Verdachte moordzaak wil niet meer leven
AMSTERDAM (ANP). „Ik heb euthanasie gevraagd, want mijn neef leeft niet meer. Dat doet mij zoveel pijn, dat ik geen zin meer heb om te leven.” De 64-jarige Jocelyn B. is haar „lievelingsneef” kwijt, zei ze dinsdag tijdens de eerste zittingsdag van haar proces in de rechtbank in Amsterdam.
B. wordt verdacht van medeplegen van moord op haar neef Robbie, op 12 maart 2011 in haar woning in Amsterdam-Oost. Ze ontkent dat ze er iets mee te maken heeft en schuift de schuld in de schoenen van medeverdachte Duncan R. „Hij heeft mijn neef vermoord”, riep ze geëmotioneerd tegen de rechtbank. Die beweerde op zijn beurt dat hij onschuldig is en betichtte B. van leugens.
De vrouw kampt met een broze gezondheid en wilde niet naar de zitting komen. De rechtbank gaf echter een bevel op basis van een medische verklaring, waardoor B. dinsdag tot verbazing van haar eigen advocaat toch verscheen. Gedurende de dag gaf ze meerdere malen aan zich niet goed te voelen. De voorzitter van de rechtbank liet daarop dekens komen. Rond 15 uur mocht ze de zitting vroegtijdig verlaten.
Jocelyn B., die een inloophuis had voor daklozen en drugsverslaafden en in de buurt bekend stond als tante Joyce, verwees verhalen van mensen dat ze ook wel eens boos was op haar neef naar het rijk der fabelen. Ook kwam ze terug op haar melding op het politiebureau voordat het slachtoffer werd gevonden, waarin ze beweerde dat haar neef in haar huis was met andere mannen en haar sleutel had afgepakt. „Dat zei ik in mijn paniekerige toestand.”
B. vertelde dat ze het huis was uitgevlucht nadat R. haar neef aanvloog. Op de vraag van de rechtbank waarom ze de politie niet had ingeschakeld, antwoordde ze onder meer dat ze bang was voor R.
Het lichaam van het slachtoffer was gewikkeld in een tapijt, waaruit zijn hoofd stak met een vuilniszak erom. In de woning waren veel bloedsporen en het leek erop dat er was schoongemaakt.