„2015 was net iets te snel”, aldus Plasterk. Politieke partijen hadden bezwaar gemaakt tegen de haast, omdat zij vreesden kieslijsten niet op tijd af te hebben door het krappe tijdschema. Ook vanuit de provincies zelf was de minister gevraagd om het iets rustiger aan te doen. Daar geeft Plasterk nu dus gehoor aan: „We mikken op 2016 als fusiedatum”.

Verder gaat het nieuwe landsdeel bij wijze van proef een aantal taken van de rijksoverheid overnemen, zei Plasterk. Er wordt nog gekeken welke werkzaamheden precies door de superprovincie gedaan kunnen worden, maar de minister denkt onder meer aan zaken als ruimtelijke ordening, milieu en verkeer.

Ook is besloten dat andere provincies niet hoeven te fuseren als ze dat niet willen. Plasterk gaat inventariseren welke provincies samen willen gaan, maar gaat het niet verplichten. Hij stelt best geluiden te horen van welwillende provincies, bijvoorbeeld in het noorden van het land. „Maar de opvatting van de provincie wordt doorslaggevend”, aldus de minister.

D66-Kamerlid Gerard Schouw reageerde ongerust: „Uitstel van hervormingen bij het sociaal akkoord, uitstel van hervormingen bij het zorgakkoord en nu ook uitstel van belangrijke bestuurlijke hervormingen. Laat dit vooral geen afstel zijn.” Hij vindt de hervormingen van Plasterk noodzakelijk om een einde te maken aan de „bestuurlijke spaghetti” in Nederland.

VVD en PvdA besloten in het regeerakkoord om Nederland in de toekomst op te delen in vijf grote landsdelen, in plaats van de 12 huidige provincies. Noord-Holland, Utrecht en Flevoland zijn als eerste aan de beurt.