Seriemoordenaar terroriseert Mexicaanse stad Ciudad Juarez
De inwoners van de Mexicaanse grensstad Ciudad Juarez leven al tien jaar lang in angst. Een seriemoordenaar en -verkrachter terroriseert de bevolking. Zeker zeventig vrouwen -mogelijk zelfs een veelvoud hiervan- vielen ten prooi aan de perverse bloeddorst van de crimineel. De plaatselijke politie is tot dusver niet bij machte gebleken om zelfs maar een spoor van de moordenaar te vinden.
Na lang aandringen door nabestaanden van de slachtoffers en door verschillende mensenrechtenorganisaties, besloot de nationale regering in Mexico-stad schoorvoetend hulp te vragen aan de Verenigde Naties. Een ploeg van zes forensische onderzoekers is inmiddels in Ciudad Juarez gearriveerd voor een preliminaire studie.
De experts keren eind deze maand terug naar New York met een pakket aanbevelingen over hoe de VN het beste kunnen helpen om het vastgelopen onderzoek van de Mexicaanse recherche weer vlot te trekken. De VN-specialisten constateerden vrijwel direct na aankomst in Mexico dat een chronisch gebrek aan geld en uitrusting de politie van Ciudad Juarez ernstig hindert in zijn werk. Ook concludeerden de buitenlandse agenten dat hun collega’s verschillende belangrijke tips en aanwijzingen negeerden.
Ciudad Juarez ligt pal op de Mexicaans-Amerikaanse grens. Aan de andere kant van de Rio Grande-rivier ligt het veilige El Paso, Texas. Aan het begin van de jaren negentig, voordat de angst toesloeg, maakte Ciudad Juarez naam als proeftuin van de globalisering. Als ”stad van de toekomst” bouwde Ciudad Juarez hard aan een betere wereld.
De verbetering kwam met de snelle industrialisering van de regio. Lage lonen, gulle fiscale aanmoedigingen en een liberale wetgeving lokten vele honderden Amerikaanse bedrijven naar Noord-Mexico waar allerlei fabrieken uit de dorre grond schoten.
Voor een vergoeding van een handjevol dollars per dag, vaak nog niet eens de helft van het uurloon van een fabrieksarbeider in de Verenigde Staten, kon de plaatselijke bevolking aan de slag. Vaak monotoon werk achter een lopende band of naaimachine. Wantoestanden bleven niet uit. Machteloze maar niet monddode vakbondsleiders spraken soms van „een slavernij nieuwe stijl”. Desalniettemin genoten honderdduizenden Mexicanen een bescheiden, maar vast en zeker, inkomen dankzij de komst van de assemblagefabrieken.
Het is hier goed zaken doen. De fabrieken van Ciudad Juárez exporteerden vorig jaar voor bijna tien miljard dollar aan goederen. Als teken van goede wil betaalden zij gezamenlijk anderhalf miljoen dollar aan „vrijwillige belastingen.”
De beloofde betere tijd is echter nog niet aangebroken. Dat is vooral de schuld van een gruwelmens (of een groep gruwels) die sinds 1993 al moordend meer dan anderhalf miljoen mensen de stuipen op het lijf jaagt.
De politie van Ciudad Juarez heeft de moordzaken al verschillende keren ’opgelost’. In 1995 arresteerden de dienders een rijke Egyptenaar die als chemisch specialist werkzaam was in een assemblagefabriek. De man zou in de VS diverse aanrandingen op zijn geweten hebben. Terwijl de Egyptenaar achter de tralies zat in afwachting van zijn berechting, vond de politie op een vuilstortplaats het ontzielde en gebroken lichaam van een 15-jarig meisje.
De lugubere vondsten hielden maar niet op, zodat het voor bijna iedereen overduidelijk was dat met de verdachte scheikundige misschien wel een engerd in het gevang zat, maar beslist niet de gezochte seriemoordenaar. Voor de goede (Mexicaanse) orde kreeg de Egyptenaar dertig jaar opgelegd wegens andere seksuele misdaden.
Vier jaar later, in 1999, maakte de politie van Ciudad Juarez triomfantelijk de arrestatie van vijf buschauffeurs wereldkundig. Zij zouden vrijwel direct na hun aanhouding een groot aantal moorden op vrouwen hebben bekend. De stad slaakte haast letterlijk een collectieve zucht van verlichting. Het bleek evenwel van korte duur. Het vijftal chauffeurs bleek in de gevangenis zwaar te zijn mishandeld. Hun bekentenissen waren afgelegd na hevige folteringen. Met de waarheid hadden de verklaringen weinig van doen. En bovendien: terwijl de vijf vastzaten, gingen de moorden gewoon door.
De afgelopen jaren zijn letterlijk tientallen verdachten opgepakt in verband met de serie verdwijningen, moorden en aanrandingen in de Noord-Mexicaanse stad. Iedere keer heet het van overheidswege dat de dader nu toch echt veilig is opgeborgen. En iedere keer gaan de moorden verder. Veroordelingen door justitie laten nog op zich wachten. Het indrukwekkende aantal mislukte pogingen van de politie doet bij menigeen het vermoeden rijzen dat de dienders op de een of andere manier betrokken zijn bij de moorden. Zelfs het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken constateerde in een rapport over de situatie in Ciudad Juarez droogjes dat de misdaadgolf zonder medeweten of zelfs medeplichtigheid van de plaatselijke autoriteiten niet zo lang had kunnen aanhouden.
Over het exacte aantal vrouwen dat in Ciudad Juarez op gewelddadige manier het leven verloor lopen de meningen uiteen. Volgens de politie zijn het er sinds 1993 ’niet meer’ dan 74. Maar die rekensom lijkt onjuist. De afgelopen tien jaar zijn volgens de gegevens van de nationale politie in en rond Ciudad Juarez de levenloze lichamen teruggevonden van 357 jonge vrouwen. Dit huiveringwekkende gegeven is reeds ontdaan van de ’gewone’ moorden en vertegenwoordigt louter het aantal vrouwen die op of langs de openbare weg zijn mishandeld en vermoord. Dit reeds enorme dodental kan zelfs nog verder stijgen. Nog zeker 193 vrouwen staan te boek als vermist. Van hen is sinds jaren taal noch teken vernomen. Heel af en toe vindt de politie een massagraf in de kale vlaktes die Ciudad Juarez aan drie kanten omringen met daarin de stoffelijke resten van acht of negen vrouwen.
De dader kiest zijn slachtoffers met enige zorg. Nagenoeg alle vermoorde meisjes of vrouwen waren jong -tussen de 10 en 22 jaar oud- en hadden lang haar. Allen kwamen uit arme gezinnen en de meesten waren werkzaam in de assemblagefabrieken. De slachting begon in 1993. In dat jaar vond de politie her en der in de stad de met talrijke messteken bewerkte lichamen van zestien geknevelde, aangerande en later vermoorden vrouwen. Dat de moorden met elkaar van doen hadden, bleek na een bizarre vondst van nabestaanden die de kleren van hun eigen vermiste moeder, echtgenote of dochter terugvonden op de lichamen van andere slachtoffers.
Ciudad Juarez en de andere steden langs de Mexicaans-Amerikaanse grens zijn de 21e-eeuwse versie van een wildweststad, maar dan in het groot. Drank, drugs en al het andere dat is verboden, is er in overvloed te vinden. Amerikanen misbruiken Mexico voor het halen van plezier dat hun thuis wordt ontzegd. Smokkelaars van drugs, wapens, menselijke organen, geld, drank, sigaretten, emigranten, horloges en zelfs medicamenten treffen elkaar in Ciudad Juarez.
De politie van de stad is niet bijzonder actief. De dienders begrijpen sinds jaar en dag dat het verstandiger en lucratiever is om de onderwereld te vriend te blijven dan haar de oorlog te verklaren. De misdaad in Noord-Mexico is niet alleen georganiseerd, zij levert ook enorm veel op. Alleen al het zogeheten Golfkartel, een smokkelsyndicaat dat cocaïne uit Colombia naar de Verenigde Staten smokkelt, behaalt volgens de Amerikaanse narcoticapolitie DEA een omzet van enkele miljarden dollars per jaar.
In deze sfeer van lonende misdaad hebben slechte mensen de vrije hand. „Voor de politie is er eigenlijk niets aan de hand”, vertelt de 66-jarige Esther Chavez, een gepensioneerde boekhoudster die zich het lot van de vrouwen van Ciudad Juarez aantrok en er iets aan probeert te doen. Haar ”Villa Vriendin” biedt onderdak aan thuis mishandelde vrouwen en beschikt over een ploeg geslepen advocaten die de plaatselijke autoriteiten genadeloos bestoken met brieven, telefoontjes en zelfs processen om hen aan te sporen de moorden op de vrouwen te onderzoeken.
„Wat we vooral doen, is strijden voor enig respect. Vrouwen zijn in dit land, ondanks de uiterlijke schijn, nog steeds een soort onderkruipsels. Wanneer een jonge vrouw hier het slachtoffer is van een perverse moordenaar, dan gaat menig openbaar aanklager er voetstoots van uit dat zij zelf schuld heeft door bijvoorbeeld het dragen van gedurfde kleding of zelfs maar het gebruik van cosmetica”, zo vertelt Esther Chavez, die de plaatselijke autoriteiten verwijt de moorden van vrouwen alleen te onderzoeken wanneer zij onder druk staan van buitenlandse pressiegroepen of wanneer de nationale regering met interventie dreigt. „Maar dat laatste is meestal een wassen neus. Gezien de bestaande politieke machtsverhoudingen zal geen president zijn carrière op het spel zetten om hulp te bieden aan de nabestaanden van een groep vermoorde, arme vrouwen”, aldus mevrouw Chavez, die zich evenwel niet laat ontmoedigen. „Iemand moet immers het zwijgen doorbreken.”