Een goede boodschap voor slechte mensen
De meeste mensen in ons land gaan nooit naar een kerk. Ze horen dus weinig of niets van het Evangelie van Gods genade. Daardoor kunnen allerlei misverstanden daarover welig tieren. Zo denken veel mensen dat de uitverkiezing betekent dat God de allerbeste mensen selecteert. Niets is echter minder waar. Paulus schreef reeds aan de Korintiërs dat God het dwaze, het onedele der wereld, het verachte heeft uitverkoren opdat „Hij hetgeen iets is, teniet zou maken” (1 Kor. 1:28).
Zo zijn er meer misverstanden rond Gods heilsboodschap in deze wereld. Want laten we dat goed vasthouden: het Evangelie is in de eerste en voornaamste plaats een heilsboodschap voor slechte mensen. Ook onze wereldse buren moeten horen van Hem Die zondaren zaligmaakt. Het is een christelijke roeping om daar rustig, aanhoudend en indringend op te wijzen. Het ambt van alle gelovigen dringt daartoe.
Nu is het echter best lastig om met seculiere mensen een gesprek te hebben over de wezenlijke dingen van het leven. Vaak is daarvoor geen enkele belangstelling. Dat is ook wel te verklaren. We weten immers dat van nature niemand naar God vraagt. We moeten dus niet denken dat seculiere mensen zitten te wachten op Gods goede boodschap.
Trouwens, ook de meeste kerkmensen zijn er niet zo verlegen om. Vaak blijft er van de gehouden preken op zondag niet zo veel hangen. Dat blijkt bijvoorbeeld tijdens een huisbezoek. Het is soms wonderlijk wat mensen allemaal aandragen om hun gebrek aan wezenlijke betrokkenheid te verbloemen.
Maar hoe bereiken we nu onze seculiere buren? Als we de Bijbel opslaan, vinden we daarin goede antwoorden. In Johannes 4 lezen van een gesprek tussen de Heere Jezus en een Samaritaanse vrouw. De Heere brengt een gesprek op gang door gewoon om water te vragen. We zouden dus in de trein een gesprek met een medereiziger gewoon kunnen beginnen met de vraag: Waar gaat u naartoe? Vervolgens kunnen we dan proberen wat verder te komen. Contact leggen is altijd de eerste stap in het spreken over wezenlijke zaken. Soms lukt het dan om wat verder te komen. Soms is dat moeilijker, zo leert de praktijk. Maar laten we het proberen. De Heere zou een enkel gesprek kunnen gebruiken.
Een ander probleem is de inhoud van het gesprek. Ik wees er reeds op dat er veel misverstanden zijn. Zo kan een seculier mens met de beschuldiging komen dat christenen alle niet-christenen naar de hel verwijzen. Onlangs vroeg een van de catechisanten me hoe hij met een dergelijk verwijt moet omgaan. In een gesprek werd hem voor de voeten geworpen dat de Bijbel alle niet-gelovigen afschrijft.
Het is best lastig om met dergelijke opmerkingen om te gaan. We mogen immers de moeilijke kanten van de Bijbelse boodschap niet voor de ander verbergen. En inderdaad er is buiten Christus geen heil en redding. Trouwens, ook voor kerkmensen is dit een zeer belangrijke boodschap. De Bijbel houdt vooral christenen deze boodschap voor. Paulus zegt tegen de Korintiërs dat eenieder die de Heere Jezus niet liefheeft een vervloeking is. Paulus nam rond de kernzaken van het Evangelie geen blad voor de mond.
Maar nu de vraag hoe we dit soort dingen ter sprake brengen bij mensen die weinig of niets van de Bijbel weten. Moeten we dan beginnen met hel, verwerping, rampzaligheid en duivel? Sommige seculiere mensen hebben inderdaad de indruk dat het daarom draait in de Bijbel. Toch is dat een misvatting. Zeker in relatie tot seculiere medemensen.
Laten we bij de Bijbelse boodschap beginnen met het heil dat God aan zondige mensen bekendmaakt. Gods wandelt in het Evangelie zondaren na. De Bijbelse boodschap is een goede boodschap voor slechte mensen. En mensen worden door God uitgenodigd om van die boodschap kennis te nemen.
De Bijbel gaat zelfs een stap verder. We mogen aandringen om de boodschap die God aanbiedt, aan te nemen, te geloven. Paulus zegt in de gevangenis tegen de wanhopige stokbewaarder: Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden, gij en uw huis (Hand 16:31). Kijk, dat mogen en moeten we vooral tegen medemensen zeggen. God doet een aanbod van redding door het bloed van Christus. De grootste en de ergste zondaren zijn welkom bij God.
Maar hoe zit het dan met die moeilijke kanten van de Bijbel? Die mogen we niet verzwijgen. Dat is zeker. Maar zijn dat niet dingen die we ter sprake moeten brengen als we mensen zover hebben gekregen om de Bijbel te lezen, mee te gaan naar de kerk en Bijbelstudie te gaan doen? De Bijbel is Gods raad voor een verloren wereld. En als we eenmaal iemand zover hebben dat hij of zij wil luisteren, dan moeten we ook een stap verder gaan.
Mensen kunnen de boodschap van God ook naast zich neerleggen. Dat heeft enorme gevolgen. Dat leidt tot de ondergang. Die kant van het Evangelie mag nooit verzwegen worden. Maar laten we er tegenover seculiere mensen niet mee beginnen. Pas meer geoefende Bijbellezers moeten weten van verkiezing en verwerping, hel en hemel. Dat staat Gods heilsboodschap niet in de weg. Het is er een duidelijke onderstreping van.
Ten slotte is het niet eenvoudig om anderen te winnen. Er zijn zo veel misverstanden. Ook in de kerk kom je dat tegen. Toch is er iets wat nog belangrijker is dan praten. Paulus was een goede reuk van Christus. Je kon aan hem merken wie zijn Zaligmaker was. En dat maakte indruk. Zelfs in de gevangenis te Filippi, een oord waar toch meestal niet de meest fijnzinnige mensen bij elkaar zijn, hoorden de gevangen naar hen. Evangelie voor slechte mensen.
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente te Amersfoort. Reageren? goedbekeken@refdag.nl