Christenvervolging

Uitgezette ex-moslim in Syrië gemarteld

Christenen in Syrië kijken met angst en beven naar de toekomst. Wat gaat er met hen gebeuren als president Assad het veld moet ruimen? Maar ook onder Assad moeten ex-moslims die christen zijn geworden vrezen voor hun leven. Het relaas van een in Nederland tot het christendom bekeerde en om die reden gemartelde vluchteling.

Jacob Hoekman
13 April 2013 11:01Gewijzigd op 15 November 2020 03:02
Syrische christenen komen bijeen in een kerk. De meeste christenen zijn bang voor een toekomst zonder Assad, maar moslims die nu christen worden, hebben in Syrië evengoed een probleem. Foto Open Doors
Syrische christenen komen bijeen in een kerk. De meeste christenen zijn bang voor een toekomst zonder Assad, maar moslims die nu christen worden, hebben in Syrië evengoed een probleem. Foto Open Doors

Mohamed Tariq (40) woont nu in de Iraakse hoofdstad Bagdad. De van geboorte Iraakse Tariq –een schuilnaam– hoopt daar op meer veiligheid dan in Syrië, waar hij een tijd lang woonde, hoewel hij als voormalig chauffeur van ex-dictator Saddam Hussein voortdurend op zijn tellen moet passen.

Bovendien is zijn geboorteland niet veilig voor hem vanwege zijn familieleden. Zij haten hem sinds ze weten dat hij christen is.

Leren bidden

Die ommekeer dateert van 2009, toen hij in een asielzoekers­centrum in Apeldoorn terechtkwam. Zijn stevige gestalte boezemde ontzag in, herinnert een Apeldoorner die anoniem wil blijven zich. De Apeldoorner staat vanuit een van de kerken al jaren asielzoekers bij. Hij nodigde Tariq uit voor evangelisatieactiviteiten, zoals hij zo vaak doet met asielzoekers. „Tariq wilde direct mee naar Bijbelstudie. Hij vroeg me: Ik wil graag leren bidden. Kun jij mij daarbij helpen?”

Kort daarop gaf Tariq blijk van zijn verlangen om gedoopt te worden. Tariq kreeg nader onderwijs, onder meer in zijn eigen taal, en ontving de doop.

Maar een verblijfsvergunning voor Nederland ontving hij niet in de jaren van procederen die volgden. Gedwongen vertrek was vorig jaar de enige resterende optie. Via Turkije belandde hij in Syrië, waar hij hoopte veiliger te zijn dan in zijn geboorteland Irak. Daar was hij door zijn familie bestempeld als persona non grata, schrijft hij in een van zijn vele mails. „Mijn familie wist dat ik christen was geworden en heeft gezegd me te zullen vermoorden.”

Afvalligheid

In Damascus ging Tariq met zijn vrouw in het geheim naar de kerk. Maar niet lang na aankomst in Syrië liep het mis. Zowel Tariq als zijn vrouw werd opgepakt door de staatsveiligheidsdienst van president Assad. De aanklacht: afvalligheid van de islam. Ook zou hij zonder vergunning een christelijke organisatie hebben willen opstarten, met als doel ingangen te creëren voor Europese kerken. Daarnaast zou hij zich schuldig hebben gemaakt aan spionage voor buitenlandse entiteiten.

Foto’s die op zijn laptop gevonden werden, onder meer van een kerk in Nederland en van zijn doop, leverden voor onderzoekers van de staatsveiligheidsdienst van Assad het bewijs dat hij christen was geworden. Ook werd correspondentie met Nederlandse christenen aangetroffen.

Heet water

Tijdens de verhoren werden diverse martelmethoden toegepast, zegt Tariq. „Die waren van een gruwelijke barbarij en onmenselijkheid. Ik ben geslagen, bewerkt met elektriciteit. Er is heet water op mijn lichaam gegoten, onder meer op mijn rug en mijn geslachtsorganen. Zes opeenvolgende dagen en nachten heb ik niet mogen slapen”, schrijft hij in een e-mail.

De gevolgen van die martelingen zijn volgens hem nog altijd zichtbaar op zijn lichaam. Foto’s die hij doorstuurt, laten wonden zien op hoofd, armen en benen.

Acht maanden zat hij vast in een gevangenis in Kafr Susa, een wijk in Damascus. Ook zijn vrouw, op dat moment drie maanden zwanger, werd in hechtenis genomen. Zij ontkwam evenmin aan marteling. De vrucht werd daardoor zelfs afgestoten, zegt Tariq. „Ze kreeg een miskraam.”

Vervolgens heeft hij een tijdlang vastgezeten in de grote Adragevangenis, een complex in de noordwestelijke buitenwijken van Damascus waar zo’n 7000 mensen zijn opgesloten, onder wie veel politieke gevangenen. Al eerder kwamen er uit deze gevangenis berichten naar buiten over marteling. Ook Tariq moest het hier opnieuw ontgelden.

Daarnaast is tijdens zijn gevangenisperiode zijn huis geplunderd, waarbij sieraden en een hoeveelheid contant geld zouden zijn meegenomen. Ook laptops van hem en zijn vrouw waren verdwenen, evenals telefoons.

Islamitische wet

Om onduidelijke redenen werd zowel Tariq als zijn vrouw na een periode van negen maanden plots vrijgelaten. Maar in Syrië voelde het paar zich geen moment meer veilig. Sinds zijn vrijlating leefde Tariq in voortdurende angst om vermoord te worden. Verschillende malen ontving hij bedreigingen. „Volgens de islamitische wet en volgens de islamitische opvattingen is het toegestaan mij te doden. Ik ben immers afgevallen van mijn religie.”

Beiden zagen nog maar één uitweg: terug naar Irak, het land dat ze juist probeerden te mijden. Daar leeft Tariq nu, in de hoofdstad Bagdad. Hij wil onder geen beding dat zijn eigen naam bekend wordt, omdat hij bang is dat zijn christen-zijn ook in Irak van de daken geschreeuwd zal worden. „Als mijn omgeving te weten komt dat ik geen moslim meer ben, zijn er genoeg radicaalislamitische groepen die ons willen vermoorden. Een deel van mijn familie weet al dat ik christen ben geworden en gaf eerder aan dat ze me zouden vermoorden.”

Recht verschaffen

De Apeldoorner die Tariq be­geleidde, houdt per e-mail nog steeds contact met hem. „Ik ben verwonderd dat hij bij het christelijk geloof blijft. In zijn omstandigheden vind ik dat niet vanzelfsprekend. Het kost hem heel veel. God houdt hem vast, dat is voor mij duidelijk.”

Tariq ziet dat zelf ook zo. Maar tegelijk wil hij vechten voor recht. „Ik heb tot de Heere Jezus gebeden, mijn Heiland. Ik heb Hem gevraagd om mij recht te verschaffen, en ik vraag het ook jullie. Recht voor mij en recht voor mijn vrouw en het kind dat in haar buik is gedood. Ook in Irak leven we in angst omdat we van godsdienst veranderd zijn. Ik ben bang. Ik wil weg uit Irak, weer naar Nederland, waar mijn hele leven zo sterk veranderde.”


Gevaar bij terugkeer

De ChristenUnie gaat bij staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) opheldering vragen over de zaak-Mohamed Tariq. De partij bepleit een „ruimhartig asielbeleid” voor ex-moslims, zegt Kamerlid Voordewind. Donderdag gaat hij om de tafel met Syrische organisaties in Nederland om te praten over het asielbeleid en welke stappen er gezet moeten worden.

Ook SGP-fractievoorzitter Van der Staaij vindt dat Nederland ruimhartiger onderdak moet bieden aan mensen die vanwege hun geloof problemen ondervinden, „heel in het bijzonder als het christenen zijn die een moslimachtergrond hebben.”

Regelmatig gebeurt het dat uitgewezen asielzoekers vanuit Nederland –en andere Europese landen– na terugkeer gevaar lopen. Om dat te voorkomen, baseert de verantwoordelijke Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zich op ambtsberichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze ambtsberichten vertellen hoe de situatie in het desbetreffende land zich in de achterliggende periode heeft ontwikkeld.

In het ambtsbericht over Syrië van 15 januari staat dat „sociale en religieuze druk in moslimkringen” het feitelijk onmogelijk maakt voor een moslim om van religie te veranderen, „laat staan hiervoor uit te komen.” Ook erkent het bericht dat evangelisten vervolgd worden omdat ze een bedreiging vormen voor de betrekkingen tussen de religieuze groepen in Syrië.

Tegelijk stelt het ambtsbericht dat de situatie voor christenen in het algemeen wel meevalt: „Hoewel er bezorgdheid bestaat om mogelijke kwetsbare posities van christenen in Syrië, zijn er vooralsnog voor zover bekend geen rapporten die wijzen op geweld in het algemeen tegen deze groepering.”

Het laatste ambtsbericht over Irak, waar Mohamed Tariq vandaan komt, dateert van november vorig jaar. Het bericht erkent dat de situatie voor moslims in Irak die zich tot het christendom bekeren „moeilijk” is. Er heerst volgens de opstellers in de Iraakse samenleving „een algemeen klimaat van intolerantie jegens moslims die zich tot het christendom bekeren. Zij lopen een grote kans op marginalisatie of om het slachtoffer te worden van geweld vanuit de gemeenschap, de eigen familie of door overheidsfunctionarissen.”

Bovendien erkennen de opstellers dat de autoriteiten in Zuid- en Centraal-Irak niet in staat zijn gebleken om „religieus geweld te voorkomen noch om individuele burgers tegen religieus geweld te beschermen. Bovendien hebben de Iraakse autoriteiten weinig maatregelen genomen om het religieus gemotiveerde geweld te onderzoeken en de daders te vervolgen.”

Iraakse christenen worden in Nederland dan ook erkend als kwetsbare groep. Desondanks kan het incidenteel voorkomen dat tot het christendom bekeerde asielzoekers worden teruggestuurd, bijvoorbeeld omdat zij niet geloofd worden door de IND.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer