RD-lezers gebruiken de krant na lezing nog een keer
RD-abonnees maken dankbaar gebruik van hun krant. Ook ná lezing. Voor konijn en cavia bijvoorbeeld. „Maar Moortje mag niet poepen op artikelen over het koningshuis.” Voor sommigen is overgang naar tabloid even slikken.

Verreweg de meeste RD-lezers reageren positief op de overstap van broadsheet naar tabloid. Grote problemen levert de overgang van groot naar klein niet op, zo blijkt uit de stroom reacties op een lezersoproep over het nieuwe formaat én de eventuele gevolgen daarvan. Een bloemlezing.
Arie Groeneveld uit Opheusden krabde zich even achter z’n oren om de formaatwijziging. „Uit mijn werk kon ik zo lekker wegdoezelen achter een tot bungalow uitgevouwen krant. Het kleine formaat is niet meer dan een luifel die me volledig zichtbaar en dus beschikbaar laat blijven.”
Voor scholen zijn grote kranten ideaal. Een juf op De Wijngaard in Barendrecht zit daarom met de handen in het haar. „Het grote formaat was reuzehandig als onderlegger”, zegt Ellen de Jong. Ook de Graaf Jan van Nassau uit Vlissingen moet om. „Ik lees het RD alleen omdat ik de grote vellen steeds voor mijn kleuterklas nodig heb”, aldus Nellie van Dijk. Ze heeft een voorraadje oude exemplaren ingeslagen.
Familie Den Blekers uit Bodegraven heeft eveneens RD’s gespaard. Tabloid is namelijk te klein voor de kruiwagen bij het verschonen van konijn Pluis. Jan Sinke uit Aagtekerke kan eveneens oude kranten gebruiken. „Bij het autospuiten zijn die grote zo fijn. Tabloid wordt puzzelen.”
„Heerlijk, dat nieuwe formaat”, reageert Ria Bok uit Nederhemert. Alleen moet ze straks bij het schilderen meer pagina’s en meer plakband gebruiken. Broadsheet is ongeveer zo breed als een deur, zegt Arie Groeneveld. Krantje leggen, kwastje pakken, klodderen maar. „Ik neem aan dat we nu van Apeldoorn bijscholing krijgen?”
Uitgelezen RD’s gaan de hele wereld over. Arie Loonstra uit Ede gebruikt krantenproppen om zijn kwetsbare modeltreinen „schokbestendig” naar klanten te sturen, tot in Australië, Thailand en Amerika toe. Nooit één klacht, ooit één reactie. „Gute Reformierte Zeitung.”
De kranten van M. E. van den Bosse uit Oostkapelle gaan naar de buurvrouw en belanden via haar dochter in het kattenasiel van Sint-Truiden in België. Uitwerpselen passen ook prima op tabloid. „De katten zullen er niet pissig om worden.”
Rina Koppelaar uit Sliedrecht stuurt een krantenselectie naar Zimbabwe. Op het postagentschap kennen ze haar inmiddels. Voorpaginanieuws en kerknieuws worden steevast gewogen. „Zo nodig verwijder ik een knipsel.”
Schaar
RD-abonnees zetten gretig de schaar in hun dagblad. G. van der Laan uit Nieuw-Amsterdam knipt er lustig op los. Artikelen over AkzoNobel stuurt ze naar haar dochter, recepten naar haar zoon, tractorenverhalen naar een kleinzoon en de stukken over wolven naar een kleindochter. Artikelen over de PKN, de preekbeurten en orgelmuziek gaan naar kennissen. „Wat overblijft, stop ik in de papierbak.”
Corine Ruissen uit Meteren verzamelt alle artikelen over boeken voor de openbare bibliotheek. „Kunnen ze bij de aanschaf van nieuwe boeken rekening houden met het reformatorische publiek.” F. Sonneveld uit Delft haalt de jeugdverhalen voor z’n kleindochter uit de krant. Dagelijks knippen, wekelijks voorlezen.
Diny de Kam uit Halsteren knipt wetenswaardigheden uit voor een lutherse kennis. Artikelen over doopsgezinden gaan naar een schoonzusje, die doopsgezind predikant is. „Zij vindt dit heel interessant.”
Sommige abonnees gebruiken de krant als verkapt evangelisatiemiddel. Bijvoorbeeld voor de buren. „Ik hoop dat ze er nog wat aan hebben”, zegt een abonnee uit Apeldoorn. J. Adriaanse uit Goes geeft de krant aan niet-kerkelijke familie. „Misschien werkt het iets goeds uit.”
Zaadhandel Joh. Kats uit Numansdorp verknipt kranten tot smalle strookjes, als vulling tussen groente- en bloemzaden. „Als klanten de moeite nemen, kunnen ze de krant lezen. Ook in Limburg, Brabant en andere provincies waar veel roomsen wonen.”
Muizen
Papegaai, konijn en cavia –of andere dieren– komen regelmatig in aanraking met het RD. Soms hardhandig. „Hij slaat een mug die zit te pesten, met de krant in één keer buiten westen”, dicht J. Steenbergen uit ’s-Gravendeel. Muizen kunnen onder de muizenval van mevrouw R. den B. een RD in groot formaat verwachten. „Het valletje blijft niet altijd precies op dezelfde plaats staan als de muis erin loopt.”
P. C. Klink uit Ouddorp, M. van ’t Hul uit Elburg en W. de Bie uit Alblasserdam gebruiken hun dagblad bij de broed van duiven. „Jonge duiven zullen ook op tabloidformaat gewoon uitkomen”, verwacht Klink. „Zowel op oud als op nieuw formaat blijven we reformatorische duiven krijgen.”
Het RD slaagt er soms in een slachtpartij te voorkomen. Bertus Wiltink uit Vorden zet pagina’s in om bijenvolken te verenigen. „Als je ze zomaar samenvoegt, vermoorden ze elkaar.” Elk volk heeft namelijk zijn eigen geur. Een krant tussen de twee volken voorkomt een bloedbad. „De verse inkt zorgt ervoor dat beide dezelfde geur aannemen.” Dankzij het RD leven ze nog lang en gelukkig.
Wilma Kooiman uit Bergambacht legt de krant na lezing in het konijnenhok van Moortje. Zaagsel, stro en keutels zijn zo makkelijk en snel te verwijderen. Ze blijft alert. „Ik laat het konijn haar behoefte niet doen op rouwadvertenties, artikelen over het koningshuis of over Joden en christenen, maar op zaken of personen waar ik niet over te spreken ben.”
Kachel
Bij nogal wat lezers verdwijnt de krant in de kachel – helaas voor de redacteuren die zich het vuur uit de sloffen lopen. „Het RD fikt goed”, verklaart P. C. van Dongen uit Sprang-Capelle. Soms gaan kranten in vlammen op na bijvoorbeeld een knipbeurt. „Krant op de vloer, tondeuse aan het snoer. Als laatste: krant op een frommel, in de kachel met die rommel”, rijmt A. C. van der Velden uit Woudenberg.
Veel lezers gebruiken de krant bij het bakken van patat, appelbeignets of vis. „Krantenpapier is poreus, absorbeert vet en olie”, doceert M. de Jong uit Den Haag. De kleine krant is even wennen. „Een heel gedoe met die kleine tabloidvelletjes.” Dick Brandwijk uit Sliedrecht gebruikt een Princess, een „koninklijke frituurpan”, voor goudgele patatjes. „Gelukkig kan dat op tabloid nog steeds.”
Elke zes weken maakt Jeanette van Klinken haar frietpan schoon. „Als de klus geklaard is, denk ik altijd: tot over zes weken.” Om eenvoudig de datum te onthouden, gebruikt ze een verse krant.
Ook bij het schoenenpoetsen is krantenpapier handig, weet J. van Bergeijk uit Lexmond. „Schoensmeer is tuig.”