Duurzaam leven in een rijtjeshuis
Mopperen op het weer doet Gerrit Altena (53) uit Wijk en Aalburg nooit. Als de zon schijnt, profiteert hij daarvan via zijn zonnepanelen. Als het waait, draait zijn windmolen. En als dat beide niet het geval is, weet hij weer dat hij zijn werk bij een energiecentrale niet voor niets doet.
In de diepvries liggen biologische groenten, in de kamer staat een houtkachel, en een theezakje scheidt hij voor hij het weggooit in drie delen. Altena is thuis de voorvechter van duurzaamheid, zijn vrouw en twee thuiswonende dochters van 18 en 15 gaan er minder ver in. Altena probeert ook om de auto in zijn woonplaats niet te gebruiken en fietst de afstand van een kleine 25 kilometer naar zijn werk. „Als het waait, en ik tegenwind heb, hoor je mij niet klagen. Ik fiets langs de windmolens in Waalwijk, en bedenk dan dat mijn windmolen misschien ook wel draait.”
‘Zijn’ windmolen staat in het Groningse Delfzijl. Via Greenchoice kan Altena de windenergie in Brabant gebruiken. Toen Altena vorig jaar via de Windcentrale hoorde dat twee windmolens elk in 10.000 gedeelten werden verkocht, tekende hij meteen in op tien winddelen. Daarmee wil hij ongeveer 90 procent van zijn energie opwekken. Meer niet, omdat regelgeving bepaalt dat de opgewekte energie niet meer mag zijn dan het verbruik.
Altena’s streven is daarom om voor de resterende 10 procent gebruik te maken van zonne-energie. „Daar ben ik al heel lang in geïnteresseerd. Ook om de techniek, ik ben tenslotte een technicus.” Hij regelde zijn zonnepanelen via de Vereniging Eigen Huis. Precies op het juiste moment, blikt hij terug. „Alles was al geregeld toen bleek dat er subsidie vrij zou komen. We hebben daarom nog maar even gewacht met het zetten van onze handtekening, dat scheelde toch een paar honderd euro.”
Amercentrale
Altena, voorvechter van zonne- en windenergie, is werktuigkundige bij de Amercentrale, een van de grootste productiecentrales van energiebedrijf Essent. Dat lijkt tegenstrijdig. Altena: „Dat hoor ik vaker, ja. Als je bezig bent met groene energie, kom je vaak in aanraking met linkse groeperingen. Praten over mijn werk is dan als vloeken in de kerk. Maar we zijn als burgers wel afhankelijk van deze centrales. Fossiele energie moet reserve staan. Als ’s nachts de zon niet schijnt en het niet waait, wil je toch je dat je wekkerradio aan kan staan, en dat straatlantaarns branden.”
Voor Altena is het wel duidelijk dat de grijze (fossiele) energie die in de energiecentrale verbruikt wordt terwijl hij één nacht werkt, nog lang niet gecompenseerd wordt door jarenlang met de fiets in plaats van met de auto naar zijn werk te gaan. Toch is dat niet zinloos, vindt hij. „Je doet wat je kunt, en elke besparing is er weer één.” Dat is voor hem ook de reden om de aanschaf van een elektrische fiets zo lang mogelijk uit te stellen en op spierkracht te fietsen.
Grafiek
Het energieverbruik van het gezin bijhouden is voor Altena een hobby geworden. Hij maakte het verbruik in een Excelgrafiek inzichtelijk, met behulp van feitelijke gegevens die hij via een meetapparaatje van Qurrent kan opvragen. Op vaste tijden gaat ook de verwarming aan, en weer uit. En als de familie om zes uur ’s ochtends wakker wordt, maakt de gestage lijn van sluipverbruik plaats voor de eerste piek: die van de waterkoker die ’s ochtends aangaat. Soms ziet Altena opeens een piek in de onlinegrafiek die hij niet kan verklaren. Als hij niet thuis is, kan dat voor hem zelfs reden genoeg zijn om zijn vrouw even op te bellen, met de vraag wat ze aan het doen is. „Dan doet ze bijvoorbeeld de was”, zegt Altena berustend.
Spaarlamp
Altena is niet tegen een zekere vorm van luxe. „Natuurlijk” gebruikt zijn vrouw gewoon een wasmachine. Direct vervolgt hij: „Maar als ik thuiskom, in een leeg huis, en er een lamp brandt, baal ik daarvan. Het is dan wel een spaarlamp, maar toch: het is niet nodig. Als de anderen thuiskomen, spreek ik hen daar wel op aan.”
„Maar pas heb ik jou op hetzelfde betrapt”, nuanceert zijn vrouw. Altena onderdrukt een lachje. „Eén keer in een heel lange tijd. Maar inderdaad: zo houd je elkaar scherp.”
In een Excelsheet houdt Altena zijn bruto-energieverbruik bij. „Sommige mensen kijken naar het nettoverbruik. Dat is alleen de energie die van het elektriciteitsnet komt. Maar als de zon dan ook nog heeft geschenen, heb je die zonne-energie ook al verbruikt. Zelf vind ik het belangrijk om niet alleen zo veel mogelijk wind- en zonne-energie te gebruiken, maar vooral ook om energie te besparen. Als je de wasdroger bijvoorbeeld niet gebruikt, sla je een flinke slag.”
Sluipverbruik
Altena maakt zich regelmatig zorgen om het sluipverbruik in zijn woning. Op zijn meetunit ziet hij dat hij op dit moment, op een zonnige middag, 1000 watt aan zonne-energie opwekt. Slechts 130 watt wordt terug geleverd aan het net. „Net had ik weer even een piek, toen ik in de magnetron melk voor de koffie opwarmde. Maar momenteel verbruiken we niets. Ik wil het sluipverbruik er echt uit hebben, maar zit met een gat dat ik niet kan verklaren. Ergens klopt er iets niet.”
Ook het sluipverbruik ’s nachts ging hij onlangs na. „We hebben wat verlichting om het huis, voor de veiligheid. En misschien onverhoopt een radio op stand-by. Dat zijn maar een paar wattjes. Natuurlijk zijn er nog een cv-pomp, een vriezer en een koelkast op het net aangesloten, maar dan nog kom ik niet aan 250 watt.” Altena gaat er nu maar van uit dat de meter verkeerd staat afgesteld. „Binnenkort wil ik hem opnieuw laten ijken. Anders betaal ik ook voor wat ik niet verbruik. Als je het zelf niet zo nauwkeurig bijhoudt, kom je daar niet achter.”
Verantwoordelijkheid
Bewust bezig zijn met energieverbruik kan dus geld opleveren. Altena’s investering in windenergie kan hij na zo’n tien jaar terugverdiend hebben, terwijl de windmolen na verwachting zestien jaar meegaat. In die laatste jaren zou hij dus van zijn investering profiteren. Altena: „Ik zou er nog wel het dubbele voor willen betalen, zo belangrijk vind ik dit.” De financiële prikkel is mooi meegenomen, maar vormt niet Altena’s doorslaggevende motivatie.
„Het is voor mij belangrijk om als christen te leven zoals God dat heeft bedoeld”, vat Altena samen. „Een voorbeeld hierin voor mij is het oude Israël. De Israëlieten leefden van de natuur en van wat God hun gaf. Ze putten de grond niet uit, om de zoveel jaar lag het land braak. Ik bedoel niet dat je dat een-op-een naar deze tijd moet vertalen, maar we moeten wel onze verantwoordelijkheid nemen als het gaat om duurzaam leven.” Op deze manier kan iedereen dat doen, vindt hij.
„Ik heb geen tuin zo groot als een bouwkavel”, zegt Altena. „We hebben wel wat kruiden en wat aardbeienplanten, maar daar blijft het bij. Duurzaam leven lijkt misschien alleen weggelegd voor mensen met tuintjes, maar ik wil laten zien dat je ook als gewone burger in een rijtjeshuis veel kunt doen, ook zonder er extreme dingen voor te doen of te laten. Als je er alleen al voor kiest om geen voedsel meer te verspillen, is dat een goede start.”
Groene soep
Tijdens de ingebruikname van de windmolens in Delfzijl kreeg Altena groene soep aangeboden. „Groene erwtensoep, die verwarmd was via groene stroom. Ze staken zo de stekker in de windmolen. Dat was een bijzonder moment.” Altena sprak ook met een vrouw van 95 jaar die net als hij winddelen gekocht had. „Je zou denken: die investering krijgt ze er niet meer uit tijdens haar leven. Maar daar ging het haar niet om, het ging om duurzaam leven. Ik heb zelf ook twee kleinkinderen en ben me er steeds bewuster van dat we deze aarde straks aan hen over moeten dragen. Dat wil ik op een goede manier doen.”