Bussemaker wil meer zingeving op school
AMSTERDAM. Minister Bussemaker van Onderwijs vindt de kwaliteit van leerkrachten „waanzinnig belangrijk.” Leraren moeten een betere opleiding krijgen. Daarbij gaat het om meer dan taal en rekenen. Ze moeten ook bezig zijn met waarden en normen „Dat kan ingebed zijn in religieus onderwijs, maar niet alleen daarin.”
Het gebeurt niet vaak dat een minister van Onderwijs hardop nadenkt over de betekenis van zingeving op scholen. Afgelopen zaterdag was Bussemaker te gast bij de Banning Werkgemeenschap voor de PvdA, van oorsprong een groep christenen in de PvdA die reflecteert op zingevingsvragen. De bijeenkomst, die in de Rode Hoed –de voormalige schuilkerk van de remonstranten te Amsterdam– plaatsvond, ging specifiek in op zingeving op scholen.
De religieuzen in de PvdA willen graag van hun partijgenoot weten of zij ook vindt dat de scholen aan belang winnen bij de vorming van kinderen. Verder wat de rol van de leerkracht moet zijn bij zingeving en of er in de onderwijsdoelen meer aandacht moet zijn voor waarden en normen die vervolgens door de inspectie worden getoetst.
Bussemaker begint met te vertellen dat ze zelf op geen enkele wijze religieus is opgevoed en dat ze niet gelovig is. „Zingeving pak ik dan ook breder op dan alleen religie.”
Zingeving in het onderwijs staat voor de minister op zich niet ter discussie. „Onderwijs leidt niet alleen op voor winst, maar ook voor burgerschap. Waar leven we voor, waar komen we vandaan? Daarin spelen symbolen, geschiedenis en geloof een belangrijke rol.”
Bussemaker vindt het wel belangrijk dat kinderen op scholen niet alleen worden geconfronteerd met hun eigen waarden. „Dat vind ik voor mijn dochter in ieder geval heel belangrijk.” Maar voor waardeontwikkeling zijn niet alleen scholen belangrijk, ook ouders, sportclubs, muziekscholen en andere naschoolse activiteiten spelen daarin een rol, zo stelt de minister.
Het opstellen van concrete regels op scholen vindt Bussemaker een goede suggestie. „Openbare scholen nemen soms het Bijbelse getal tien over voor hun leefregels. Dat is prima, maar als sociaaldemocraten de regels hadden moeten maken, waren het er vast meer dan tien geweest.”
Uiteindelijk staat of valt het alles met de kwaliteit van de leerkracht voor de klas: „Die is waanzinnig belangrijk.” Leraren moeten volgens de minister veel meer oog hebben voor waarden. „Dat moet gebeuren bij alle vakken. Ze moeten leerlingen bijbrengen dat er meer is dan nullen en enen. Kinderen moeten leren nieuwsgierig te zijn naar de leefwereld van anderen.”
Bussemaker ziet graag een open cultuur in een klas waarbij alles te sprake kan komen. „Bestaat God? Waarom is er oorlog? Waarom sterven jonge mensen?”
Over aanscherping van kerndoelen als het gaat over waarden en normen en de controle daarop van de Onderwijsinspectie, is de minister kort. Daar ziet ze helemaal niets in. De inspectie controleert alleen harde feiten.
Met dat laatste is GroenLinkssenator Ganzevoort het niet eens, zo blijkt uit zijn lezing waarin hij op die van de minister reageert. „Als de Onderwijsinspectie alleen harde criteria toetst, dan gaan de scholen hun onderwijs ook zo organiseren. Als we meer zingeving op scholen willen, dan moet de inspectie daar ook naar kijken, anders komt het niet van de grond.”