar de ouders 
gegaan en gisteren een tweede.

We adviseren de ouders hun kinderen goed te laten uitzieken, omdat mazelen bij complicaties niet ongevaarlijk zijn en ook omdat kinderen nog steeds besmettelijk zijn als ze weer wat beter worden. In de brieven en ook op school leggen we extra nadruk op hoest- en niesdiscipline: we wijzen de kinderen erop dat ze zo veel mogelijk een doekje moeten gebruiken en hun handen moeten wassen.”

Buiten het voedingsgebied van de school is de ziekte voor zover bekend nog niet vastgesteld. „Van collega-scholen heb ik nog niet gehoord dat daar ook gevallen geconstateerd zijn”, zegt Heenck.

Volgens gezondheidsdienst GGD is sprake van dezelfde variant van mazelen als recent in Engeland is geconstateerd. „We weten echter niet van leerlingen van onze school die recent in Engeland zijn geweest. Wel zijn leerlingen van de Gomarusscholengemeenschap in Gorinchem daar op werkweek geweest.”

De Ds. Gisbertus Voetiusschool kreeg gisteren meerdere media over de vloer. „Hun reportages zijn objectief, maar de reacties die er op internet onder worden geplaatst, getuigen soms van onbegrip en onverdraagzaamheid.” Dat betreft met name het feit dat naar schatting meer dan de helft van de leerlingen van de school niet is ingeënt. „We hebben dat niet geregistreerd, dus het werkelijke percentage weten we niet.”

Heenck merkt onder de ouders geen grote verontrusting. „Je constateert bij jezelf wel dat je extra bezorgd bent over je leerlingen. Je hoopt dat zich geen ernstige gevallen voordoen.”