Haagse CDA–fractie wil Atlantikwallmuseum
De Duitse bunkercomplexen aan de Haagse kust moeten als museum worden ingericht. Dat voorstel deed Titia Lont van de CDA–fractie in Den Haag dinsdag. Volgens Lont is het Haagse gedeelte van de zogeheten ’Atlantikwall’ een belangrijk aspect van de Haagse stadsgeschiedenis dat behouden moet blijven voor latere generaties. Lont doelde speciaal op mensen die niet in Nederland zijn geboren.
Het CDA wil de kazematten laten renoveren, zodat delen ervan voor het publiek toegankelijk worden. De kosten hiervoor bedragen naar schatting 370.000 euro.
De ’Atlantikwall’ werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd en bestond uit een verzameling bunkers, geschutsopstellingen, obstakels en andere verdedigingswerken die zich langs de Atlantische kust uitstrekte van Noorwegen tot Zuid–Frankrijk. Doel was een mogelijke geallieerde invasie af te slaan.
Ook bij Scheveningen kwam een omvangrijk complex van bunkers en gangenstelsels. Den Haag was het Duitse bestuurlijke centrum van Nederland en goede bescherming krijgen.
Volgens het CDA kan het Atlantikwallmuseum bijdragen aan de toegankelijkheid van de geschiedenis van Den Haag. Het Atlantikwallmuseum krijgt dan ook meerdere functies. Het is de bedoeling dat burgers door het museum meer geïnteresseerd raken in de Tweede Wereldoorlog. Ook moet het bijdragen aan de internationale signatuur van Den Haag. De stad huisvest het Internationaal Strafhof en andere internationale instellingen op het gebied van recht en vrede.
Het museum zou volgens Lont ook onderdeel van de integratiecursus moeten gaan vormen, gezien de grote instroom van migranten in Den Haag. Daarnaast kan het museum programma’s maken voor basisscholen. Het museum moet in het voorjaar van 2006 klaar zijn. Er komt als het aan het CDA ligt ook een vaste expositie over Den Haag in de Tweede Wereldoorlog. De talloze vleermuizen die momenteel de bunkers bewonen kunnen wellicht verhuizen naar andere bunkers of naar speciale vleermuizengrotten.