Meer productie technologiesector in Oost-Europa
Steeds meer technologiebedrijven verplaatsen een deel van hun productie naar Centraal- en Oost-Europa.
In de sector heeft 11 procent van de ondernemingen zulke plannen. Dit betekent dat binnen vijf jaar ruim 20 procent van de Nederlandse technologiebedrijven in Centraal- en Oost-Europa zal produceren. Dat staat gelijk aan ruim 480 ondernemingen. Dat schrijven de werkgeversorganisatie FME-CWM en het ministerie van Economische Zaken in een woensdag gepubliceerd onderzoek.
Daaruit blijkt dat ongeveer 11 procent van de bedrijven aangesloten bij FME-CWM al een fabriek heeft in Centraal- en Oost-Europa. Volgens de onderzoekers lijkt het door het verplaatsen van de productie „onvermijdelijk dat kennis weglekt naar Centraal- en Oost-Europa.” Volgens een woordvoerder van FME-CWM betekent dit niet een verlies van werkgelegenheid. Hij meent dat deze bedrijven beter nadenken over innovatie. Dat leidt tot een betere concurrentiepositie en uiteindelijk tot meer banen in Nederland, met name voor hoogopgeleide mensen.
Bedrijven verplaatsen hun productie richting het oosten omdat de lonen daar lager liggen. Daarna volgen Nederlandse toeleveranciers hun klanten die daar naartoe verhuizen. „De ondernemers realiseren zich dat ze hun klanten moeten volgen om ze te behouden”, staat in het rapport.
Ondernemers die hun fabriek naar Centraal- en Oost-Europa willen verplaatsen, moeten vooral geduld meenemen en voorzichtig beginnen, aldus de onderzoekers. Zo kost het jaren van inspanning om de cultuurverschillen te overbruggen. Tsjechië en Polen zijn de populairste landen. Slowakije en Hongarije volgen op enige afstand. Een aantal bedrijven richt zich meer op China dan op onze Europese oosterburen.
Overigens zijn de nieuwe fabrieken in Oost-Europa meestal beperkt van omvang. De onderzoekers waarschuwen onder andere voor corruptie, bureaucratie en onbekendheid met nationale wet- en regelgeving.