LCJ-appeldag: gered worden uit brandend huis (fotoserie)
„Ben jij al wakker? Of lig je nog in een brandend huis te slapen?” De -16 appèldag van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) ging zaterdag over het thema “Ik geloof het wel”.
Geboeid kijken de aanwezige tieners naar een filmpje over Harm, die rustig in zijn bed ligt te slapen. Een doordringend gepiep verstoort zijn rust. Harm drukt verdwaasd op zijn wekker en slaapt weer door. Dat had hij niet moeten doen; giftige rookwolken komen onder zijn kamerdeur door en verstikken de slapende puber. Beneden slaan brandweermannen de deur in, rennen de trap op en nemen de inmiddels bewusteloze tiener mee naar buiten. „Zijn er nog meer mensen in het huis?” Harm krijgt een paar flinke tikken op zijn wang. „Hallo jongen, wordt eens wakker. Zijn er nog meer mensen in huis?” Harm opent lodderig zijn ogen. Het beeld op het scherm veranderd van een rampscène in een slaapscène. Harm kijkt verdwaasd om zich heen in zijn slaapkamer. De gebeurtenissen blijken een droom te zijn geweest. „Ben jij al wakker?” is de vraag aan het eind van het filmpje.
De jongeren zijn zichtbaar onder de indruk van het verhaal. Geroezemoes klinkt. „Was het nou echt een droom?”, vraagt een meisje zich vertwijfeld af.
Dominee Post neemt het woord en de tieners vallen stil. „Wat is dat nou voor een vraag”, zegt hij. „Ben je al wakker? Natuurlijk ben je dat, we zijn toch hier. De vraag heeft een andere betekenis: geloof jij al?”
Wij leven vanaf onze geboorte in brandend huis, legt de predikant uit. „Door onze zonden hebben we het vuur zelf aangestoken. Het oordeel van de Heere komt net als het vuur stap voor stap dichterbij. Daarom moeten we allemaal geestelijk wakker worden. Er is levend geloof nodig om gered te worden.”
De christelijke gereformeerde predikant legt uit wat geloven inhoud: zeker weten dat het waar is wat God zegt in de Bijbel. „Dan ga je proberen uit het brandende huis te komen en leer je dat alleen de Heere ons kan en wil redden.”
De Heere Jezus is het beste te vergelijken met die brandweermannen, zegt hij: Hij moest het huis van deze wereld ingaan en zelf sterven in de brand van Gods toren. Hij ving de vlammen van de hel op. De Heilige Geest wil je leren te vertrouwen op Hem. Klem je vast aan de Heere Jezus, door je aan Gods beloften vast te houden. Dat is geloof.”
Gelovend leven
Na de pauze neemt ds. W.A. Capellen het woord. Hij legt uit wat gelovend leven is: volgend, vruchtbaar en vreugdevol. „Een gelovige leeft anders door Jezus te volgen.”
De predikant trekt een vergelijking met een familie die met meerdere auto’s op vakantie gaat. Zit je in één van de volgauto’s, dan is het niet de bedoeling dat je onderweg even stopt om een ijsje te kopen, of de andere auto uit het oog raakt. „Volgen kost inspanning en concentratie. De Heere Jezus bepaalt de route, een kortere route nemen gaat niet.”
Hoe je weet welke weg de Heere Jezus wil dat je neemt? Door biddend de routekaart, de Bijbel te lezen. „De route is niet makkelijk. Soms moet je zoeken naar de wil van God in je leven. En we blijven altijd zondige mensen, met zondige verlangens en gevoelens. Dan willen we tóch dat ijsje halen, of denken we tóch een kortere route te weten.”
Vruchtbaar leven betekent laten zien dat je een volgeling van Hem bent. Op internet, in je muziekkeuze, in de woorden die over je lippen komen en de moppen die je tapt. „Leven tot Gods eer is soms best moeilijk. Onmogelijk zelfs in eigen kracht. Maar met Zijn hulp kun je laten zien dat Hij het voor het zeggen heeft in jouw leven.”
Is het niet saai, Hem volgen? Dan mag je toch niks meer? De predikant ontkent dat ten stelligste. „Het leven met God is vreugdevol. Die blijdschap gaat veel dieper dan die van deze wereld. Als je de Heere hebt, dan heb je houvast, ben je veilig en heb je toekomstperspectief. Dat geeft vreugde. Wie niet in Hem gelooft, komt in de buitenste duisternis. Wie gelooft, heeft het eeuwige leven. Er is niets zo heerlijk dan een kind van God te zijn.”