Foutparkerende kerkganger in Veenendaal krijgt direct boete
VEENENDAAL. De gemeente Veenendaal gaat strenger optreden tegen foutparkeerders, onder meer ook op zondag rond kerkgebouwen.
In het centrum van Veenendaal staan ’s zondags de smalle straatjes bij kerken vaak bomvol, terwijl grote parkeerterreinen in de directe omgeving amper worden benut. Buurtbewoners ondervinden daar hinder van, aldus de gemeente Veenendaal.
Woordvoerster Veronica Gieben noemt met name de situatie rond de hervormde Oude Kerk aan de Markt en in de nabijgelegen Beatrixstraat, waar de gereformeerde gemeente in Nederland samenkomt. „Omwonenden en wijkplatforms hebben herhaaldelijk geklaagd over foutparkeren.”
De gemeente zal af en toe een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) op zondag toezicht laten houden in de straten rond kerkgebouwen, maar vraagt ook via de kerkbesturen de medewerking van de kerkgangers om de parkeerproblemen in het centrum van Veenendaal uit de wereld te helpen.
Ruimte genoeg
Scriba R. F. Kraaijeveld van de gereformeerde gemeente in Nederland erkent dat er soms sprake is van parkeeroverlast. „Het komt voor dat een gemeentelid de auto voor een uitrit parkeert. Als we zoiets zien, zeggen we er wat van, want dat kan natuurlijk niet. Het is meer dan terecht als de gemeente of de politie dan een boete uitschrijft. In ons kerkblad hebben we de gemeenteleden wel gewezen op een parkeerterrein in de buurt. Daar is ’s zondags ruimte genoeg en het is goed aan te lopen.”
De scriba van de hervormde gemeente was vrijdagavond niet voor een reactie bereikbaar.
De strengere aanpak van het foutparkeren betreft niet alleen de kerkgangers, benadrukt woordvoerster Gieben. „Hangjongeren, hondenpoep en foutparkeren geven de meeste overlast in onze gemeente. We willen alle drie terugdringen. Foutparkeren proberen we uit te bannen op álle plaatsen waar dat veel voorkomt, onder meer bij kerken, scholen en buurtcentra. Als mensen bijvoorbeeld hun caravan of aanhanger langere tijd ergens hebben staan, is dat evengoed hinderlijk. Ook daar treden we tegen op.”