Nationalisten starten mars
Duizenden hindoe-kluizenaars en sympathisanten zijn maandag vanuit de Indiase stad Ayodhya vertrokken naar de oostelijker gelegen hoofdstad New Delhi.
Met hun mars willen zij de regering onder druk zetten om toestemming te geven voor de bouw van een hindoe-tempel op de plaats van een verwoeste zestiende-eeuwse moskee. Ayodhya is het centrum van een van India’s bitterste religieuze conflicten.
De tempel moet worden opgetrokken op betwiste heilige grond in Ayodhya, in de deelstaat Uttar Pradesh. In 1992 verwoestten duizenden hindoe-nationalisten de Babri-moskee. Daarop braken er extreme gewelddadigheden uit tussen hindoes en moslims die in heel India aan 2000 mensen het leven hebben gekost. De duizenden hindoe-kluizenaars uit heel India willen hun argumenten met de mars naar de hoofdstad kracht bij zetten. Steenhouwers werken zich ondertussen vast door een berg marmeren platen heen die in de buurt van Ayodhya liggen opgeslagen. De organisatoren van de campagne hebben gezegd dat de bouw van de tempel op 12 maart van start zal gaan.
Voorzitter Ashok Singhal van de Wereld Hindoe Raad (VHP), die de mars heeft georganiseerd, zei dat de regering de campagne niet moet onderschatten. „Als wij de Babri-moskee in acht uur konden neerhalen, kunnen we alles.” De karavaan met ongeveer honderd voertuigen werd toegejuicht door duizenden mensen langs de kant van de weg. Het normale verkeer werd tegengehouden door troepen van de oproerpolitie.