Buitenland

In de vuurlijn tussen rechts en links

Colombia kiest zondag nieuwe provincie- en gemeenteraden. Politiek geweld overschaduwt de campagne. Negenentwintig kandidaten -één voor het gouverneurschap, elf voor de burgemeesterssjerp en zeventien voor de gemeenteraden- lieten tot hiertoe al het leven in de verkiezingsstrijd. De Colombiaanse regering ziet toch een lichtpuntje: in vergelijking met de vorige stembusgang lijkt het aantal politieke moorden met eenderde te zullen dalen.

IPS
24 October 2003 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 00:39

Het geweld dat de 15.000 kandidaten bedreigt, kan op het conto worden geschreven van extreem rechtse paramilitaire milities en de linkse guerrillabeweging FARC (Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia). Op 4 juni viel het eerste slachtoffer: Tirso Velez, kandidaat-gouverneur in de provincie Norte de Santander op de grens met Venezuela. Hij werd in de provinciehoofdstad Cucuta op klaarlichte dag vermoord door een doodseskader van de paramilitaire koepel AUC (Verenigde Zelfverdedigingsgroepen van Colombia). Midden september werd Jose Castillo, kandidaat-burgemeester in Soledad, voor de ogen van zijn vrouw en zijn vader neergeschoten.

„Politici die gouverneur of burgemeester willen worden in Colombia lopen dwars door de vuurlijn van extreem rechtse paramilitairen en linkse guerrillero’s”, zegt Gilberto Toro, de voorzitter van de FCM, de Colombiaanse vereniging van steden en gemeenten. „De meeste kandidaten hebben niet eens banden met een van beide gewapende groepen. Maar ze worden wel gedwongen met de paramilitairen en de guerrilla te onderhandelen. Beide kampen ondermijnen de democratie in Colombia.”

De FARC en de paramilitaire groepen zijn in een wedloop verwikkeld om een zo groot mogelijk gebied onder controle te krijgen. Beide groepen weten dat ze vroeg of laat een vredesakkoord zullen moeten sluiten, en dan is het een kwestie van krachtsverhoudingen op het terrein. De AUC en het merendeel van haar regionale eenheden hebben al een akkoord gesloten met de regering om tegen 2005 te demobiliseren, en de FARC hebben de regering laten weten bereid te zijn vredesgesprekken aan te vangen. Maar dat wil niet zeggen dat beide kampen de wapens nu al laten rusten.

In augustus hadden de FARC een communiqué verspreid waarin alle verkiezingskandidaten in de 64 gemeenten van de zuidwestelijke provincie Cauca werden aangemaand zich terug te trekken. Een week voor de verkiezingen riep de radio van de FARC zijn strijders ertoe op „alle kandidaten te vermoorden die het niet eens zijn met onze voorstellen voor een politieke oplossing van het conflict in Colombia.”

De verkiezingscampagne wordt niet alleen getekend door politieke moordaanslagen. Op diverse plaatsen gingen kandidaten door de knieën voor chantage. In 21 gemeenten durft slechts één kandidaat op te komen voor het burgemeesterschap. In elf andere gemeenten en steden hebben alle verkiezingskandidaten zich teruggetrokken. Het geweld tijdens deze verkiezingscampagne mist zijn doel niet: in het totaal gooiden 48 kandidaten de handdoek in de ring omwille van veiligheidsproblemen. Achtentachtig anderen trokken hun kandidatuur in om „persoonlijke redenen.”

Toch vindt de Colombiaanse minister van Defensie, Marta Ramirez, dat deze verkiezingscampagne rustiger is verlopen dan vorige edities. „De aanwezigheid van de strijdkrachten en de politie in gebieden waar ze tot voor kort geen toegang meer hadden, heeft het aantal moordaanslagen tegen verkiezingskandidaten met 34 procent doen dalen. Het aantal ontvoeringen nam af met 85 procent en de aanslagen tegen partijlokalen met 72 procent.”

Ook na de stembusgang van 26 oktober blijft de vraag wat er met de nieuwe burgemeesters zal gebeuren. De guerrillabeweging FARC gaf vorig jaar 420 burgemeesters het bevel hun post te verlaten; 340 onder hen zijn inmiddels weer teruggekeerd, maar 80 anderen blijven uit hun gemeentehuis weg uit angst voor hun leven. Op 6 oktober werd Orlando Hoyos, de burgemeester van Bolivar in de provincie Cauca, vermoord. Hij had net een onderhoud gehad met de plaatselijke commandant van de FARC om hem ervan te overtuigen dat hij geen contacten onderhield met de paramilitaire milities.

De lokale verkiezingen van zondag zijn overigens het directe gevolg van het politieke geweld. Volgens de Colombiaanse grondwet moeten er nieuwe verkiezingen komen als de post van gouverneur of burgemeester niet wordt waargenomen. En dat was in 137 gemeenten het geval.

De stafchef van het Colombiaanse leger, generaal Carlos Ospina, gaf alle kandidaten de raad hun verkiezingscampagne zo beperkt mogelijk te houden en zich te onthouden van contacten met de paramilitaire groepen en de guerrilla. „Het is beter wat stemmen te verliezen dan het leven”, zo luidt het filosofische advies van de generaal.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer