„Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.”

Nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten. Namelijk: de rechtvaardigheid van God de Vader, Die de weg tot de rechtvaardigheid heeft geopend, van God de Zoon, Die haar heeft verworven, en van God de Heilige Geest, Die haar openbaart en toepast door het geloof van Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven (Romeinen 5:21, 22). Ik kan hier nog aan toevoegen dat de beloofde Geest, een zegen van het verbond Die aan alle uitverkorenen is beloofd, de Geest der liefde en van een gezond verstand genoemd wordt (Jesaja 59:21; 2 Timotheüs 1:7, Eng. vert.). Gods liefde die door de Heilige Geest in het hart wordt uitgestort, is net zo geestelijk als de wet, want de wet wordt vervuld in oprechte liefde (Romeinen 13:8). Zo mag een christen die bekleed is met toegerekende gerechtigheid en vervuld is met Goddelijke liefde, zeggen tot heerlijkheid van vrije genade dat „het recht der wet vervuld is in hem, die niet naar het vlees wandelt, maar naar de Geest” (Romeinen 8:4). Want de Geest geeft getuigenis van de gerechtigheid in de gelovige en stort de liefde tot God in zijn hart uit. Dit doet zijn genegenheden uitgaan tot God en Gods kind. Wie liefheeft Degene Die geboren heeft, die heeft ook lief degene die uit Hem geboren is.

W. Huntington,
predikant te Londen

(”De wet bevestigd door het geloof in Christus”, 1786)