De impasse in politiek Rome leek zaterdagochtend compleet. Het was niet alleen wekenlang niet gelukt om na de parlementsverkiezingen in februari een nieuwe regering te vormen, ondanks het feit dat het land in een diepe economische crisis verkeert en stabiliteit zou moeten uitstralen. Ook de verkiezing van een nieuw staatshoofd werd een politieke martelgang.

In vijf stemrondes lukte het dagenlang niet een meerderheid achter de centrumlinkse kandidaten voor de opvolging van Napolitano te krijgen. Een deel van de eigen achterban liet partijleider Pier Luigi Bersani van de Democratische Partij (PD) steeds weer in de steek. De oud-communist repte over „verraders” en stapte op, evenals partijvoorzitter Rosy Bindi en plaatsvervangend partijleider Enrico Letta. Zij hebben de partij in „chaos” achtergelaten, aldus de toonaangevende krant la Repubblica zondag.

Als laatste grote politieke daad als partijleider ging Bersani samen met de centrumrechtse leider Silvio Berlusconi op bezoek bij Napolitano in het Quirinaalspaleis. De ex-communist is het oudste staatshoofd van Europa en had vorig jaar aangegeven dat hij geen tweede ambtstermijn ambieert. „Ik begin de last van de jaren te voelen”, aldus Napolitano.

Maar Bersani, Berlusconi en demissionair premier Mario Monti overtuigden Napolitano ervan dat er geen andere uitweg was uit de impasse. „In het belang van de natie” stelde hij zich beschikbaar voor een tweede ambtstermijn en kreeg bijna driekwart van de stemmen in het kiescollege van Kamer, Senaat en regiovertegenwoordigers. Napolitano kreeg een staande ovatie. Hij is de eerste president die wordt herkozen sinds de oprichting van de Italiaanse Republiek in 1946.

Napolitano eist dat de politieke partijen nu ook hun verantwoordelijkheid nemen. Hij wil „geen veto’s meer”. Eerst weigerde de komiek Beppe Grillo met zijn Beweging 5 Sterren om steun te geven aan Bersani. Die weigerde vervolgens in zee te gaan met de door schandalen omgeven Berlusconi.

Politieke bronnen in Rome melden dat Napolitano nu aanstuurt op een regering onder leiding van de voormalige socialistische premier Giuliano Amato, met twee vicepremiers: een uit het Bersani-kamp en een uit het Berlusconi-kamp.