Dode Zee verzakt door daling grondwater
De Dode Zee, het laagste punt ter wereld op -400 meter, zakt verder weg onder de zeespiegel omdat de toestromende rivieren worden leeggeschept door landbouwers, de zware industrie en de drinkwaterbedrijven.
De bodem van het zoute meer op de grens van Israël en Jordanië is de voorbije tien jaar 6 meter gezakt, melden onderzoekers in het jongste nummer van the Geological Society of America Bulletin.
Dat de Dode Zee verdampt, was al langer bekend, maar de onderzoekers stellen nu dat de waterspiegel van het zoute meer ook zakt omdat de bodem van de Dode Zee daalt. Een daling van het grondwaterspiegel rond de Dode Zee zou ervoor zorgen dat die bodem zachtjes instort. Ze baseren hun conclusies op radargegevens, waarmee veranderingen in de bodemstructuur rond de Dode Zee nauwkeurig kunnen worden onderzocht.
Er is niet steeds gevoelige apparatuur nodig om te zien dat de grond in beweging is rond de binnenzee: langs de oevers zie je her en der gigantische putten. „Dat fenomeen van putten en verzakkingen is ontstaan sinds het begin van de jaren 90, zowel langs de Israëlische als de Jordaanse oever.”
De daling van de waterspiegel in de Dode Zee is geen nieuw fenomeen. In de jaren vijftig ontdekten onderzoekers die voor het eerst. De watertoevoer vermindert door het toenemende waterverbruik langs de oevers van de waterlopen die de Dode Zee voeden. Het water verdampt sneller dan het wordt aangevoerd. De wetenschap ontdekt nu een nieuwe factor die dat proces versnelt: de daling van het grondwater en de verzakkingen die daarmee gepaard gaan.
„Langs de Jordaanse kant vloeit er nog nauwelijks water in de Dode Zee”, zegt Gidon Bromberg, mededirecteur van Friends of the Earth (FoE) Midden-Oosten. De Dode Zee dreigt helemaal te verdwijnen en inspanningen aan deze of gene zijde zullen daar weinig aan veranderen, meent Bromberg.
Het ultieme doel voor milieugroepen zoals FoE is de Dode Zee te laten uitroepen als werelderfgoed door Unesco. Dat is een moeilijke zaak, want zowel Israël en Jordanië als Syrië zijn betrokken partij. Bromberg hoopt dat de drie landen „kunnen samenwerken om de toekomst van deze wereldschat te vrijwaren. Wat we nodig hebben is een gemeenschappelijk plan voor duurzaam watergebruik”, zegt hij.
Voorlopig is er geen overleg over de toekomst van de Dode Zee en blijft zowel Israël als Jordanië druk hotels bouwen. Volgens Friends of the Earth vormen de talrijke toeristische projecten een ernstige bedreiging. Jaarlijks stromen duizenden toeristen toe om te proeven van de geneeskrachtige modder en de unieke opwaartse stuwkracht van het water. De volgende jaren komen er 50.000 nieuwe hotelkamers bij om nog meer toeristen naar de regio te lokken.
Water is sinds het begin van de jaren zestig een extra bron van conflicten in het Midden-Oosten. In 1965 en 1966 vochten Israël en Syrië enkele malen rond de Jordaan met als inzet het gebruik van de rivier. Het Israëlische leger kwam in actie tegen wat werd gezien als een Arabische samenzwering om de Jordaan af te tappen en Israël droog te leggen. De plannen van Syrië en Jordanië waren volgens waarnemers een schot voor de boeg van Israël, dat massaal water uit het Meer van Galilea over de Israëlische akkers wilde laten vloeien.
De spanningen over het waterverbruik zijn de laatste jaren verminderd. Israël en Jordanië proberen hun waterbeleid op elkaar af te stemmen. Israël werkt mee aan het Jordaanse Project voor een Industriële Toegangspoort. Dat moet resulteren in twee industriële complexen aan weerszijden van de grensrivier.
Milieugroepen zoals de Israëlische Unie voor Milieubescherming in Israël, de Koninklijke Vereniging voor Natuurbehoud in Jordanië, de Jordaanse Vereniging voor Duurzame Ontwikkeling en de Palestijnse Waterkundige Groep zijn fel gekant tegen dat industriepark, dat moet verrijzen in een relatief ongerept gebied op 70 kilometer van Amman. Aan de Jordaanse kant zou een industrieel complex van 50 tot 127 hectare verrijzen, met een kostprijs van 35 miljoen dollar (circa 40 miljoen euro).