Het jaarlijkse evenement trekt steeds meer belangstelling. In de omtrek zijn terreinen gereserveerd om alle auto’s een plekje te geven. Busjes rijden van het station in Vierlingsbeek om treinreizigers naar Overloon te vervoeren.

Vier broers uit Gorinchem discussiëren over de aanschaf van een historisch wapen. „Ik vind 250 euro best veel. En wat moet je ermee”, proberen de oudsten de Benjamin van het stel te overtuigen. Die kan zijn ogen niet van het wapentuig afhouden. „Prachtig voor m’n vitrine.”

„Vanmorgen komen vooral de verzamelaars; straks zie je meer gezinnen”, vertelt verkoper Henk Buisma uit Leiden. „Ik sta hier elk jaar. Wat het hardst gaat op zo’n dag? De petjes.”

Met een oorverdovend gebrul kondigen de voertuigen zich aan. Motoren, transportvoertuigen, halfrupsen en een verdwaalde tank leggen hun rondjes af door de bossen. Olielucht vermengt zich met dennengeur. De rupsen trekken diepe voren in de zanderige bodem; lichtere voertuigen die het verkeerde spoor kiezen komen vast te zitten. Het publiek verdringt zich om alles goed te kunnen zien. Mensen maken aan de lopende band foto’s.

Lunchtijd. De puntzakken friet zijn nauwelijks aan te slepen. Een moeder haalt broodjes tevoorschijn. „Met liefde gesmeerd.” Haar zoon zeurt om een broodje hamburger. Moeder gaat niet overstag: „Je wilt straks ook mee met zo’n wagen. Het geld groeit me niet op de rug.” De aandacht van zoonlief is snel afgeleid. „Een nazi”, wijst hij op een opvallende Duitser met een lange leren jas. Moeder grijpt tactisch in: „Kijk, daar komt weer een motor.”

Vader Korpershoek uit Kesteren heeft zich met zijn kroost wél tot patat laten verleiden. „Moeder is winkelen, dus wij nemen het er ook maar van. Dit is de eerste keer dat we hier komen. We hebben alles al gezien, maar gaan zo nog een rondje. We hebben er de hele dag voor uitgetrokken. De jongens vinden het materieel het mooist. Ze willen straks mee met een tank. Dat kost geloof ik 50 euro. Kijken of ze een jeep ook goed vinden.”

’s Middags verplaatsen veel bezoekers zich naar het museum. Vooral in de Marshallhal is het vol. Met opvallend veel Fransen, Belgen, Engelsen en –vooral– oosterburen. Geen wonder: tijdens Militracks staan Duitse voertuigen centraal.

Een opa en oma uit het Limburgse Tegelen bewonderen met hun kleinkinderen van 3, 4 en 6 jaar de enorme landingsvoertuigen. „Een geweldig uitje. Voor ons allemaal. De jongens vinden het buiten prachtig, wij genieten erg van de activiteiten hier binnen.”