’Laat mbo’er niet tussen wal en schip vallen’
ROTTERDAM (ANP) - Mbo-scholen moeten samen met gemeenten de handen ineenslaan om te voorkomen dat studenten die bijna afstuderen, niet aan een baan komen. Minister Jet Bussemaker wil extra aandacht voor deze groep leerlingen, omdat zij tussen wal en schip dreigen te vallen. Dat zei Bussemaker woensdag op een bijeenkomst met schoolbestuurders en wethouders in Rotterdam.
De minister wil dat de scholen snel in kaart brengen wie er bijna gaan afstuderen. Samen met gemeenten moeten deze leerlingen zo snel mogelijk aan een werkgever worden gekoppeld. Op die manier kan worden voorkomen dat deze studenten werkloos raken, denkt Bussemaker.
Het kabinet heeft 50 miljoen euro uitgetrokken voor de aanpak van jeugdwerkloosheid, waarvan de helft door regio’s kan worden uitgegeven. Er is echter pas net een begin gemaakt met die aanpak, waardoor de huidige lichting afstuderende mbo’ers er vaak nog geen gebruik van kunnen maken. Voor hen moeten scholen en de 35 zogeheten regiogemeenten een stapje harder lopen, vindt de minister.
„Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij zowel onderwijs, ondernemers als overheid om mbo’ers op een goede manier over te dragen aan de arbeidsmarkt”, zegt Bussemaker. De regiogemeenten hebben daarbij volgens haar een belangrijke rol. „Door pas afgestudeerde mbo-jongeren slim te koppelen aan werkgevers in de regio, kunnen zij ervoor zorgen dat deze groep niet tussen wal en schip valt.”
In Rotterdam wordt met 125 zogeheten startersbeurzen al een beginnetje gemaakt. Met dat geld kunnen jongeren met een mbo-diploma (niveau 2 of hoger) werkervaring opdoen in de praktijk. Daardoor wordt de kans op het vinden van een ‘echte’ baan groter. Ook worden mbo’ers gestimuleerd om langer door te leren en opleidingen te volgen met een grote kans op werk, zoals techniek.