Politiek

Enquête zwaarste middel van parlement

DEN HAAG (ANP). De parlementaire enquête is het zwaarste onderzoeksinstrument van het parlement om de waarheid over een kwestie boven tafel te krijgen. Een enquêtecommissie bestaande uit Kamerleden kan getuigen dagvaarden en onder ede te verhoren. Ze bezit zelfs de macht om onwillige personen te gijzelen. De enquête naar de Fyra wordt de 19e sinds de Tweede Kamer het recht hiertoe met de Grondwet van 1848 kreeg.

4 June 2013 15:36Gewijzigd op 15 November 2020 03:57

De Wet op de parlementaire enquête uit 1977 biedt tevens de mogelijkheid om zittende bewindslieden te horen. De wet schrijft verder voor dat de verhoren in principe openbaar zijn. De eerste enquête werd in 1852-1853 gehouden en onderzocht de accijns op zout. Momenteel is een enquête gaande naar de woningcorporaties. Die commissie wordt geleid door PVV-Kamerlid Roland van Vliet.

Ook de Eerste Kamer en de Verenigde Vergadering van Eerste en Tweede Kamer kunnen tot een parlementaire enquête besluiten. Noch de Senaat noch de Verenigde Vergadering heeft daar echter ooit toe besloten.

Een minder krachtig middel waarbij de Kamer de regie in handen heeft, is een parlementair onderzoek. Ook dit instrument is bedoeld om een zaak tot de bodem uit te zoeken. Formeel is er in de wet niets geregeld voor deze commissies, ze hebben geen speciale bevoegdheden. Daardoor kan het moeilijker worden om vertrouwelijk informatie boven tafel te krijgen.

De getuigen hebben juridisch gezien veel meer ruimte dan bij een enquête. Net als bij een enquête komt er pas een onderzoek als er een meerderheid in de Kamer voor is.

Sinds 1994 zijn het de zogenoemde ‘tijdelijke commissies’ die het onderzoek verrichten. In de regel komt een commissie met een rapport en volgt hierover later een debat in de Kamer. Het kabinet hoeft de conclusies niet over te nemen. De afgelopen decennia is er geregeld een parlementair onderzoek gehouden.

In 1875 vond het eerste parlementaire onderzoek plaats over kiezersknoeierijen in Elst. Afgelopen april presenteerde de laatste onderzoekscommissie haar conclusies. Het betrof de ‘tijdelijke commissie huizenprijzen’ onder voorzitterschap van Kees Verhoeven (D66) die 20 jaar stijgende huizenprijzen had onderzocht.

De commissie hield hoorzittingen en rondetafelgesprekken met deskundigen, betrokkenen, wetenschappers, belangenorganisaties en bouwbedrijven. Een deel van het onderzoek is gedaan door een extern bureau.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer