Dekker gaat achterstandsgeld beter verdelen
DEN HAAG. Scholen hoeven in de toekomst niet langer zelf het opleidingsniveau van de ouders van hun leerlingen door te geven aan het ministerie van Onderwijs.
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs gaat de informatie op andere manieren achterhalen, zo schrijft hij in een brief die hij woensdag naar de Tweede Kamer stuurde. Het opleidingsniveau van ouders is van belang bij de verdeling van de zogenoemde achterstandsgelden. Een kind waarvan de ouders een lage opleiding heeft, telt voor 1,4 of voor 1,7 kind. Via dit telsysteem krijgen scholen met veel kinderen van wie de ouders een lage opleiding hebben, verhoudingsgewijs meer geld voor leerkrachten. Daardoor verkleinen de scholen hun gemiddelde klassegrootte.
Vorig jaar bleek uit steekproeven van de Onderwijsinspectie dat scholen zo’n 50 miljoen euro teveel aan subsidie kregen om leerlingen met een achterstand te helpen. Daarop liet het ministerie een onderzoek uitvoeren en daaruit bleek dat veel scholen fouten maken bij het vaststellen en doorgeven van het opleidingsniveau van ouders.
Een school maakte in 2011 gemiddeld 15 fouten; een jaar eerder lag dat aantal nog op 11. Dekker: „Het is een slechte zaak dat er zo veel fouten worden gemaakt.” Omdat scholen onjuiste gegevens doorgeven, is de bewindsman bang dat het geld voor de achterstanden –in de onderwijswereld de gewichtenregeling genoemd– niet bij de meest kwetsbare kinderen terechtkomt.
Alle fouten die werden gevonden, zijn hersteld. Scholen hebben hun administratie aangepast en hebben het teveel ontvangen geld via een subsidiekorting terug moeten betalen. Scholen die veel fouten maakten, krijgen komend jaar opnieuw controles. Scholen die meermalen bewust in de fout zijn gegaan, krijgen mogelijk zelfs een boete.
Staatssecretaris Dekker gaat in de toekomst de gegevens op een andere manier achterhalen. Na de zomervakantie zal hij de Tweede Kamer informeren over zijn plannen. De nieuwe werkwijze levert de scholen een aanzienlijke lastenverlichting op, zo schrijft de bewindsman in zijn brief.