Neonazi-proces Duitsland maandag van start
MÜNCHEN (AP). De Turks-Duitse advocaat Gurcun Daimaguler stelt dat er maar een paar rechtszaken van soortgelijk belang zijn geweest in de recente Duitse geschiedenis. Hij noemt de Neurenbergprocessen tegen nazi-kopstukken (november 1945 - oktober 1946), de rechtszaken tegen prominente leden van de linkse Rote Armee Fraction (RAF) en de juridische aanpak van 120 Oostduitse grenssoldaten die landgenoten die de DDR wilden ontvluchten, doodschoten.
“Dat waren allemaal processen die ook buiten de rechtszaal effect hadden”, aldus Daimaguler. In alle gevallen trad een periode van zelfreflectie in die in sommige gevallen tot de dag van vandaag voortduurt, aldus de jurist.
Maandag start in München het proces tegen Beate Zschäpe (38) en vier medestanders. Zschäpe wordt ervan beschuldigd als lid van de neonazistische Nationaalsozialistische Untergrund (NSU) medeplichtig te zijn aan de moord op acht Turken, een Griek en een politieagente tussen september 2000 en april 2006. Zschäpe zou ook betrokken zijn geweest bij tenminste twee bomaanslagen en vijftien bankovervallen.
Ze zou alle haar ten laste gelegde daden tezamen met Uwe Mundlos en Uwe Böhnhardt hebben gepleegd. Mundlos (38) en Böhnhardt (34) pleegden op 4 november 2011 zelfmoord, kort nadat de politie hen op het spoor was gekomen na een bankoverval in Eisenach. Daarbij maakten de twee bijna 72.000 euro buit.
Zschäpe stichtte kort nadat bleek dat haar twee kompanen dood waren brand in hun woning in Zwickau. Ze was vier dagen op de vlucht voordat ze zich overgaf aan de politie. Via haar advocaat Wolfgang Heer heeft Zschäpe alle beschuldigingen aan haar adres afgewezen. Verder zwijgt ze. Bij een veroordeling dreigt haar een levenslange gevangenisstraf.
In Duitsland draait de maatschappelijke discussie vooral om de vraag hoe het mogelijk is dat de goed uitgeruste veiligheidsdiensten er zo naast konden zitten met hun theorie dat de moorden het werk waren van allochtone criminele benden.
Diverse toplieden van de veiligheidsdiensten zijn inmiddels opgestapt nadat blunders begaan door hun ondergeschikten bekend waren geworden. Het ging daarbij ondermeer om het negeren van beschikbare informatie over de NSU, het weggooien van bewijsmateriaal afkomstig van informanten binnen de neonaziscene, en het verontachtzamen van racistische motieven bij de moorden.
Het Duitse parlement heeft inmiddels een onderzoekscommissie op de zaak gezet. Die moet ook nagaan of er bij de autoriteiten überhaupt een terughoudende houding bestond bij de aanpak van rechtse extremisten.
Volgens commissievoorzitter Sebastian Edathy (SPD) hebben de 36 verschillende veiligheidsdiensten gefaald bij het uitwisselen van beschikbare informatie. Daarnaast werd rechts geweld per definitie onderschat. Instinctief gaf menig functionaris de slachtoffers de schuld.
In een uit 2007 daterend document opgesteld door de politie in de deelstaat Baden-Württemberg staat zelfs letterlijk dat de moordenaars niet uit West-Europa konden komen ‘want in onze cultuur is het vermoorden van mensen een groot taboe’.
Zschäpe, Mundlos en Böhnhardt kwamen elkaar als tieners in Jena tegen. Kort na de val van de Muur en het einde van de DDR (1989-1990) kwamen ze samen in de Winzerklub. Economisch ging het beginjaren negentig heel slecht. Immigranten kregen veelal de schuld van alle ellende, ook door vooraanstaande politici.
Thomas Grund was in die dagen sociaal werker in Jena. Hij kende de drie uit de Winzerklub. Volgens hem had Zschäpe geen politiek extreme denkbeelden. Ze was gewoon bevriend met de beide Uwe’s, die in latere jaren beiden haar geliefde werden.
Volgens Grund waarschuwden hij en zijn collega’s gedurende de jaren negentig herhaaldelijk voor rechts-extremistische groeperingen die zich in dorpen en kleine steden een machtsbasis veroverden. De autoriteiten bleken echter doof voor hun woorden. Soms leek het er volgens Grund zelfs op dat de autoriteiten extreemrechts beschermden.
Eenzelfde beschuldiging komt uit politieke hoek. Dat zou ook kunnen verklaren dat de NSU zo lang buiten het vizier van de veiligheidsdiensten heeft kunnen blijven.
In 2012 bood bondskanselier Angela Merkel verontschuldigingen aan de NSU-slachtoffers en hun families aan. Zij legde echter geen verband tussen de wandaden en de etnische afkomst van de slachtoffers.
“In Duitsland zijn we bang het woord ‘racisme’ te gebruiken”, aldus Daimaguler, advocaat van enkele van de families van de NSU-slachtoffers. “Zolang we niet durven noemen wat het echt is, zullen wij het probleem nooit kunnen oplossen.”
Barbara John, officieel bemiddelaarster tussen de families van de NSU-slachtoffers en de Duitse regering, is eenzelfde mening toegedaan. “De Duitse samenleving is als zodanig niet racistisch maar er is wel een diepgeworteld wantrouwen jegens immigranten en hun gemeenschap.”
Murat is een Turkse werknemer in Berlijn. Hij wil uit angst voor repressailles niet met zijn achternaam in het nieuws komen. Hij hoopt op een eerlijk proces maar verwacht niet dat de volledige waarheid boven water komt. “Ik geloof dat de NSU werd genegeerd en mogelijk zelfs getolereerd door de autoriteiten.”
Het proces-Zschäpe c.s. had al op 17 april moeten starten. Dat werd uitgesteld nadat Turkse media naar de rechter waren gestapt vanwege het feit dat geen enkele Turkse journalist een plek in de raadszaal had gekregen.
De rechtbank in München had de vijftig plaatsen verdeeld op basis van het princiepe ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’. Een rechter gaf de Turkse media gelijk. De plaatsen werden opnieuw toegewezen, nu op basis van een loting.
Tegen Zschäpe wordt overigens ook nog een aanvullende zaak voorbereid: Oudejaarsavond 1996 zou ze samen met Mundlos en Böhnhardt in Erfurt op het station het vuur hebben geopend op twee jongeren uit Hamburg. De twee wisten ongedeerd met een trein te ontkomen.