Nederlands bedrijfsleven stapt naar Europese rechter
Het Nederlands bedrijfsleven begint een procedure bij de Europese rechter om te voorkomen dat miljarden euro’s aan belastingvoordelen op last van de Europese Commissie moeten worden terugbetaald. Dit heeft advocaat mr. E. Pijnacker Hordijk maandag bevestigd. Hij is door de bedrijven in de arm genomen.
Nederlandse bedrijven met buitenlandse activiteiten van bepaalde omvang kunnen sinds 1997 gebruik maken van een fiscale regeling voor concernfinanciering. De regeling komt er op neer dat het moederbedrijf tegen fiscaal gunstige voorwaarden geld kan lenen aan zijn buitenlandse dochters.
Bij de Europese Commissie bestaat het vermoeden dat dit verboden staatssteun is. Op initiatief van eurocommissaris Monti (Mededinging) startte de commissie vorig jaar juli een onderzoek om definitief uitsluitsel te geven. Dit kan betekenen dat de 87 betrokken bedrijven het genoten voordeel met rente moeten terugbetalen.
De bedrijven wachten een definitief besluit van de Europese Commissie niet af en beginnen nu bij het Gerecht van Eerste Aanleg in Luxemburg een zaak. Daarbij gaat het in eerste instantie om de vraag of de commissie terecht een procedure is begonnen die tot terugvordering van betaalde steun kan leiden.
Volgens de bedrijven had Brussel de Nederlandse regeling op dezelfde manier moeten behandelen als de vergelijkbare regeling die België kent. Over de Belgische regeling oordeelde de Europese Commissie aanvankelijk dat die geen staatssteun inhoudt. In 2000 veranderde ze van mening, maar als gevolg van het door haar eerder ingenomen standpunt is terugvordering uitgesloten. Dat zou volgens de bedrijven ook voor de Nederlandse regeling moeten gelden.
Nederland is niet het enige land waar volgens Monti staatssteunregelingen voorkomen. De EU-commissaris onderzoekt in elf landen regelingen die mogelijk verboden worden. De ministers van Financien proberen de zaak onderling te regelen door aanpassing van hun nationale wetten.
Een Brusselse diplomaat vreest echter dat Monti dat niet voldoende zal vinden en dat hij zijn onderzoek voortzet. In dat geval zal de commissaris een onderling akkoordje van de ministers niet genoeg vinden, vreest hij. De diplomaat sluit niet uit dat de ministers in dat geval boven Monti gaan staan en de steun alsnog laten goedkeuren. Deze zeldzame procedure is alleen mogelijk bij unanimiteit van de ministers.