Aalberts: Behalve voor PVV is ruimte voor een echt rechtse partij
Is de rol van de PVV uitgespeeld? Is de eens zo machtige gedoogpartij een irrelevante politieke club geworden die andere politici makkelijk kunnen negeren? Het lijkt er soms wel op, maar schijn bedriegt.
Zelfs ruimte voor twee PVV’s
Het bestaan van een politieke partij lijkt volgens de Noorse politicoloog Mogens Pedersen op een levenscyclus: een partij wordt geboren, krijgt allerlei kinderziektes (waaraan veel jonge partijen bezwijken), bereikt een volwassen leeftijd en sterft uiteindelijk.
Politiek historicus Koen Vossen haalt Pedersen aan in zijn onlangs verschenen boek ”Rondom Wilders. Portret van de PVV”. In welke levensfase de partij van Wilders zich bevindt, is volgens Vossen lastig te bepalen. „De toekomst van de partij ligt nog geheel open.”
Wel poogt Vossen een diagnose te stellen van de huidige conditie van de PVV. Een lang en gelukkig leven voor de nog jonge partij is niet vanzelfsprekend: het forse verlies (negen zetels) van de PVV bij de Kamerverkiezingen van vorig jaar „toont aan dat veel kiezers zijn uitgekeken op een partij waarmee zij zich sowieso weinig verbonden voelden.”
Politieke partijen en media tonen daarnaast steeds minder belangstelling voor (provocaties van) Wilders en de PVV. Regeringsverantwoordelijkheid of zelfs maar een rol als gedoogpartner lijkt verder weg dan ooit. Geen enkele partij staat te trappelen om met Wilders samen te werken. „De PVV lijkt veroordeeld tot een langdurig verblijf in de oppositiebanken.”
Tel daarbij op dat volgens Vossen vanuit theoretisch oogpunt tal van redenen te bedenken zijn waarom de PVV in haar huidige vorm ten dode is opgeschreven. „Hoe kan een partij op de langere termijn functioneren zonder leden, zonder afdelingen, zonder inspraak en daarmee zonder subsidies? Hoe kan zij zonder deugdelijke organisatie nieuw talent werven en opleiden? Leidt de concentratie van alle macht in de handen van één leider niet onherroepelijk tot desintegratie op het moment dat de leider verdwijnt?”
Zonder macht, publiciteit en geprovoceerde tegenstanders raakt de partij „langzamerhand volledig op zichzelf teruggeworpen”, schetst Vossen. „De ervaring leert dat dit dikwijls het begin is van interne conflicten en desintegratie.”
Machtsfactor
Toch is dat niet het hele verhaal. Dat de PVV het loodje zou leggen, is al vaker geroepen. De partij bestaat nog steeds en bezet vijftien Kamerzetels. „Met iets minder dan 1 miljoen kiezers is zij nog altijd de derde partij van het land”, constateert Vossen, „en de grootste oppositiefractie in de Tweede Kamer.”
Als zodanig is de PVV volgens hem „nog steeds een machtsfactor van belang.” In de voorgaande twee jaar hebben alle overige fracties de partij weten te vinden als er steun nodig was voor het een of ander. „Het is moeilijk voorstelbaar dat dit zal veranderen.”
Vossen constateert daarnaast dat de PVV haar repertoire uitbreidt: de partij maakt niet alleen gebruik van parlementaire middelen als Kamervragen en een enkel initiatiefwetsvoorstel, maar onderneemt ook buitenparlementaire actie. De website mosknee.nl (waarop zij burgers adviseert in het voeren van bezwaarprocedures tegen de bouw van moskeeën) noemt Vossen daarvan als voorbeeld.
De historicus voert verder aan dat een deel van het electoraat –tussen de 10 en de 20 procent– de gevestigde partijen niet vertrouwt en geen hoge pet opheeft van het vermogen van politici om problemen op te lossen. „Zij blijven de noodzaak inzien van een politicus die met zijn krachtige taal en radicale voorstellen de andere partijen in ieder geval bij de les houdt.”
Hoe lang deze behoefte zal blijven bestaan, is volgens Vossen „lastig te voorspellen.” In landen als België, Frankrijk, Oostenrijk, Denemarken en Italië zijn ideologisch vergelijkbare partijen een vast onderdeel van het politieke landschap geworden, beschrijft hij, hoewel zij –net als andere partijen– met wisselende kiezersgunst te maken hebben.
Doordat de VVD nu met de PvdA regeert, ontstaat ten slotte ruimte op rechts. De PVV profiteert daar al zichtbaar van in de peilingen: met 27 zetels in de laatste peiling van Maurice de Hond is ze virtueel alweer de grootste partij van het land.
Historisch besef
Publicist Chris Aalberts acht het daarom „volstrekt niet uitgesloten” dat de PVV in de toekomst zelfs weer aan een coalitie deelneemt. Dat de partij vorig jaar april na weken onderhandelen op het laatste nippertje uit het Catshuisberaad stapte, zal de PVV, verwacht hij, niet lang worden nagedragen. „Veel burgers missen historisch besef.”
Of de PVV serieus in beeld komt als coalitiepartij hangt af van de verkiezingsuitslag, stelt de docent politieke communicatie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. „Meestal is er dan maar een beperkt aantal coalities te smeden. Niemand zal een warm gevoel hebben bij een kabinet met steun van de PVV, maar als de andere opties nóg onaantrekkelijker zijn, is de kans daarop toch reëel.”
Voor de PVV zijn VVD en CDA de meest logische voor de hand liggende partijen om mee samen te werken. De VVD koerst volgens Aalberts echter af op een verkiezingsnederlaag als gevolg van de samenwerking met de PvdA. „Dat heeft een vlees- noch viskabinet opgeleverd.”
Het CDA heeft slechte herinneringen overgehouden aan regeren met de PVV. Aalberts sluit desondanks niet uit dat die partij op termijn toch weer met Wilders in zee gaat. „Het probleem binnen het CDA met de PVV zat vooral bij de partijleden. Die bijten vaak niet door als de partijtop iets graag wil. En het waardeprofiel van de meeste CDA-stemmers ligt dicht bij dat van PVV-kiezers.”
De PVV lijkt zich ondertussen niet bepaald geliefd te maken bij andere partijen. Wilders en de zijnen zijn na de val van het vorige kabinet weer vol op het anti-islamorgel gegaan. Bovendien heeft de partij zich afzijdig gehouden bij de opstelling van het woonakkoord en het sociaal akkoord.
Dat laatste is logisch vanuit het perspectief van de PVV, meent Aalberts. De auteur van het boek ”Achter de PVV” –dat gaat over Wilders’ achterban– stelt dat de PVV zich bewust niet wil afficheren met de Nederlandse poldercultuur. „De partij is daar juist heel erg tegen.”
Zijns inziens is de PVV niet uit op besturen, maar wil ze vooral andere partijen dusdanig beïnvloeden dat ze haar visie en ideeën zo veel mogelijk overnemen. Dat is ook precies wat de PVV-achterban beoogt. „Zijn kiezers denken vaak genuanceerder dan Wilders, maar willen via een stem op de PVV bereiken dat andere partijen hun beleid veranderen. Dat zien ze als de enige manier, omdat de meeste andere partijen min of meer hetzelfde willen. Als zij samenwerken, komt er steeds een raar soort middenbeleid uit.”
Het zal de meeste PVV-kiezers volgens Aalberts ook worst zijn of de PVV bij eventuele coalitieonderhandelingen veel weet binnen te halen. „Vrijwel niet een van hen weet bijvoorbeeld hoe Wilders over verbreding van de snelwegen denkt. Tegelijkertijd snapt vrijwel iedereen dat hun partij niet alle beloftes kan waarmaken. Dat geeft Wilders veel ruimte om compromissen te sluiten.”
Aansprekende leider
Of de PVV op de lange termijn haar voortbestaan kan waarborgen, is volgens Aalberts lastig in te schatten. „Bij dit type partijen is vooral een aansprekende leider van groot belang.” Wellicht lopen er bij de PVV al mensen rond die Wilders op termijn kunnen opvolgen, denkt hij. „Tweede Kamerlid De Graaf bijvoorbeeld. Die kan het PVV-verhaal met enig venijn brengen.”
Dat de PVV ondertussen relatief weinig last heeft gehad van een lange reeks politici die uit de partij zijn gestapt, verbaast de publicist niet. „Dat ging meestal om mensen als Hernandez en Van Bemmel. Daar had niemand ooit van gehoord.” Wilders heeft pas echt een probleem als beeldbepalende figuren als de Kamerleden Bosma en Agema ruziënd de PVV verlaten.
De PVV, verwacht Aalberts, zal voorlopig dus nog wel blijven bestaan en politieke invloed uitoefenen. Hij ziet zelfs ruimte voor een tweede PVV, maar dan een die zowel op cultureel als op economisch terrein rechts is. „Zo’n partij, met betere mensen en een betere organisatie dan Wilders’ PVV, dicht ik zeker kansen toe.”
Eigenlijk is die partij er al, vult hij zichzelf meteen aan: de SGP. „Maar die is vanwege haar christelijk profiel niet aantrekkelijk voor grote groepen kiezers.”
Rechtse mislukkingen
Een gewaarschuwd mens telt voor twee, luidt een welbekend gezegde. Toegepast op Wilders: hij dient ervoor te waken dat zijn partij, de PVV, hetzelfde lot ondergaat als eerdere rechtse nieuwkomers als de Boerenpartij, de Centrumdemocraten en de LPF.
De conservatieve Boerenpartij, die onder leiding stond van Hendrik Koekoek, had van 1963 tot 1981 doorlopend enkele zetels in de Tweede Kamer. Hoogtepunt waren de verkiezingen in 1967, toen de partij zeven zetels haalde. Mede als gevolg van onderlinge conflicten en daaruit voortvloeiende afsplitsingen nam de populariteit van de Boerenpartij daarna sterk af. In 1981 werd de partij omgedoopt tot Rechtse Volkspartij, maar dat mocht niet meer baten.
De extreem rechtse Centrumdemocraten, aangevoerd door Hans Janmaat, behaalde bij de verkiezingen van 1989 één zetel en vijf jaar later drie zetels. Ook in deze partij, die op haar beurt weer een afsplitsing was van de Centrumpartij, was de eendracht ver te zoeken. En aangezien partijleider Janmaat volledig door andere politici werd genegeerd, hebben de Centrumdemocraten nooit een grote rol kunnen spelen. In 1998 verdween de partij uit de Tweede Kamer.
Turbulentie in het kwadraat kwam voor binnen de LPF. De partij van Pim Fortuyn behaalde na diens dood bij de verkiezingen van 2002 een monsterzege van 26 zetels en maakte meteen daarna deel uit van de coalitie. In die periode kwam de LPF vrijwel alleen in het nieuws wegens interne ruzies en afsplitsingen. De kiezers straften de LPF daarvoor in 2003 hard af: de partij verloor achttien zetels. De afsplitsingen gingen vervolgens gewoon door, waardoor de partij ook haar laatste beetje krediet verloor. Wilders had zich intussen afgescheiden van de VVD en kaapte vrijwel alle LPF-stemmers weg; de partij behaalde bij de verkiezingen van 2006 geen enkele zetel en werd ruim een jaar later opgeheven.