„Diaconie mag bij financiële problemen ruimhartig hulp bieden”
Hij adviseert diakenen ruimhartig hulp te bieden als gemeenteleden in financiële nood verkeren. Tegelijk waarschuwt Derk Jan Poel, verbonden aan het Diaconaal Steunpunt in Zwolle, voor dweilen met de kraan open.
Als medewerker van het Diaconaal Steunpunt is Poel vraagbaak voor diakenen in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken. Samen met een diaconaal consulent uit de Christelijke Gereformeerde Kerken publiceerde hij recent ”Als het om de centen gaat”, een brochure over diaconale steun bij financiële problemen.
Hoe komt een diaken financiële nood in de gemeente op het spoor?
„In de praktijk kloppen mensen vaak zelf bij hun wijkdiaken aan, als het water hun al tot de lippen is gestegen. Het is mooier als je dat voor kunt zijn. Daarom is het bijvoorbeeld van belang dat een diaken op de hoogte is van risicogroepen, zoals alleenstaande ouders met kinderen of mensen die kampen met chronische ziekte of psychiatrische problemen. Als hij zulke mensen in zijn wijk heeft, doet hij er goed aan eens te informeren of ze het financieel kunnen redden. Daarbij moet hij zijn ogen en oren goed de kost geven. Het is ook belangrijk dat ouderlingen, predikanten en eventueel bezoekdames een diaken informeren als zij signalen opvangen die op financiële problemen kunnen wijzen.”
Hoe groot is het taboe op het inschakelen van de diaconie?
„We praten in Nederland over het algemeen niet gemakkelijk over geld. Gemeenteleden hebben bovendien soms het idee dat ze hun hele hebben en houden op tafel moeten leggen als ze de diaconie benaderen, terwijl dat echt niet altijd nodig is. Ook kunnen negatieve ervaringen meespelen met een diaconie die in het verleden niet altijd even barmhartig is opgetreden. Dat is jammer.”
Hoe valt het taboe te doorbreken?
„Het is belangrijk dat een diaconie transparant is over haar beleid en helder communiceert welke criteria zij hanteert. Ook zou het mooi zijn als diakenen niet alleen met gemeenteleden over financiën praten als er problemen zijn, maar in algemene zin thema’s als rentmeesterschap en het verantwoord omgaan met geld aan de orde stellen. Dat kan drempelverlagend werken.”
Wat mag een gemeentelid dat bij zijn diaconie aanklopt verwachten?
„In ieder geval een luisterend oor. Iemand die naast hem gaat staan, meedenkt over oplossingen. Tijdelijke ondersteuning door de diaconie kan daarvan een onderdeel zijn, maar het kan ook gaan om hulp bij het opstellen van een begroting of bij het gebruikmaken van bestaande voorzieningen, zoals bijzondere bijstand. En een diaken mag troost brengen vanuit het Woord van God en met de ander bidden.”
Hoe royaal dient een diaconie te zijn bij het geven van hulp?
„Een diaconie is geen bank die op de centen moet letten, maar heeft als doel, geïnspireerd door het Evangelie, mensen te helpen die steun nodig hebben. Zij mag dat ruimhartig doen en zo laten zien dat we een royale Koning hebben. Wel is het van belang er intussen ook naartoe te werken dat een gemeentelid uiteindelijk zijn financiën zelf weer goed op de rit krijgt.
Neem iemand die zijn baan kwijtraakt en ineens flink minder te besteden heeft. Dan kost het tijd om je aan te passen aan de nieuwe inkomenssituatie. Een diaconie garandeert niet het vasthouden van een bepaald welvaartsniveau, maar kan wel tijdelijk financiële ondersteuning bieden. Dat kan heel belangrijk zijn om te voorkomen dat iemand diep in de schulden raakt, waardoor hij nog veel verder van huis is. Maar op termijn zal het gemeentelid zijn uitgavenpatroon moeten afstemmen op zijn lagere inkomen. Dat geldt ook als iemand bijvoorbeeld na een echtscheiding netto minder te besteden heeft.”
Wat is de grootste valkuil voor een diaken?
„Ik hoor diakenen nogal eens zeggen: We moeten verantwoord omgaan met het geld dat ons is toevertrouwd. Daar zet ik een dikke streep onder. Maar dat is iets anders dan karig zijn. Diaconieën zijn soms erg voorzichtig. Ik zou liever een keer iets te veel aan iemand geven dan dat ik een gemeentelid die hulp nodig heeft tekort zou doen.
Een andere valkuil is dat je als diaconie te lang blijft dweilen met de kraan open, dat je gaten dicht terwijl je niet doorhebt dat er sprake is van een structureel probleem. Daarmee help je de ander ten diepste niet, want op die manier laat je een problematische situatie voortbestaan.”
Welk Bijbelgedeelte spreekt u het meest aan als het gaat om de troost die een diaken mag bieden?
„In Psalm 146 komt mooi tot uitdrukking hoe God Zich ontfermt over mensen in allerlei knelsituaties: weduwen, wezen, armen. Dat kom je in meer Psalmen tegen. De Bijbel roept op veel plaatsen op om te zien naar mensen in nood. Het is goed als diaken te laten blijken dat daar je drijfveer ligt. Diaconale hulp is niet ons eigen ontwerp, maar de zorg voor elkaar zoals God die heeft bedoeld.”
www.diaconaalsteunpunt.nl voor tekst brochure.
Dit is deel 5 in een serie.
Thea is bijstandsmoeder
Thea is een bijstandsmoeder die in de afgelopen jaren toch nog een beetje heeft kunnen sparen. Het geld is bedoeld voor de studie van haar zoon Joran. Haar inboedel moet deels worden vervangen en daarom vraagt ze de diaconie om steun. Moet ze nu eerst haar gespaarde tegoed opmaken voordat de diaconie kan ondersteunen? De diaconie is van mening dat hier sprake is van een uitzondering en is bereid om de noodzakelijke inboedel te vervangen.
Jan heeft een goede baan en heeft daar een aardig bedrag van kunnen sparen. Daarnaast heeft hij een dure lening (voor een boot) die hem nekt. Elke maand komt hij daardoor iets tekort. Zonder de lasten van dit krediet kan hij prima rondkomen en ook wat sparen. Hij vraagt de diaconie om hulp. De diaconie stelt voor dat hij een behoorlijk deel van zijn spaargeld gebruikt om de dure lening af te lossen. Over het resterende deel kunnen altijd nog afspraken worden gemaakt. Zo komt hij maandelijks weer rond en kan hij op termijn weer spaargeld opzijzetten.
Bron: ”Als het om de centen gaat”.