Irak-conferentie lijkt te mislukken
Ondanks de oproepen van verschillende wereldleiders en de Iraakse bestuursraad om gul te geven, lijkt de internationale donorconferentie voor de wederopbouw van Irak die donderdag in Madrid van start is gegaan, te mislukken.
De prominente rol die de VS in Irak blijven spelen heeft veel landen ertoe gebracht hun hand op de knip te houden, waardoor de conferentie naar verwachting slechts een fractie van de benodigde 56 miljard dollar (ruim 47 miljard euro) zal opbrengen.
Bij de opening van de conferentie erkende secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, meteen dat de Amerikaanse hegemonie in Irak mogelijke donors ervan zou kunnen weerhouden geld te steken in de wederopbouw van Irak. Maar Annan zei ook dat niet gewacht kan worden met de wederopbouw van het land totdat er overeenstemming is over de Amerikaanse rol en het verloop van de democratisering in Irak. „De wederopbouw eist dringend onze aandacht. Ik roep donors ertoe op te geven en gul te geven”, zei de secretaris-generaal op de conferentie, waarbij 74 landen en meer dan 20 internationale organisaties aanwezig zijn.
Australië geeft nog eens 14 miljoen (Amerikaanse) dollar voor de wederopbouw van Irak. Dat heeft de Australische regering vrijdag laten weten. Dit bedrag komt bij de 100 miljoen Australische dollar (72 miljoen Amerikaanse) die het land al heeft toegezegd voor humanitaire hulp en wederopbouw in Irak. De EU zal op de donorconferentie maximaal 200 miljoen euro beschikbaar stellen. Japan verhoogt zijn bijdrage aan de wederopbouw van Irak tot 5 miljard dollar. Dat heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken vrijdag gemeld. Eerder had de Japanse overheid al 1,5 miljard dollar steun toegezegd.
Volgens de VN en de Wereldbank is tot 2007 zeker 36,5 miljard dollar (31 miljard euro) nodig. In totaal zou de wederopbouw 56 miljard dollar (ruim 47 miljard euro) gaan kosten. Washington heeft al 20 miljard dollar (17 miljard euro) toegezegd. Aanzienlijke donaties worden vooral nog van de rijke Golfstaten verwacht.
Het geld dat in Madrid bijeen wordt gebracht, zal worden beheerd door een fonds dat wordt geleid door de Wereldbank, de VN en een Iraaks comité. Die constructie zou mogelijke donors die zich verzetten tegen de Amerikaanse controle over Irak, over de streep moeten trekken. Toch vrezen veel hulporganisaties dat het fonds in Irak weinig besluiten kan nemen over het geld zonder inmenging van de Amerikanen.
Door alle twijfels en onenigheid over de toekomst van Irak is er tot nu toe slechts een paar miljard dollar aan steun toegezegd. Die paar miljard komen naast de twintig miljard dollar die de VS aan Irak willen besteden. Tegenstanders van de Amerikaanse aanval op Irak, zoals Frankrijk en Duitsland, hebben geen geld toegezegd omdat er volgens hen niet snel genoeg wordt gestreefd naar het herstel van Iraks soevereiniteit. Ze gaven overigens wel goedkeuring aan de ruim 230 miljoen dollar die de Europese Unie aan Irak heeft toegezegd. Een lid van de Iraakse bestuursraad, Mouwaffek al-Rubaie, riep in Madrid Frankrijk, Duitsland, Rusland en een reeks Arabische landen op Irak zijn enorme schuldenlast, die het onder het regime van Saddam Hussein heeft opgebouwd, kwijt te schelden. „Daarna kunnen we met zekerheid een bladzijde omslaan”, aldus al-Rubaie.