Zendingsechtpaar Steenbergen draagt werk Roemenië over aan plaatselijke evangelisten
WAARDER. Gerrit en Elly Steenbergen werden in 1999 uitgezonden naar Roemenië. Door een herseninfarct moest Gerrit in 2009 het werk van de ene op de andere dag loslaten. Binnenkort nemen Roemeense evangelisten hun werk over.
Sinds 2009 gaat het echtpaar uit het Zuid-Hollandse Waarder iedere twee maanden terug naar het land waar ze tien jaar woonden. In de maanden juli en augustus leiden ze er kinderkampen en dragen ze werkzaamheden over. Met steun van de hervormde gemeente in Waarder, de stichting Hulp Oost-Europa en de vriendengroep Oltenia bedreef het echtpaar evangelisatiewerk voor de Roemeens-Evangelische Kerk (BER).
Steenbergen stichtte zes gemeenten in het Oost-Europese land. Daarnaast evangeliseerde hij op scholen, in gevangenissen en onder zigeuners. Hun huis in Oltenia functioneerde als missiepost, die beheerd werd door zijn vrouw. Mensen konden er terecht voor „eerste hulp, kinderwerk en een opwekkend woord uit de Bijbel.”
Tot Steenbergen in 2009 een herseninfarct kreeg. Hij raakte gedeeltelijk verlamd en kan slechts met grote moeite lopen. Het echtpaar moest terug naar Nederland en woont nu in een aangepaste woning in Waarder.
Terugkijkend hebben ze „veel om dankbaar voor te zijn”, maar „er zijn ook veel zorgen.” Dankbaar zijn ze voor wat ze hebben mogen doen en voor wat er „dankzij Gods genade” bereikt is. Elly vertelt hoe ze met Pasen in Gruia –een van de zes gemeenten– waren en zagen hoeveel dingen er veranderd zijn. „Vroeger was het in de huizen een bende, maakten de mensen ruzie en schopten ze hun kinderen de straat op. Nu zorgen de vrouwen goed voor hun huis en voor hun kinderen, houden de mannen en de vrouwen van elkaar en lezen ze in de Bijbel. We zagen mannen, die er gescheiden van de vrouwen zitten, in de kerk verliefd naar hun vrouwen kijken.”
Haar man vertelt over iemand die bekendstond als ”Tarzan” en berucht was in het dorp. Totdat hij een evangelisatiebijeenkomst bezocht en tot bekering kwam. Hij verliet zijn oude leven en vroeg vergeving aan de mensen die hij pijn gedaan had. Zijn vrouw, die hem eerst uitlachte, is ook tot geloof gekomen. „Nu is het een modelgezin, maar wel een modelgezin in de goot. Ze hebben het arm en de gevolgen van zijn vroegere leven blijven zichtbaar. Hij groeit wel in geloof, maar –vanwege de grote hoeveelheden alcohol die hij in zijn jeugd dronk– niet in kennis.”
Heel positief is het echtpaar ook over de jongeren uit Nederland die in de zomer op werkvakantie kwamen. „De levens van diverse jongeren zijn hierdoor veranderd.” Verder noemt het gevangenen die onder bewaking naar de kerk mogen om een dienst bij te wonen, en de zigeuners die „zo dankbaar” waren dat de evangelisten hen trouw opzochten.
Materialisme en bijgeloof
Er is ook een andere kant. „Sinds omstreeks 2007, toen Roemenië toetrad tot de Europese Unie, heeft het materialisme het land overspoeld. Veel mensen worden in beslag genomen door televisie, internet en mobiele telefoon. Verder bestaat er het gevaar dat mensen tevreden zijn met zoals het is, en niet groeien in het geloof.”
Als een andere verleiding voor de jonge gemeenten noemt Steenbergen het bijgeloof, dat in Oltenia „heel sterk aanwezig is. De bevolking is wel lid van de Orthodoxe Kerk, maar mensen weten bijna helemaal niets van de Bijbel.” Zogenaamd heilig water en brandende kaarsjes moeten kwade geesten op een afstand houden. Kinderen lopen met een rood bandje om hun arm, dat hen moet beschermen tegen het „boze oog.”
Het echtpaar is verheugd dat drie evangelisten uit de plaatselijke bevolking het werk gaan voortzetten. Steenbergen hoopt dat hun huis in Oltenia als missiepost behouden kan blijven. Hij eindigt niet in mineur. „God heeft ons werk gezegend. We zullen het ook verder aan Hem overlaten.”