Van Rijn wil voorkomen dat er discussie ontstaat als iemand intensieve zorg nodig heeft. Hij laat daarom de afspraak uit het regeerakoord los waarin nog werd afgesproken om de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) om te vormen tot een nieuwe landelijke voorziening. In die opzet bepaalde de gemeente of iemand hulp kreeg, maar die hulp blijft nu een verzekerd recht. „Het kabinet wil er geen twijfel over laten bestaan dat mensen die zorg nodig hebben, die krijgen”, aldus Van Rijn.

Verder is er, onder zeer strikte voorwaarden, recht op een persoonsgebonden budget (pgb) waarmee mensen zelf hun zorg kunnen regelen. Daarnaast wordt de thuisverpleging zo geregeld dat mensen niet alleen de medische, maar ook de niet-medische hulp kunnen krijgen van dezelfde hulpverlener. En ter vervanging van diverse regelingen die elkaar overlapten komt er in 2014 een vangnet (700 miljoen euro) om maatwerk te kunnen leveren bij inkomenssteun.

Volgens cijfers van het ministerie van VWS maken in Nederland 800.000 mensen gebruik van de langdurige zorg. „Goede langdurige zorg is ons veel waard, maar kost ook veel. In 2013 droeg elke volwassen Nederlander 3000 euro bij aan de AWBZ”, aldus Van Rijn. Hij gaat de langdurige zorg, waar de kosten snel oplopen, zo omvormen dat de nieuwe opzet aansluit bij bijvoorbeeld de wens van veel mensen om zo lang mogelijk thuis te wonen. Gemeenten en zorgverzekeraars worden meer verantwoordelijk voor de hulp die mensen thuis krijgen.

Met zijn brief waarin ook afspraken uit het woensdag gesloten zorgakkoord met werkgevers en werknemers zijn opgenomen, geeft de bewindsman het startsein voor het debat in de Tweede en Eerste Kamer.