Inspectie: Zorg aan zorgmijders nog niet op orde
UTRECHT. De zorg voor zorgmijders met ernstige psychiatrische aandoeningen is nog niet overal in Nederland goed geregeld.
Dat concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in een donderdag verschenen rapport.
Om de kwetsbare doelgroep goed te bereiken, moeten zorgverleners, maatschappelijke organisaties, zorgverzekeraars en gemeenten goed samenwerken, stelt de inspectie. Het afstemmen van taken komt echter nog niet overal van de grond, zo blijkt uit het rapport.
Debet daaraan is onder meer het feit dat zo’n 20 procent van de centrumgemeenten die het voortouw moeten nemen bij de zorg nog niet beschikt over een vastgesteld plan voor de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ). Nog maar de helft van deze gemeenten heeft duidelijke afspraken gemaakt over meldpunten die signalen over zorgmijders moeten verzamelen.
Lovend is de inspectie wel over de snelheid waarmee ggz-instellingen regionale, ambulante teams hebben opgetuigd die mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen integrale zorg aanbieden in hun eigen omgeving. Deze ambulante straatteams werken volgens het (Functional) Assertive Community Treatment model en worden om die reden vaak als FACT-teams aangeduid.
Spijtig is volgens de inspectie wel dat een kleine 20 procent van de onderzochte ggz-instellingen nog niet over dergelijke teams beschikt. Consequentie daarvan is dat 7 van de 43 onderzochte regio’s nog geen beroep kunnen doen op deze vorm van zorg.
Het meest kritisch is de inspectie op de lokale GGD’en. Zij behoren bij het monitoren van de doelgroep een voortrekkersrol te vervullen, maar hebben de zorgmijders met ernstige psychiatrische aandoeningen nog onvoldoende in beeld.
Minister Schippers (VWS) liet donderdag weten verheugd te zijn over de snelle opkomst van de FACT-teams. Ze benadrukt dat het zoveel mogelijk vervangen van dure, instellingsgebonden zorg door ambulante hulpverlening bij zorgvragers thuis een speerpunt is van het kabinetsbeleid.