Binnenland

Directeur drukkerij BDU: Kranten moeten keuzes maken

Hoewel de digitalisering ook de krantenwereld niet voorbijgaat, zullen dagbladen zeker de eerste twintig jaar niet verdwijnen, stelt Henk van Esch (53), algemeen directeur van de Koninklijke BDU in Barneveld, drukker van deze krant.

Bert Monster

13 April 2013 19:09Gewijzigd op 15 November 2020 03:03
Henk van Esch, algemeen directeur van de Koninklijke BDU in Barneveld, in de hal waar de nieuwe geavanceerde drukpers staat opgesteld waarmee het Reformatorisch Dagblad vanaf maandag op tabloidformaat wordt gedrukt.   Foto RD, Anton Dommerholt
Henk van Esch, algemeen directeur van de Koninklijke BDU in Barneveld, in de hal waar de nieuwe geavanceerde drukpers staat opgesteld waarmee het Reformatorisch Dagblad vanaf maandag op tabloidformaat wordt gedrukt. Foto RD, Anton Dommerholt

Technici sleutelen nog aan de gloednieuwe drukpers die vanaf maandag dagelijks het Reformatorisch Dagblad op tabloidformaat drukt. Zij zetten de laatste puntjes op de i, zodat de boel maandag soepel draait.

Dat klinkt simpel, maar Van Esch weet beter. De ontwikkeling van de nieuwe drukpers in Duitsland, de aanvraag van de bouwvergunningen en de realisatie van de hal waar de machine staat, hebben ruim twee jaar gekost.

„Al enkele jaren zijn we met de Erdee Media Groep, en enkele andere uitgevers, in gesprek om een tabloidkrant te drukken waarbij de katernen gestapeld zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat leden van een gezin niet de hele krant uit elkaar hoeven te trekken om ingevouwen delen te bemachtigen, maar dat elk katern als los exemplaar gelezen kan worden.”

Het zogeheten gestapeld drukken is in krantenland revolutionair. Het is een concept dat nooit eerder op deze wijze is gebruikt. Van Esch klopte in eerste instantie tevergeefs aan bij twee Duitse bedrijven en een Amerikaans onderneming met de vraag een dergelijke machine te ontwikkelen. Bij alle drie kreeg hij al snel het antwoord dat zo’n drukpers technisch gezien een onmogelijkheid was.

„Toch hebben we ons niet bij het antwoord neergelegd. De Duitse firma KBA is met ons de diepte ingegaan. Uiteindelijk bleek medio 2011 dat het bedrijf tóch in staat was de door ons gewenste drukpers te bouwen.”

Procedures

Maar met die toezegging was de hele zaak nog geenszins in kannen en kruiken. Met twee drukpersen in gebruik zag de BDU zich genoodzaakt het bedrijfspand uit te breiden met een hal waar de nieuwe pers komt te staan. „Je kunt een oude pers pas weghalen als de nieuwe volledig operationeel is”, aldus Van Esch. Voor de bouw van een grote hal en gedeeltelijke verbouwing van het bestaande bedrijfspand is groen licht van de gemeente nodig. Een vergunning om in de hoogte te mogen bouwen, een omgevingsvergunning en uiteindelijk een bouwvergunning. „Al die procedures hebben een aantal maanden gekost.”

Op 30 december 2011 gaf de BDU opdracht aan de aannemer om met de bouw van de nieuwe hal te beginnen. Belangrijk onderdeel is de ruim 1 meter dikke betonnen vloer, die bestand moet zijn tegen de zware trillingen van de drukpers. Voor de vloer waren circa vijftig betonwagens nodig met in totaal zo’n 500.000 ton beton. „De vloer moet volstrekt waterpas zijn, omdat de minste afwijking haar weerslag heeft op de drukkwaliteit.”

KBA in Duitsland bouwde intussen verder aan de drukpers. In september vorig jaar was de hal klaar. Een maand later brachten vrachtwagens vanuit Duitsland de nieuwe drukpers in onderdelen over naar Barneveld.

Van Esch is enthousiast over de nieuwe drukpers. Toegegeven, het geavanceerde apparaat van een paar verdiepingen hoog heeft een indrukwekkende uitstraling. Maar is een investering van 15 miljoen euro verantwoord terwijl her en der geruchten opduiken dat papieren kranten hun beste tijd hebben gehad of misschien zelfs helemaal zullen verdwijnen? Van Esch: „Al 35 jaar wordt er gesproken over een papierloos tijdperk. Maar daar is niets van gebleken. Wereldwijd is de vraag naar krantenpapier niet tot nauwelijks afgenomen. China en Brazilië bijvoorbeeld zijn groeilanden. Als daar een paar procent meer mensen kranten gaat lezen, leidt dat direct tot een stijging van de vraag naar papier. In Amerika en Europa daarentegen is de vraag naar krantenpapier de laatste tien jaar wél gedaald.”

Papier

Een krant is conjunctuur­gevoelig, verklaart Van Esch de daling. „Door de economische crisis gaan mensen samen lezen. Bovendien blijven adverteerders weg, omdat het in het bedrijfsleven slecht gaat. Maar ook los van de crisis is er in de Verenigde Staten en Europa een structurele afname van papiergebruik door de opkomst van internet, sociale media en e-paper. De teneur is dat digitaal milieuvriendelijk en gratis is, en papier niet gratis en slecht voor het milieu.”

Die vlieger gaat slechts ten dele op, meent Van Esch. „Bij bomenkap voor papier komen er nieuwe exemplaren voor in de plaats. De uitstoot van koolstofdioxide door gebruik van computers is vele malen hoger dan die van de papierproductie. Digitaal is bovendien niet gratis! Betaalde journalisten schrijven de content. Te lang hebben kranten en andere media het nieuws gratis verstrekt.”

Ondanks tegenwind zullen de kranten echter de eerstkomende twintig jaar niet verdwijnen, verzekert Van Esch. „Ze zullen wel interactiever worden. Het RD heeft een unieke positie, met een eigen identiteit. Met een goede mix tussen digitaal en papier zal het RD zich staande kunnen houden. Papier is voor veel lezers van nu nog steeds interessant. Er is steeds meer vraag naar achtergrond en duiding van het nieuws. Daaraan blijft altijd behoefte. Papier zal nooit verdwijnen, maar kranten moeten wel keuzes durven maken. Ze moeten het snelle nieuws overlaten aan websites, en achtergronden en duiding bestemmen voor papier.”

Hoe kijkt Van Esch terug op de vele contacten met het RD in alle voorbereidingen op de overgang naar tabloid? „In de contacten met directeur Bart Visser is er naast het zakelijke op het persoonlijke vlak een klik. Plezier was er ook.” Zo her­innert de BDU-directeur zich de dag van de ondertekening van het contract voor de nieuwe drukpers en de overgang naar tabloid als de dag van gisteren. „Overdag hadden we een uitje in vrijetijdskleding. Bij het diner in het restaurant zouden we die avond de papieren onder­tekenen. Voor zo’n bijzonder moment uiteraard in kostuum. Toch was ik niet helemaal voorbereid, want ik was mijn nette schoenen vergeten. De eerste die dat doorhad, was Bart. Hij wees mij er fijntjes op dat de combinatie ietwat vreemd op hem overkwam en stelde met een knipoog voor dat ik die avond vooral met mijn voeten onder de tafel zou blijven zitten. We hebben er smakelijk om gelachen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer